De voorzitter
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Karolien Grosemans (N-VA)
Ik denk dat er intussen nog heel weinig Vlamingen rondlopen voor wie de term ‘brexit’ gloednieuw is. Al in juni 2016 koos 52 procent van de Britten om uit de Europese Unie te stappen. We zijn nu al meer dan drie jaar later en de brexitsaga blijft duren en brexit is nog geen feit. Dat er een impact op onze toekomstige handel gaat zijn, staat wel vast. Hoe groot die impact zal zijn, dat is nog koffiedik kijken. Het is wel verstandig dat heel wat sectoren uitgebreide analyses maken en ook een inschatting trachten te maken van de omvang van het verlies. Ook het Departement Landbouw en Visserij heeft getracht dat in kaart te brengen. We hadden trouwens vanmorgen een heel interessante uiteenzetting van mevrouw Roegiers in verband met de brexit en visserij. Ik heb een interessant document gevonden, ‘Gevolgen van de brexit voor de Vlaamse land- en tuinbouw’, zeker voor iemand die nieuw is in deze commissie. Uit bezorgdheid voor de fruitsector heb ik de cijfers voor fruit hier even uitgelicht. Als u mij toestaat, citeer ik enkele cijfers. Ik vind in het document terug dat 10 procent van onze uitvoer van voedingsproducten naar het Verenigd Koninkrijk gaat. Als we dan kijken naar de uitvoer van fruit, groenten en planten, zien we dat de Belgische uitvoer naar het Verenigd Koninkrijk in 2016 meer dan 763 miljoen euro bedroeg. Als hierop invoerrechten van toepassing zouden zijn, dan raamt het Departement Landbouw en Visserij dat die oplopen tot meer dan 78 miljoen euro.
Kort gesteld: we zijn dan 10 procent kwijt aan invoerrechten, en dat terwijl de producten al niet voor een hoge prijs verkocht worden.
Aan vers fruit wordt er jaarlijks voor meer dan 100 miljoen euro uitgevoerd naar het VK. Als die markt moeilijker toegankelijk wordt, betekent dit dus wellicht een aanzienlijk verlies voor de fruittelers.
Verder leert het document ons dat het VK de vierde belangrijkste afzetmarkt voor ons vers fruit is, en het wordt bovendien steeds belangrijker, gezien het stijgende aandeel van aardbeien, peren en appels in die export. Het VK is daar trouwens erg afhankelijk van: slechts 17 procent van de fruitconsumptie in het VK komt van de eigen bodem.
Minister, kunt u nog bijkomende maatregelen nemen om het moeilijker toegankelijk worden van de Britse markt op te vangen?
Het Departement Landbouw en Visserij heeft al onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om een rooipremie in te voeren. Dit is een premie om de overproductie van fruit tegen te gaan. Dit bleek echter niet mogelijk omdat de staatssteunregels opleggen dat gerooide grond voor minstens twintig jaar uit productie moet worden genomen, waardoor er dus ook geen andere rassen of producten op geteeld kunnen worden. Minister, bent u van plan om hierover op Europees niveau in dialoog te gaan en zo te proberen om het areaal af te bouwen?
Het VK is binnenkort vrij om te ‘shoppen’ in heel de wereld om tot de beste prijs te komen. Hard fruit bederft niet snel, dus het levert weinig logistieke problemen op. Ik weet ook dat u niet in het hoofd kunt kijken van de mensen daar, maar zijn er toch al inschattingen gemaakt in hoeverre het VK bij zijn dichtste buren, bij ons dus, zal blijven aankloppen voor de invoer van landbouwproducten, en dan met name fruit?
Zal het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) het VK onmiddellijk na de brexit als derde land zien? Met andere woorden, zullen er specifieke promotiecampagnes gericht worden op het VK om onze export op peil te houden? Zullen we hiervoor dan recht hebben op Europese cofinanciering?
Ik heb begrepen uit een schriftelijke vraag van mijn collega Marino Keulen dat er een nieuwe afzetmarkt voor hard fruit zou worden geopend in Mexico, maar dat daar momenteel nog geen volume naartoe gaat. Kunt u hierover nog een korte update geven?
De voorzitter
Mevrouw Grosemans, u verwijst naar een studie van het departement. Ik neem aan dat die studie vrij beschikbaar is. We vragen aan de secretaris om ze te bezorgen aan de collega’s van de commissie en ook op de commissiepagina te plaatsen.
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega, het klopt dat de brexit zeer veel kopzorgen veroorzaakt. We weten nog altijd niet wat het zal worden. We hebben er in deze commissie al over gediscussieerd.
We moeten een aantal zaken onderscheiden.
Bij een no-deal zal het VK op dag één een derde land worden. Dat betekent onder andere dat de handelsstromen dan gebeuren volgens de richtlijnen van de Wereldhandelsorganisatie (WHO), daar er op dat ogenblik nog geen nieuw handelsakkoord zal bestaan tussen de EU en het VK.
De afgelopen maanden hebben mijn voorgangers dit scenario meermaals besproken met de bevoegde Europese commissaris Phil Hogan en op dat vlak hun bezorgdheden geuit. Hij heeft toen gesteld dat de Europese Commissie klaar staat om maatregelen te nemen als er zich een marktverstoring zou voordoen. Bij een directe impact op de interne markt kan de Europese Commissie de crisisinstrumenten uit de gemeenschappelijke marktordening groenten en fruit activeren. Ik zal dit uiteraard nauwgezet blijven opvolgen en zowel bij de huidige als de nieuwe commissaris aandringen om het nodige gevolg te geven aan de impact van een eventuele no-dealbrexit.
Bij een brexit-mét-akkoord zal er op korte termijn weinig tot niets veranderen op de interne markt. Tijdens de overgangsperiode, die minimaal tot eind 2020 zal duren, is dat sowieso al gegarandeerd. Indien er op termijn minder producten naar het VK zouden gaan, kan potentieel de druk op de interne markt verhogen. Zowel op Europees, federaal als Vlaams niveau worden vele inspanningen geleverd om nieuwe markten te openen. Maar dat is wel een werk van lange adem.
Mijn administratie heeft inderdaad dit jaar nog onderzoek gedaan naar de haalbaarheid en het effect van het eventueel invoeren van een rooipremie. Er was al eens een vraag over hard fruit en ik heb het al eens over die rooipremie gehad in deze commissie. Dat was op 23 oktober. Ik heb toen gezegd dat we hier op de regels inzake staatssteun stoten, en ook op budgettair vlak is dit geen evidente maatregel.
Het effect van de maatregel op de markt is mogelijk ook zeer beperkt, omdat de gerooide percelen effectief minstens twintig jaar uit de landbouwproductie moeten worden genomen.
Ik geef de prijzen mee. Voor appelen wordt de budgettaire kost van een rooipremie, indien je 10 procent, 20 procent of 50 procent van het aantal appelbomen zou rooien, geraamd op respectievelijk 7,8 miljoen euro, 15,6 miljoen euro of bijna 40 miljoen euro. Voor peren wordt de budgettaire kost bij 10 procent 14,5 miljoen euro, bij 20 procent bijna 30 miljoen euro en bij 50 procent bijna 73 miljoen euro. Dat gaat dus over spectaculair hoge bedragen.
Het effect op de markt is volgens ons departement, zeker voor appelen, verwaarloosbaar. België is voor de productie van appels op Europees niveau een zeer kleine speler. Met 6000 hectare zijn we goed voor 1,14 procent van het Europees appelareaal. Een derde van de appels is bestemd voor onze eigen Belgische markt. Als wij onze productie verder zouden afbouwen, zal de impact op de Europese markt en de prijsvorming te verwaarlozen zijn.
Bovendien ontneemt de sector zichzelf een stuk flexibiliteit door de productiecapaciteit te verminderen en bestaat het risico dan dat de Belgische appelproductie onder het kritisch minimum voor een vlotte marktwerking daalt. Ik ben daar dus absoluut niet zo’n grote believer van. Verder is er het risico dat, indien wij een stukje wegnemen, andere lidstaten hun productiecapaciteit zullen verhogen. Dat zou dan ook weer problematisch zijn voor ons.
Wat de peren betreft, en zeker de Conferencepeer – ik krijg er zowaar honger van –, is België een belangrijke en relevante producent binnen de Europese markt. Een substantiële afbouw van de productiecapaciteit voor Conferencepeer zal mogelijk een impact hebben op de prijsvorming, zolang andere lidstaten hun eigen productiecapaciteit constant houden. Op die manier creëren we met onze inspanningen vooral een voordeel voor de producenten in de andere producerende lidstaten. We zien in die sector ook niet echt een daling van het areaal bij peren, maar eerder uitbreidingstendensen. Het nemen van zulke maatregelen zou daar dan dus haaks op staan.
Bovendien, collega, vind ik dat dit soort van maatregelen het best in een Europees kader worden genomen. Ik heb er geen probleem mee dat we op Europees niveau globaal pleiten voor de inzet van de nodige efficiënte marktinstrumenten die kunnen leiden tot een verbetering van de prijzen en stabilisering van het inkomen van de landbouwers. Er zijn in andere sectoren goede voorbeelden waarbij Europa een tijdelijke steun voor vrijwillige productiebeperking heeft ingevoerd, zoals in de zuivelsector. Maar in het geval van fruit zie ik eerder heil in een betere afstemming van aanbod en reële marktvraag, waarbij ook de producentenorganisaties een rol te spelen hebben.
Enkel in het geval van een no-dealbrexit wordt het Verenigd Koninkrijk onmiddellijk een derde land. In dat geval zal het Verenigd Koninkrijk direct de bevoegdheid krijgen over handel, wat nu een Europese bevoegdheid is. Het VK zal dan, zonder akkoord, terugvallen op de WTO-tarieven (World Trade Organization), zoals ik al in de inleiding zei.
Het VK heeft nu al aangegeven dat het dit absoluut wil vermijden. Het heeft tariefvoorstellen gedaan waarbij de meeste landbouwproducten vrij blijven van douaneheffingen voor een bepaalde periode, ook bij een no-deal. Het VK is immers voor vele landbouwproducten niet zelfvoorzienend. Hoewel de prijzen voor fruit in de Europese Unie laag zijn en, zelfs met WTO-tarieven, competitief ten aanzien van de aanvoer vanuit derde landen, is het moeilijk in te schatten hoe de verschillende marktspelers zullen reageren op de brexit.
Tot op vandaag voerde de fruitsector binnen VLAM nog geen acties in het VK. Vanuit de fruitsector werden er ook nog geen vragen gesteld aan VLAM voor promotieactiviteiten.
De Europese Commissie heeft nog geen oproep voor het nieuwe werkprogramma 2020 voor promotie vrijgegeven. Indien er interessante mogelijkheden zijn voor Europese promotieprogramma’s op de Britse markt zal VLAM zeker een programma indienen, indien de fruitsector dat ook graag zou hebben. In dat geval kan VLAM ten vroegste op 1 januari 2021 starten met het programma.
Ik beantwoord nu de schriftelijke vraag van collega Keulen. In het voorjaar van 2019 kreeg de Belgische Conferencepeer officieel markttoegang tot de Mexicaanse markt. Er werden sindsdien door de fruitsector contacten gelegd met potentiële Mexicaanse afnemers. Het was echter wachten tot de nieuwe oogst van het najaar 2019 vooraleer de eerste peren effectief konden worden verscheept.
Ik heb nog geen statistieken. Het aanknopen van nieuwe handelsrelaties vergt veel tijd. Na het afsluiten van protocols moeten ook de activiteiten op commercieel en marketingvlak worden opgebouwd. Het is dus nog even wachten op de concrete cijfers hiervoor. Ik juich uiteraard de verschijning van de Conferencepeer in Mexico zeer toe. Misschien kan dat in de toekomst aanleiding geven tot een stripverhaal.
De voorzitter
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Karolien Grosemans (N-VA)
Minister, na het indienen van mijn vraag om uitleg werd de brexit opnieuw uitgesteld naar 2020. Dat klinkt vreemd, maar ik vermoed dat er geen oorzakelijk verband is. (Gelach)
Er zijn nog heel wat vragen en kopzorgen. Wanneer zal die brexit een feit zijn? In welke mate zal dat akkoord de negatieve impact op onze export kunnen milderen?
Minister, ik hoop – maar ik heb er ook wel vertrouwen in als ik uw antwoord beluister –, dat u deze sector met argusogen blijft volgen. Wat wel al zeker is, en wat al een hele tijd aan de gang is, is de depreciatie van het Britse pond. Het is een stuk minder voordelig voor de Britten om ons fruit in te voeren. Ik neem aan dat u de exportcijfers van fruit vanaf 2016 tot nu niet meteen uit uw mouw kunt schudden. Hebt u daar al een zicht op? Is er al een verminderde export van ons fruit naar het Verenigd Koninkrijk aan de gang? Vraag ik die cijfers beter schriftelijk op?
De voorzitter
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Steven Coenegrachts (Open Vld)
Minister, u verwees naar de pluimveesector en de problemen daar. U zei dat het confronterend was dat een sector in de problemen kan raken door zaken waar ze zelf geen impact op heeft. We zijn opnieuw in zo'n situatie beland: het Russisch embargo, de concurrentie uit Oost-Europa die op gang is gekomen, de weersomstandigheden waar we het enkele weken geleden over hadden, ze hebben allemaal een serieuze druk gezet op de fruitsector. Daar komt nu de onzekerheid over de brexit bij.
Minister, ik ben blij dat u contacten hebt in Europa over eventuele noodmaatregelen. Dat is ook gebeurd ten tijde van het Russisch embargo. Die maatregelen zijn natuurlijk afgelopen, maar het is goed om die optie open te houden in geval van een no-dealbrexit.
Op het vlak van de rooipremie is de braaklegging van 20 jaar absoluut een heel grote hindernis. U haalt terecht de nadelen op macroniveau aan. Dat helpt de volledige dynamiek uit een sector. De vraag is of we manieren kunnen zoeken om de sector aan te zetten tot diversificatie. Er zijn verschillende telers die me vanop het terrein zeggen dat, als ze hun boomgaard moeten vervangen, ze dat doen door rood fruit. Die markt is wel nog groeiende en de prijszetting is ook interessant. Niet iedereen kan dat echter doen, want dan zal de prijszetting ook weer anders evolueren. Minister, ziet u mogelijkheden om de sector te ondersteunen bij diversificatie?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Mevrouw Grosemans, de cijfers moeten we opvragen, maar dat kunt u het beste doen via een schriftelijke vraag. Het risico bestaat natuurlijk dat we ze dan nog niet hebben, want dat duurt toch een tijdje.
Collega Coenegrachts, diversificatie zit in het actieplan. Het is belangrijk wat u zegt. Ik had dat ook onmiddellijk in mijn eerste antwoord kunnen opnemen.
De voorzitter
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Karolien Grosemans (N-VA)
Minister, ik zal inderdaad de exportcijfers via een schriftelijke vraag opvragen. Er komen gevaren op ons af, maar ik zie ook nieuwe opportuniteiten, onder andere de Mexicaanse markt. Het is een goede zaak dat onze Conferenceperen naar daar kunnen. Ik zie dus ook wel wat positieve zaken, zoals ook het verder inzetten op innovatie en promotie. Ik lees dat VLAM een ijzersterke reputatie heeft inzake promotie maken voor die sector.
De kwaliteit is een sterk punt van onze fruitsector en die moeten we zeker blijven uitspelen. Wordt ongetwijfeld vervolgd.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.