De voorzitter
Tekstfragment nog niet beschikbaar.
Emmily Talpe (Open Vld)
Tekstfragment nog niet beschikbaar.
Met die stijgende populariteit lijkt de oprichting van een duidelijk kader voor dit soort initiatieven zich op te dringen, niet alleen om duidelijkheid te verschaffen voor uitbaters van kinderboerderijen, maar ook voor hun positie ten aanzien van professionele landbouwbedrijven en hun activiteiten in agrarisch gebied.
Minister, zult u samen met de minister van Omgeving een initiatief nemen om kinderboerderijen in Vlaanderen in kaart te brengen en om de opstartproblemen te inventariseren waarmee ze worden geconfronteerd, zowel in hoofd- als in bijberoep? Welke plaats moeten kinderboerderijen volgens u innemen ten opzichte van professionele landbouwbedrijven?
Bent u voorstander van de invoering van een apart statuut voor kinderboerderijen?
Zult u initiatief nemen om samen met uw collega’s van onder meer Toerisme, Onderwijs en Cultuur te onderzoeken op welke manier een dergelijk statuut kan worden geïmplementeerd, teneinde duidelijkheid te creëren voor zowel de uitbaters en aspirant-uitbaters van kinderboerderijen als professionele landbouwers?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega, zoals u zelf aangeeft, staan kinderboerderijen en professionele landbouwbedrijven soms ver van elkaar af. Sowieso ben ik zelf bezorgd om het gebruik van het agrarisch gebied waar de professionele landbouwbedrijven prioritair over moeten kunnen beschikken, te vrijwaren. Het ruimtelijke beleid is een bevoegdheid van collega Demir. Uiteraard zal ik met haar in overleg gaan over alle aspecten die het agrarisch gebied aanbelangen.
Kinderboerderijen kunnen vandaag vergund worden in bestaande landbouwbedrijfsgebouwen van een voormalig of actief landbouwbedrijf in toepassing van artikel 9 van het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de lijst van toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen. In de regel zijn er geen bezwaren tegen de inrichting van stallingen van een vroeger landbouwbedrijf tot kinderboerderij in de betekenis van een landbouweducatief initiatief. We moeten er wel over waken dat het initiatief op termijn niet gaat ontsporen. Horeca, handel of diensten kunnen als ondergeschikte functie aanwezig zijn; een feestzaal uitbaten is al een beetje moeilijker. Dat zult u ook wel begrijpen. De voorkeur gaat sowieso uit naar landbouwbedrijven in de randzones van de stedelijke of verstedelijkte gebieden, of binnen woonkorrels in agrarisch gebied.
Ik ben nieuw als minister en luister graag naar al uw suggesties, maar ik ben niet echt te vinden voor de invoering van een dergelijk statuut, omdat ik ervan overtuigd ben dat het de complexiteit zal doen toenemen. Ook moeten de principes van goede ruimtelijke ordening altijd gerespecteerd worden, waarbinnen mobiliteit sowieso ook een belangrijk aspect is, maar dat is mijn persoonlijke mening.
De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Bedankt, minister. Ik volg u wel als u zegt dat we het niet complexer moeten maken of alles moeten gaan overreguleren. Dat was ook niet echt de bedoeling van mijn vraag. Het gaat mij vooral om duidelijkheid, om het kader dat we willen scheppen voor mensen die een dergelijk initiatief willen opstarten. Er is inderdaad een fijne lijn tussen mensen die professioneel landbouw beoefenen en nieuwe activiteiten die zich daar gaan vestigen.
Mijn collega Vanderjeugd heeft daar in de vorige legislatuur ook al vragen over gesteld. Er waren geen cijfers voorhanden. Ik hoop dat we toch wat richtlijnen kunnen geven aan mensen die dergelijke initiatieven willen opstarten. We moeten dat ook omarmen, zeker ten aanzien van professionele landbouwers die naar meer differentiatie en taakverbreding willen gaan. Zij hebben dat vaak ook nodig om tot een rendabele en leefbare onderneming te komen. We moeten hen daarbij toch maximaal faciliteren. We moeten ook alle bezorgdheden meenemen wat betreft inname van onze open ruimte. Dat staat voor onze partij ook buiten kijf.
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Ik zag collega Rombouts eerst kwaad kijken en nu weer vriendelijk, dus ik denk dat ze tevreden is met het antwoord. (Gelach. Opmerkingen)
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.