Vlaams minister van Landbouw Hilde Crevits voorziet in 4,3 miljoen euro voor naschoolse vorming van landbouwers. Landbouwers zijn volbloed ondernemers en de uitdagingen zoals duurzaamheid, digitalisering en innovatie zijn ook voor hen heel actueel. Om hun kennis en vaardigheden bij te spijkeren bieden de centra voor landbouwvorming verschillende naschoolse opleidingen aan. Ook voor wie in zijn of haar eigen tuin groenten teelt kunnen opleidingen een belangrijke hulp zijn.
Levenslang leren is één van de uitdagingen de komende jaren. De samenleving verandert aan een sneltempo. Werkgevers hebben nood aan nieuwe vaardigheden, medewerkers passen zich aan. Duurzaamheid, digitalisering en innovatie en dus bijscholen en omscholen zijn ook voor landbouwers belangrijk. Een landbouwbedrijf is lang niet meer het bedrijf dat het 20 jaar geleden was. Landbouwers zijn volbloed ondernemers. Landbouw werd bij de modernisering van het secundair onderwijs dan ook terecht als één van de 8 studiedomeinen opgenomen in het vernieuwde studie-aanbod. Maar ook voor wie geen landbouwonderwijs gevolgd heeft, is het belangrijk om de nodige kennis op te doen. Jaarlijks dienen de erkende centra voor landbouwvorming hun opleidingsprogramma in voor het volgende werkjaar. Voor het komende werkjaar wordt voorzien in 4,3 miljoen euro voor de ondersteuning van naschoolse landbouwvorming. Deze maatregel maakt deel uit van het PDPO III (programmeringsdocument voor plattelandsontwikkeling 2014-2020).
Het grootste deel van het budget gaat naar de opleiding van landbouwers en starters. 1.726.000 euro gaat naar de organisatie van cursussen, studiedagen en korte opleidingen voor landbouwers op het vlak van bedrijfsvoering, regelgeving, maatschappelijke verwachtingen ten aanzien van de sector en technische thema’s en het verwerven van vaardigheden. Er wordt aan de centra in 2020 extra aandacht gevraagd voor duurzame bedrijfsvoering, ketenwerking, aandacht voor mens, dier, klimaat en milieu, en voor innovatie.
Ruim 1,5 miljoen euro gaat naar startersopleidingen voor landbouwers. Concreet zijn dit opleidingen voor landbouwers die via overname of opstart een bedrijf zullen leiden en daar de nodige kennis en expertise voor ontbreken. De doelgroep van de opleidingen is zeer divers: van personen die hun (landbouw)studies niet afgerond hebben tot hoogopgeleide personen uit andere sectoren die de stap naar de landbouw willen zetten. In de opleidingen wordt getracht mee antwoorden te geven op zeer diverse vragen. Is het ouderlijk bedrijf op termijn nog rendabel? Stap ik samen met mijn partner in het bedrijf van mijn schoonouders? Hoe start ik een kleinschalig biologisch bedrijf op? Laat ik daarvoor mijn huidige job staan? Is er voor mij toekomst in de wijnbouw? Via de stages wordt praktijkervaring opgedaan.
Er gaat in het jaarprogramma van de centra voor landbouwvorming ook aandacht naar de ondersteuning van opleidingen voor hobbylandbouwers. Veel mensen gaan ook in hun eigen tuin aan de slag met een kleine moestuin. Ook daar is er groeiende aandacht voor duurzaamheid en gezonde voeding. De privétuinen beslaan allen samen 8% van de oppervlakte van Vlaanderen en kunnen sterk bijdragen tot de biodiversiteit. De volkstuinen vervullen een sociale functie door mensen met elkaar in contact te brengen. Met de recente beperkingen op het gebruik van pesticiden door particulieren zitten veel hobbytuiniers met praktische vragen rond gewasbescherming en onkruidbestrijding. De nood aan informatie is dus actueel.
Ook voor kleinere groepen in de landbouw zijn er specifieke opleidingen: zou wordt in 334.000 euro voorzien voor opleidingen voor imkers om onder andere met problemen zoals bijensterfte te kunnen omgaan. Er worden ook middelen voorzien voor opleidingen over middelen om gewassen te beschermen, de zogenaamde fytolicentie.
Vlaams minister van Landbouw Hilde Crevits: “Levenslang leren is hét credo de komende jaren. Ook voor landbouwers zijn er grote uitdagingen. Denk maar aan duurzaamheid, digitalisering, innovatie, korte keten, … Om steeds mee te kunnen met de snel veranderende maatschappij en een bedrijf van de 21ste eeuw te runnen, bieden de centra voor landbouwvorming naschoolse vormingen aan. Ook voor hobbylandbouwers zijn er tal van opleidingen mogelijk. Die opleidingen ondersteunen is dan ook belangrijk om onze landbouwsector blijvend te verduurzamen.”