De voorzitter
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Karolien Grosemans (N-VA)
Voorzitter, het Amerikaans wetenschappelijk tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences of the United States of America (PNAS) heeft aangegeven dat bij een opwarming van de aarde met 2 graden Celsius meer dan de helft van de huidige wijngebieden zou kunnen verdwijnen. Bij een opwarming met 4 graden Celsius zou zelfs 85 procent kunnen verdwijnen. Vooral in streken waar het nu al warm is, zoals Spanje of Italië, zou het verlies groot zijn. De streken met een meer gematigd klimaat, zoals Duitsland of delen van de VS, zouden er beter mee wegkomen.
Gek genoeg is dit op wereldvlak vreselijk nieuws goed nieuws voor de Vlaamse wijnbouw. Door het iets warmer klimaat is ons land beter geschikt voor wijnbouw. Dat blijkt ook uit de cijfers, want 2018 was een recordjaar, met een productie van bijna 2 miljoen liter wijn. Hoewel de hitte van 2019 voor een lagere druivenopbrengst heeft gezorgd, blijkt te kwaliteit zeer goed te zijn.
Het is nu al zo dat de makers van Bordeauxwijnen zeven nieuwe druivensoorten mogen gebruiken die beter tegen de hitte bestand zijn. De klassieke soorten, zoals Merlot, zouden te vroeg rijp worden, waardoor ze te veel suiker bevatten en de wijn te alcoholrijk is.
Minister, zet het Kennis- en Onderzoekscentrum Wijnbouw, een onderdeel van het Proefcentrum Fruitteelt, ook in op onderzoek naar druivenrassen die goed bestand zijn tegen veranderende klimatologische omstandigheden? We hebben hier niet de geschiedenis van een wijnland als Frankrijk. Kunnen onze boeren volledig vrij experimenteren met nieuwe rassen? Een aantal van onze wijnen hebben een beschermde oorsprongsbenaming (BOB) of een beschermde geografische aanduiding (BGA) die ook Europees worden erkend. Leggen deze erkenningen restricties op met betrekking tot de druivenrassen die mogen worden aangeplant? Om de Vlaamse wijnsector te ondersteunen, is een Technisch Comité Druiven opgericht dat alle teelttechnische kennis verspreidt. In het verleden heeft de Vlaamse overheid al middelen vrijgemaakt voor opleidingen in de wijnbouw door het Proefcentrum Fruitteelt. Zult u hier, gezien het groeiend economisch belang van de sector, in de toekomst nog meer op inzetten?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Mevrouw Grosemans, zeer veel dank om het thema van de Vlaamse wijnbouw aan bod te brengen.
Mevrouw Schauvliege, ik zie u al verlekkerd langs uw lippen wrijven. Nu ontkent u dit. Het is niet waar. (Opmerkingen)
We zullen dan uiteraard moeten kiezen waar we op werkbezoek gaan. Ik denk dat velen grote liefhebbers van onze Vlaamse wijnen zijn en met dit statement akkoord zullen gaan.
Het Proefcentrum Fruitteelt onderzoekt de prestatie van een selectie rassen. Het gaat dan om de opbrengst en de vruchtkwaliteit van zowel klassieke rassen als nieuwe selecties. Voor de nieuwe selecties wordt vooral naar resistente soorten gekeken. Het Proefcentrum Fruitteelt evalueert van alle aangeplante rassen hoe ze zich in de huidige Belgische klimaatomstandigheden gedragen. Op dit ogenblik gaat het om 26 rassen, maar als het klimaat in de toekomst verandert, zal ook een verschuiving van de resultaten voor deze rassen plaatsvinden en zullen ook andere rassen worden aangeplant en getest. Zo zal de Merlot-druif in de toekomst misschien ook in België gedijen. Alle resultaten van de rassenproeven zijn beschikbaar voor de Belgische wijnbouwers en andere fruittelers.
Wijnbouwers zijn vrij om rassen aan te kopen en te planten, maar het is verboden om zelf planten te vermeerderen indien auteursrechten van kwekers gelden. Ook kwekers hebben auteursrechten.
De appellaties leggen restricties op. De Europese regelgeving laat voor de productie van wijnen met een beschermde oorsprong enkel druivenrassen toe van de soort Vitis vinifera, waartoe de bekende klassieke druivenrassen behoren.
Er zijn op dit ogenblik vijf BOB-wijnen erkend in Vlaanderen. Voor de productie van een wijn met beschermde geografische aanduiding is het wel mogelijk om Vitis vinifera te kruisen met andere soorten van het geslacht Vitis. Dit zijn de zogenaamde interspecifieke rassen. De reden voor deze beperking bij de productie van BOB-wijnen moet worden gezocht in het begin van de jaren 30 van de vorige eeuw, waarbij vele Europese landen interspecifieke rassen die doorgaans een groter rendement haalden gingen beperken in een context van vraag en aanbod. Daarnaast was er ook een kwaliteitsargument: wijnen gemaakt van deze druivenrassen hadden een storende smaak, de zogenaamde ‘foxy aroma’s’. Bovendien werden een aantal rassen gekenmerkt door een te hoog gehalte giftige methanol.
Uit wetenschappelijk onderzoekt blijkt echter dat interspecifieke rassen als een realistisch alternatief voor de klassieke rassen beschouwd moeten worden omdat ze een grotere capaciteit hebben om zich aan te passen aan een aantal klimaten. Ze kunnen inspelen op de vraag van wijnbouwers die op zoek zijn naar rassen die bestand zijn tegen droogte en hogere temperaturen. Dergelijke rassen zijn ook beter resistent tegen ziektes, waardoor er minder bestrijdingsmiddelen nodig zijn. Dit zou zowel de wijnbouwers ten goede komen, die minder worden blootgesteld aan chemische stoffen, als de consumenten, die meer natuurlijke wijnen vragen.
De Europese Commissie heeft deze wetenschappelijke inzichten dan ook meegenomen door in haar voorstel voor het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid ook interspecifieke druivenrassen mogelijk te maken voor BOB-wijnen. Dit voorstel – dat zult u wel begrijpen – geniet mijn absolute, volle en onverdeelde steun.
De wijnbouwers, hun meewerkende gezinsleden, zelfstandige helpers en werknemers, en ook startende wijnbouwers kunnen voor hun bijscholing gebruikmaken van de kanalen van de naschoolse landbouwvorming. Een ruime waaier aan korte opleidingen, cursussen en stages staat voor hen open. Deze vorming wordt gegeven door erkende vormingscentra en wordt ondersteund door de Vlaamse overheid. Het initiatief is uiteraard aan de wijnbouwsector om aan te kloppen bij de erkende centra voor de organisatie van aangepaste opleidingen. Voor korte vormingsactiviteiten en cursussen bedraagt het minimum aantal deelnemers tien. Aangezien het voor een kleine sector als de wijnbouw niet evident is om aan deze voorwaarde te voldoen, werd voor deze sector in het verleden al in een uitzondering voorzien door het minimum aantal deelnemers terug te brengen van tien naar zes. In 2019 volgden ongeveer zeshonderd mensen een opleiding over wijnbouw via het aanbod van de naschoolse vorming. Ik vind dat een zeer goed resultaat.
Collega’s, het economisch belang van de sector neemt toe. Collega Grosemans, u hebt dat in uw inleiding bij de vraag heel goed gesteld. Dat blijkt ook uit de cijfers. De voorlopige cijfers geven aan dat Vlaanderen vorig jaar 110 wijnbouwers telde. Dat is toch vrij spectaculair. Dat zijn er 10 meer dan in 2018 en 16 meer dan in 2017. Het aantal wijnbouwers gaat dus echt in stijgende lijn. In 2017 werd 478.108 liter wijn geproduceerd. In 2018 was dat een pak meer. We zaten toen boven de 900.000 liter. In 2019 was het 705.196 liter. 2018 was een zeer uitzonderlijk jaar. Er is tussen 2017 en 2019 een heel grote sprong gemaakt. De productie zit dus goed. Het totale areaal voor de wijnbouw lag in 2019 op 263 hectare tegenover 235 hectare in 2018 en 217 hectare in 2017. Het aantal boeren stijgt, het aantal hectaren stijgt en eigenlijk ook het aantal liters, met een eenmalige, heel grote uitschieter in 2018.
De top drie van geteelde wijndruiven – een mens zou er inderdaad dorst van krijgen – zijn Chardonnay, gevolgd door Pinot Noir en Pinot Gris. (Opmerkingen)
Aperitieftijd is nakend. Er is voor alle West-Vlamingen een lekker aperitiefmomentje in De Warande. Maar alleen West-Vlamingen zijn welkom, heb ik begrepen. (Opmerkingen. Gelach)
Ik heb de uitnodigingen niet verstuurd. Ik heb mij ook verontschuldigd, omdat er deze commissievergadering was. Maar de voorzitter denkt dat ik misschien toch nog eens snel zal kunnen langsgaan.
Collega’s, het is mijn bedoeling om met de Vlaamse wijnbouwsector rond de tafel te zitten om te bekijken welke noden er zijn op een aantal vlakken zoals onderzoek, opleidingen, samenwerking en promotie. De sector groeit en professionaliseert, en dat kunnen wij allemaal toejuichen.
De voorzitter
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Karolien Grosemans (N-VA)
Minister, het is inderdaad heel positief dat u met de sector rond de tafel zult zitten. Ik weet dat Vlaanderen al heel wat maatregelen neemt om de Vlaamse wijnbouwsector te ondersteunen en te begeleiden. Dat is heel positief, want er is zeer veel enthousiasme in die sector en het is een veelbelovende tak.
U haalt aan dat het aantal wijnbouwers stijgt, net als het aantal hectaren en het aantal liters. Alles gaat positief vooruit. De sector groeit. Ik heb een korte vraag in dat verband. Ik las ergens dat er in het verleden al gesprekken waren met het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM), in het kader van extra promotie. Ik dacht te weten dat wijn nu nog wordt gepromoot binnen de streekproducten. Wijn zit daar dus eigenlijk een beetje in verstopt. Misschien is het in de toekomst een goed idee dat men zich echt gaat toespitsen op wijn zelf, mocht men dat nog niet doen? Want het is toch een belangrijke sector aan het worden. Maar ik weet natuurlijk niet hoeveel vat u op de sector hebt.
Verder wil ik een suggestie doen in verband met het werkbezoek. Misschien kunnen we gaan naar de belangrijkste wijnregio van Vlaanderen, langs Limburg, de Maasvallei en Haspengouw. Het is maar een voorstel.
De voorzitter
Dat moeten we bekijken tijdens de regeling van de werkzaamheden.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Steven Coenegrachts (Open Vld)
In dat geval, collega Grosemans, nodig ik u graag uit in Riemst, met het grootste wijnkasteel van het land, namelijk het kasteel van Genoes-Elderen, waar men prima wijn maakt. (Opmerkingen)
Ik wilde even tussenkomen omdat Limburg inderdaad de grootste wijnproducent van Vlaanderen is. Bovendien is de sector in het Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat (SALK) erkend als een speerpuntsector, een sector waar we economisch nog veel marge hebben en waarin we de voorbije jaren hebben geïnvesteerd.
Het is natuurlijk een moeilijke sector, omdat er, tussen aanplant en productie, vrij veel tijd over gaat. Er is een termijn van bijna zeven jaar. (Opmerkingen)
Maar wij maken goede wijn, voorzitter, en dat duurt zeven jaar. Daar kruipt een aanzienlijke tijd in en dat vergt ook een aanzienlijke investering. Je ziet heel vaak dat mensen ermee beginnen als een hobby of als diversificatie op een ander landbouwbedrijf. Je moet al heel kapitaalkrachtig zijn om vanaf de eerste dag te beginnen investeren in aanplant en jezelf financieel te overbruggen tot je wijn kunt beginnen verkopen. Misschien moeten we meer specifiek aandacht hebben voor de starters in deze sector, voor het doorgroeien en het stimuleren van de schaalgrootte in de toekomst. Misschien moeten we daar, ook vanuit de Vlaamse overheid, in de toekomst wat meer stimulerend en ondersteunend werken.
De voorzitter
De heer Pieters heeft het woord.
Leo Pieters (Vlaams Belang)
Voorzitter, collega’s, als inwoner van Maaseik kan ik een werkbezoek ten zeerste aanbevelen. Aldeneyckwijn is een van de betere topwijnen in Vlaanderen.
Ik sluit aan bij al hetgeen er al gezegd is.
Zoals de heer Coenegrachts aangaf, verander je op wijngaarden niet van het ene op het andere moment naar een ander gewas. Dat neemt jaren in beslag. Ook de geologie van de bodem speelt een grote rol. Vandaar hebben wij in het Maasland ook zeer goede wijn.
Inzake wat collega Grosemans zegt over streekproducten, maakt men misschien het beste een onderscheid tussen de amateurtelers, die kleinschaliger werken, en de ‘appellations’, die toch wel groeien. Bij deze wijnbouwers gaat men zeer professioneel te werk op het gebied van commercialisering. In de toekomst zal het misschien zwaarder doorwegen, maar op dit moment is het zo dat de meeste wijnbouwers hun voorraad halverwege het seizoen al verkocht hebben. Ze zijn dus snel uitverkocht, maar toch moet daar in de toekomst meer aandacht voor zijn, want deze wijnbouwers gaan waarschijnlijk voor een schaalvergroting kiezen; het moet ook mogelijk worden om de wijngaard uit te breiden en zo verder te groeien.
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Ik kan u ook de Entre-Deux-Monts uit West-Vlaanderen als lekkere wijn.
Wat de gesprekken tussen VLAM en de vereniging van wijnbouwers betreft, stel ik mij de vraag of de sector zelf wel vragende partij is. Onze Vlaamse wijn doet het fantastisch en verkoopt als zoete broodjes. Ik weet niet welke collega het zei, maar de voorraden zijn vaak rap uitverkocht. Het is dus niet zo dat onze wijn niet gegeerd is, want ze is net zeer gegeerd. Je ziet de reacties hier ook. Wees dus trots op onze wijnbouwers, net zoals we trots mogen zijn op onze brouwers. De Vlaamse wijnbouw heeft potentieel.
Ik heb u gezegd dat er een rondetafelgesprek komt met de sector om te kijken wat we kunnen doen. Als het nodig is, dan zal VLAM de nodige inspanningen leveren, maar de sector heeft zich ook goed verenigd. Ik wil dat wel alle kansen geven.
Collega Coenegrachts, wat uw vraag betreft, zijn startende landbouwers sowieso al een focusgroep als het gaat over opleidingen, VLIF-steun en bedrijfstrajecten. Dus dat geldt ook voor jonge wijnbouwers: die vallen onder dezelfde regels en hebben dezelfde voorrang, tussen aanhalingstekens.
Dit is een thema dat we verder moeten opvolgen en waar we goede begeleiding voor moeten voorzien.
De voorzitter
Ik neem aan dat er veel kandidaten zijn om dat goed op te volgen.
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Karolien Grosemans (N-VA)
Er zullen zeker collega’s zijn die dit verder willen opvolgen.
Ik heb eigenlijk geen verdere opmerkingen. Ik wil u enkel danken voor de aandacht voor de sector.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.