Daarom trekt het Algemeen Boerensyndicaat nu donderdag 20 februari met een delegatie naar Brussel. We zetten daar onze vraag voor het behoud van een voldoende groot budget voor het GLB kracht bij en we sluiten ons daar aan bij de collega’s van de andere Belgische en Europese landbouworganisaties.
Uit de communicatie van de Europese Commissie op 2 mei 2018 bleek reeds de ambitie om de Europese financiële middelen anders in te zetten vanaf 1 januari 2021. Dat daarbij naar de landbouwsector gekeken wordt om middelen weg te halen ten voordele van migratie, veiligheid en klimaat is geen verrassing, maar er zijn limieten aan de steeds terugkerende afroming van de middelen die voor de landbouwsector bestemd zijn.
De combinatie van de Brexit (wat een gat slaat van € 70 miljard), de weigering van de lidstaten om meer dan de huidige 1.11% van hun BNP bij te dragen aan het MFK om dat te compenseren én de verschuiving van de nog beschikbare middelen vanuit het landbouwbudget naar andere beleidsdomeinen wordt een harde noot om te kraken. Deze evolutie zal ervoor zorgen dat de Vlaamse land- en tuinbouwsector het moeilijk zal krijgen om de bijkomende vragen voor vergroening en klimaatinspanningen vanuit het toekomstige GLB (2021-2027) waar te maken.
De voorziene afbouw van de directe inkomenssteun met 5% (pijler 1 van het GLB) en de afbouw van de steun voor plattelandsontwikkeling met 15% (pijler 2) is onaanvaardbaar en moet bijgestuurd worden. De directe Europese inkomenssteun voor de landbouwsector vormt een basisinkomen en is voor een aantal sectoren cruciaal om verder te kunnen. Deze directe steun is essentieel ter compensatie van de volledige liberalisering van de Europese productie en markten en essentieel voor een blijvende garantie op veilig, gezond en voedzaam voedsel uit Europa.
Naast een globale daling van het landbouwbudget voorziet Europa een bijkomende externe convergentie. Het ABS kan hiermee niet akkoord gaan. Deze herverdeling van de middelen tussen de lidstaten, ten nadele van onder meer Vlaanderen, ten voordele van de “nieuwe” lidstaten met structurele achterstand op alle domeinen houdt geen rekening met het zeer grote verschil in productiekosten bij ons ten opzichte van de Oost-Europese landen.
Europa moet rekening houden met reële omstandigheden zoals productiekosten en verstedelijking om middelen toe te wijzen. Alleen zo komen de middelen terecht waar ze thuishoren. Het ABS pleit daarom voor het herzien van de huidige pistes en vraagt uitdrukkelijk om ook voor Vlaanderen een voldoende groot budget te blijven voorzien met het nieuwe MFK.
Het platteland heeft de landbouwsector broodnodig om leefbaar te blijven. Wij willen bij ons geen Franse of Spaanse toestanden van leeglopende dorpen en een doods platteland.
Alleen een financieel Europees beleid dat toelaat om verder te investeren, te innoveren, zorg te dragen voor fauna en flora en omgeving zal ons helpen de maatschappelijke verwachtingen die in ons gesteld worden waar te maken. Alleen een voldoende hoge maatschappelijke verloning voor alle niet-economische investeringen die wij moeten waarmaken als landbouwsector zal daartoe bijdragen.
Hieronder geven we de meerjarige evolutie van het Europese begroting, met de continue daling van het landbouwbudget tot amper 30% van het budget voorzien in 2027. Hiermee wil Europa haar burgers voeden …
Aangezien het onze overtuiging is dat dit niet kan, trekken wij (ABS vzw) samen met andere Belgische en Europese landbouworganisaties naar Brussel en zullen wij met aandrang vragen voor een voldoende groot budget voor het GLB.