De voorzitter
De heer Sintobin heeft het woord.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Minister, u hebt een fantastische week achter de rug, want u bent voor het eerst oma van een kleinkind geworden, waarvoor mijn felicitaties. (Applaus)
Vorige week, op Valentijnsdag, had u ‘touche’ bij een aantal stoere jonge binken, namelijk enkele jonge landbouwers. Het ging over de toekomst van onze Vlaamse landbouw en voornamelijk over de toekomst van onze jonge landbouwers. Er zijn een aantal liefdesbrieven uitgewisseld en dat was allemaal leuk en fijn, maar eigenlijk wordt er morgen echt met de knikkers gespeeld, want dan komen de Europese staatsleiders samen om het meerjarig financieel kader voor de komende jaren vast te leggen.
Minister, wat ons vooral interesseert, is het Europees landbouwbudget. Morgen zullen de landbouworganisaties actie voeren tegen het Europees landbouwbudget of althans tegen de gevreesde afbouw van het Europees landbouwbudget. Er wordt gesproken over een daling met 5 procent van de directe steun en van een daling met 15 procent van de steun voor het ontwikkelingsbeleid voor het platteland. Dat is onaanvaardbaar.
Het heeft te maken met een aantal factoren, namelijk de brexit, de verschuiving van middelen van het ene naar het andere beleidsdomein en de verschuiving van middelen tussen de lidstaten, waar vooral Vlaanderen en andere oudere lidstaten het slachtoffer van zouden worden. Deze afbouw van het Europees landbouwbudget is onaanvaardbaar voor de landbouworganisaties, maar ook voor mijn fractie. Ik hoop dat dit ook onaanvaardbaar is voor de Vlaamse Regering.
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Dank u wel, collega Sintobin, ook voor de lieve wensen. Ik loop inderdaad op wolkjes. Maar de actualiteit gebiedt mij mijn wolken nu en dan te verlaten. Er gaat inderdaad een Europese top van start die cruciaal zou kunnen zijn voor veel van mijn bevoegdheden. Want als de Europese meerjarenbegroting vastgelegd wordt, dan heeft dat natuurlijk enorme consequenties op het landbouwbudget maar ook op het cohesiebudget en de budgetten voor onderzoek en ontwikkeling (O&O).
Er zijn op dit ogenblik wat landbouw betreft drie grote zorgen. U hebt ze min of meer meegegeven. De eerste zorg is het totale budget: hoeveel wordt er vanuit de Europese meerjarenbegroting jaarlijks besteed aan landbouw? De tweede zorg is de verdeling van de budgetten. Zelfs als het totaalbudget een beetje naar beneden zou gaan, zou dat toch nog goed kunnen zijn voor Vlaanderen. Maar dat hangt dus af van de interne verdeling. Op dit ogenblik krijgt de gemiddelde boer in Vlaanderen meer steun per hectare omdat de kosten bij ons ook hoger zijn. De energiekost is hoger, de grondprijzen zijn hoger… Dat wordt gecompenseerd en dus wordt er extra steun gegeven. Maar als Europa zou beslissen tot externe convergentie, betekent dat dat de steun overal meer gelijkgeschakeld zal worden. Dat zou niet goed zijn voor onze boeren. Een derde zorg zijn de steeds strenger wordende eisen op het vlak van klimaat en omgeving. Die eisen zijn er. Maar als je natuurlijk minder budget hebt, minder steun per hectare, en hogere eisen, dan dreig je drie keer te verliezen.
Het regeerakkoord is zeer duidelijk, collega’s. Ik wil er jullie toch even uit voorlezen. Wij hebben bij de vorming van de Vlaamse Regering afgesproken dat de herverdeling van de budgetten van de Europese meerjarenbegroting er niet toe mag leiden dat de Vlaamse enveloppe voor cohesie of voor landbouw zou dalen. Dat is het standpunt van de Vlaamse Regering. Dat hebben we uiteraard ook overgemaakt aan premier Wilmès, die dezer dagen zal onderhandelen. Wij zullen alles doen wat wij kunnen om die drie moeilijkheden, die voor ons liggen, trouw aan ons regeerakkoord, te verdedigen. We willen niet dat onze boeren in de kou staan. (Applaus bij CD&V)
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Dank u wel, minister. Ik ben me ervan bewust dat u aan de kant van de landbouwers, aan de kant van de boeren staat. Dat is trouwens in de hele commissie Landbouw zo. Maar de vrees bestaat natuurlijk dat een land als België of Vlaanderen er op zijn eentje niet in zal slagen om te eisen dat het landbouwbudget voor Vlaanderen inderdaad gelijk blijft.
U hebt gelijk, natuurlijk. U wijst zelf op de problemen die er zijn. Er wordt een waanzinnige nieuwe Green Deal opgestart, die 1000 miljard euro kost. Er wordt van alles en nog wat geëist van de boeren de afgelopen jaren. Ze moeten steeds meer voldoen aan steeds meer klimaat- en andere waanzinnige maatschappelijke eisen. Vandaar natuurlijk dat het budget daalt. Wij zijn daar absoluut geen voorstander van. Ik wil er ook op wijzen – ik heb dat in de commissie al gedaan – dat heel wat Europees landbouwbudget zomaar in het niets verdwijnt. Niemand heeft daar nog controle op. Dat budget komt eigenlijk niet terecht bij de mensen bij wie het zou moeten terechtkomen.
Vandaar mijn bijkomende vraag: op welke manier kunnen wij ervoor zorgen dat het Europees landbouwbudget, het landbouwbudget in het algemeen, terechtkomt bij de landbouwers bij wie het moet terechtkomen?
De voorzitter
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Sofie Joosen (N-VA)
Ik denk dat er weinig domeinen zijn waarop Europa zo’n grote invloed heeft als op onze Vlaamse landbouw. Heel wat van de centen komen van Europa. Maar, naast de discussie over hoe groot dat potje centen precies nog moet zijn, denk ik dat het net zo belangrijk is om die centen in te zetten voor de juiste dingen. Vlaanderen draagt veel meer bij dan het ervoor terugkrijgt, 700 miljoen euro per jaar ondertussen. Maar tegelijkertijd worden wij bestookt met berichtgevingen over misbruiken en corruptie met die Europese middelen. Dat krijg je gewoon niet uitgelegd. We moeten fraude op alle mogelijke manieren bestrijden. Subsidies moeten terechtkomen bij zij die er echt recht op hebben. (Applaus bij de N-VA)
De voorzitter
De heer Dochy heeft het woord.
Bart Dochy (CD&V)
Minister, collega’s, wij delen natuurlijk heel duidelijk de bezorgdheid omtrent het budget. Ik hoor in onze landbouwcommissie ook dat er eensgezindheid is om te pleiten voor voldoende middelen om het gemeenschappelijk landbouwbeleid in de toekomst ook voor onze Vlaamse landbouwers te financieren. Maar belangrijk is daarbij natuurlijk ook de groene architectuur, die op ons afkomt, waar Vlaanderen in de implementatie ervan toch ook wel het een en ander kan bepalen.
Vandaar mijn vraag om ervoor te zorgen dat die groene architectuur zo wordt geconcipieerd dat ze degenen die inspanningen doen, terecht vergoedt, en in tweede instantie dat de middelen van het GLB terechtkomen bij de echt actieve landbouwers. Minister, hoe ziet u de definitie van de actieve landbouwer evolueren? Is er een mogelijkheid om degenen die echt beroepsmatig bezig zijn, de steun te geven die zij verdienen?
De voorzitter
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Steven Coenegrachts (Open Vld)
Minister, we hebben inderdaad kamerbreed dezelfde bezorgdheid. We moeten aandacht hebben voor een eerlijk inkomen voor landbouwers en we moeten het gelijk speelveld binnen Europa bewaken en erover waken dat de externe congruentie geen oneerlijke concurrentie wordt. Maar, minister, het GLB is niet alleen budget. Ik sluit me een beetje aan bij collega Dochy: het gaat ook over de definitie van wat een echte landbouwer is, om te zorgen dat het geld terechtkomt bij de landbouwer op het terrein. Alleen moeten we ervoor zorgen dat we daarmee de toegang tot het beroep niet moeilijker maken. We weten dat het voor instappers vaak financieel uitdagend is om grond en materiaal aan te kopen en dat men vaak de tussenstap van een halftijdse activiteit gebruikt of zelfs vanuit een hobby vertrekt. Ik geef u daarom deze bezorgdheid mee dat we met die definitie van echte landbouwer ook de instappers in het beroep blijven motiveren.
De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (sp·a)
Minister, uiteraard kan niemand tegen een eerlijk inkomen voor de landbouwers zijn, ik zou zelfs zeggen voor een eerlijk inkomen voor elke Vlaming, of het nu over een landbouwer of een ander beroepscategorie gaat. Ik wil toch benadrukken dat er een duidelijk onderscheid is en wat ons betreft geen verband tussen enerzijds het nieuwe landbouwprogramma van Europa en anderzijds klimaatmaatregelen. Het ene heeft niets met het andere te maken. Ik denk dat we moeten zorgen dat we via de steun aan de landbouw moeten zorgen dat dat eerlijk inkomen er is, maar ook dat de klimaatmaatregelen die nodig zijn, zeker en vast worden genomen. Uw antwoord, minister, was perfect. U gaf drie redenen aan. Maar als ik sommige collega's – om de vraagsteller niet te noemen – de woorden ‘klimaat’ en ‘waanzinnig’ in één zin hoor uitspreken, dan denk ik dat we verkeerd bezig zijn. Er moet geen tegenstelling zijn tussen enerzijds landbouw en een eerlijk inkomen en anderzijds de maatregelen die nodig zijn voor het klimaat.
Minister Hilde Crevits
Collega's, om met het klimaat te starten: de beste maatregel die je voor het klimaat kunt nemen, is ervoor zorgen dat je een sterke landbouw dichtbij hebt. Als je in je omkadering zorgt dat dat niet meer bestaat, dan worden wij in Vlaanderen totaal afhankelijk van het buitenland. Ik zal dat nooit toelaten. Sowieso hoeft daar geen tegenstelling in te zijn.
Collega Joosen, misbruik en boeren die steun krijgen van Europa zou ik niet te snel aan elkaar koppelen. U hebt dat ook niet gedaan. Wat ik wel van belang vind, zoals twee andere collega's ook hebben gezegd, is dat de actieve boeren die steun krijgen. Daar zitten we in een interessante discussie met Europa. We hebben een akkoord met onze landbouworganisaties over wat een actieve boer is. Een pensioenboer hoort daar niet bij. De steun moet terechtkomen bij degenen die vandaag actief zijn in de landbouwsector. Als Europa ons toelaat om de definitie te handhaven die wij willen, dan kunnen we ervoor zorgen dat de steunmaatregelen, ook de directe steun die komt, echt terechtkomen bij degenen die het nodig hebben. Daar wil ik vanuit Vlaanderen absoluut over waken, maar we moeten de kans krijgen om de juiste definitie toe te passen. Collega's, ik deel jullie zorg dat ook hier de deur gepast open moet worden gezet zodat we daar het verschil kunnen maken.
Collega Dochy, wat de groene architectuur betreft, ga ik absoluut akkoord. We zien trouwens dat ook hier weer een tegenstelling wordt gezocht tussen landbouw en groene architectuur. Ik zie ontzettend veel landbouwers op het terrein die zelfs voor er een regel of een maatregel komt om bijvoorbeeld groenkanten of zo te maken, dat al doen omdat ze weten dat het zo belangrijk is voor de duurzaamheid van de grond dat je ook de randen goed gaat bewaken. Dus ook hier houden we de vinger aan de pols. Maar zonder centen kun je uiteraard niet steunen.
Collega's, de strijd van de komende weken gaat dus over voldoende budget, zorgen dat er geen externe convergentie komt maar dat de Vlaamse boer die hogere kosten heeft, meer steun kan krijgen en ervoor zorgen dat de klimaatmaatregelen die worden genomen, in overeenstemming zijn en haalbaar zijn voor de boerenstiel zodat het niet plots nagenoeg onmogelijk zou worden in Vlaanderen om nog te voorzien in datgene wat we allemaal nodig hebben: gezond voedsel voor elke Vlaming.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Minister, ik ben vooral blij met uw laatste uitspraak. Collega Vandenhove, ik weet niet of u de Europese Green New Deal al gelezen hebt, en welk waanzinnig budget daartegenover staat en wat de negatieve impact daarvan zal zijn op onze land- en tuinbouwsector. Wat immers op het spel staat hier, is de toekomst van onze land- en tuinbouwsector. Ik zou iedereen die mij gevolgd heeft in mijn vraagstelling willen oproepen om inderdaad front te vormen met onze landbouwers, met onze tuinbouwers, want front vormen betekent niet alleen, zoals in jullie context, oorlogstaal, maar betekent dat we aan hetzelfde zeel trekken en dat we ervoor zorgen dat het Europees landbouwbudget voor Vlaanderen voor de Vlaamse land- en tuinbouwsector niet vermindert. Geen toekomst zonder wortels, en zoals de minister zegt, geen voedsel zonder landbouwers. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De voorzitter
De actuele vraag is afgehandeld.