|
28 feb 2020 |
08:26 |
|
Geef ggo’s eindelijk een kans
Jonge wetenschappers hekelen de archaïsche wetgeving in Europa rond ggo’s. Waarom de landbouw, en dus ook de Europeanen, al die voordelen ontzeggen?
|
Throwback naar Gent, mei 1983: in het lab van professoren Marc Van Montagu en Jeff Schell wordt ontdekt dat een bacterie, Agrobacterium, op natuurlijke wijze genetische informatie kan binnenbrengen in planten. De onderzoekers slagen erin dit mechanisme te gebruiken om een nieuw stuk DNA succesvol binnen te brengen in een gewas. De ontdekking is wereldnieuws en zal van Vlaanderen de bakermat van de plantenbiotechnologie maken. De geboorte van genetische gemodificeerde gewassen (ggo’s) is een feit. In de daaropvolgende jaren zullen steeds meer ggo’s worden ontwikkeld, waaronder de befaamde Gouden Rijst, een rijstvariant met een verhoogd gehalte vitamine A. In 2015 ziet de Arctic Apple het levenslicht, een appel die niet bruin wordt na het schillen en voedselverspilling kan tegengaan.
Vandaag is wereldwijd bijna de kaap van 200 miljoen hectare ggo-gewassen bereikt, dat is meer dan vijf keer de oppervlakte van Duitsland. Ggo’s blijken een schot in de roos, behalve in Europa. In Europa zijn dergelijke vormen van innovatieve landbouw namelijk onmogelijk gemaakt, het resultaat van politieke blokkering. Wij, jonge wetenschappers aan alle Vlaamse universiteiten (UGent, KU Leuven, UHasselt, VUB, UAntwerpen), willen dat deze achterhaalde Europese houding wordt herbekeken.
Nieuwe ggo’s in de Europese Unie introduceren is de facto onmogelijk. De complexe wetgeving, maar vooral de Europese politieke onwil blokkeert dit. Desondanks importeert de EU jaarlijks tonnen ggo-soja uit landen zoals de Verenigde Staten en Canada. Daar is ggo-teelt wel toegelaten. Is het huidige ggo-beleid dan niet zeer tegenstrijdig?
Nochtans heeft het agentschap dat waakt over de Europese voedselveiligheid (EFSA) al positief advies gegeven over meerdere ggo’s. Maar al die adviezen werden genegeerd, op die van twee gewassen na: een industriële aardappel en een maisvariant. Zo wordt er sinds 1998 ggo-mais gekweekt in Spanje. Die is bestand tegen insectenvraat, waardoor het pesticidegebruik kan dalen, wat duidelijk positief is voor het milieu en de volksgezondheid.
Om het hoofd te bieden aan uitdagingen zoals extreme weersomstandigheden, erkent de EU de nood aan nieuwe, betere gewassen. Om een nieuw gewas te ontwikkelen, moeten er aanpassingen worden gedaan in het DNA van een bestaand gewas. Ggo-technologie is daarvoor dus niet toegelaten, maar planten blootstellen aan radioactieve bestraling mag wel in Europa. Zulke bestraling schiet als een miniatuurkanon op het DNA van de plant.
Zo werd in 1959 de roze pompelmoes, een uitermate gezonde vrucht, verkregen door radioactieve bestraling van een weinig bekende rode variant. Het grote nadeel van deze methode is echter dat ze als bijwerking veel onvoorziene veranderingen in het DNA veroorzaakt. Daardoor hebben veel van die bestraalde gewassen behalve nieuwe positieve kenmerken vaak ook ongewenste kenmerken zoals oogstvermindering of een verminderde voedingswaarde. Een nieuwe biotechnologische techniek bracht hier onlangs wel verbetering in.
In 2013 werd de revolutionaire crispr/Cas-methode voor het eerst toegepast in een gewas. De methode werkt als een DNA-schaar: ze laat toe op een veilige manier specifieke aanpassingen te doen in het DNA van planten met een ongeziene precisie. Daardoor kan men gerichter dan ooit nieuwe gewassen ontwikkelen. Dit zonder onvoorziene negatieve effecten zoals oogstvermindering, die radioactieve bestraling wel parten speelt. Tot onze verbazing besliste het Europees Hof van Justitie in 2018 echter dat ook deze gewassen onder een zeer strenge regelgeving vallen en in de praktijk verboden zijn in Europa. Het is het gevolg van de complexe, onwetenschappelijke Europese besluitvorming rond genetische modificatie. Voor ons is het nochtans duidelijk, zowel de crispr-methode als de traditionele methoden bieden voordelen voor de landbouw.
Ondanks de Europese tegenwerking behoort Vlaanderen nog steeds bij de wereldleiders op het vlak van plantenbiotechnologie. Binnen onze universiteiten zijn er meerdere gerenommeerde onderzoeksgroepen waar onder meer wordt onderzocht hoe rijst een verhoogde voedingswaarde kan krijgen om een oplossing te bieden tegen bloedarmoede in ontwikkelingslanden. Of hoe ggo-populieren in de toekomst kunnen dienen als grondstof van de farmaceutische industrie, waar nu nog fossiele brandstoffen worden gebruikt.
Ondanks onze bezorgdheid over het Europese beleid blijven wij geloven in dit Vlaamse potentieel. Wij roepen de beleidsmakers op om deze archaïsche ggo-wetgeving aan te passen, zeker nu de uitdagingen van de 21ste eeuw zich duidelijker aftekenen dan ooit. Wetenschappelijke vooruitgang moet onze gezamenlijke toekomst zijn, niet ons verleden.
|
|
|
|