Je bent recent aangesteld als afdelingshoofd van de Mestbank. Hoe heb je het voorbije jaar als waarnemend afdelingshoofd van de Mestbank ervaren?
Het was een erg intens jaar met 2 mestactieplannen en 3 verschillende ministers bevoegd voor het mestbeleid. Veel tijd voor een rustige aanloop was er niet. Onmiddellijk al in januari werd het Mestrapport voorgesteld aan de Commissie Leefmilieu. Een rapport dat wees op een achteruitgang van de waterkwaliteit. Dan was er de moeizame overgang van MAP 5 naar MAP 6. Zodra het nieuwe MAP werd goedgekeurd, hebben we alle zeilen bijgezet om de land- en tuinbouwers en alle andere belanghebbenden zo goed mogelijk te informeren. Ik kon hierbij rekenen op een groep van deskundige en gemotiveerde medewerkers, onder omstandigheden die niet altijd makkelijk waren.
Hoe zie je de rol van de Mestbank?
Voordat ik die vraag beantwoord, wil ik mijn voorgangster Ria Gielis hartelijk bedanken voor de voorbije jaren waarin ze de Mestbank geleid heeft. Ze heeft met MAP 5 de gebiedsgerichte aanpak ingang doen vinden en het instrument van de bedrijfsdoorlichtingen geïntroduceerd. Het zijn grote schoenen om te vullen, maar ik begin er met veel goesting aan.
Centraal in de werking van de Mestbank staat het werken aan een verbetering van de waterkwaliteit door de nutriëntenverliezen uit de land- en tuinbouw verder te doen dalen. Alles wat de Mestbank onderneemt moet daartoe bijdragen. Het Mestdecreet vormt hierbij het instrument bij uitstek.
De activiteiten van de Mestbank moeten erop gericht zijn om de land- en tuinbouwers, de mestverwerkers, de erkende mestvoerders en de andere belanghebbenden te stimuleren om zich in lijn te stellen met de mestwetgeving. Hiervoor zijn tal van instrumenten in te zetten. Van informeren, sensibiliseren, individuele bedrijfsbegeleiding en het ter beschikking stellen van tools en data, over het doorlichten van bedrijven en uitvoeren van controles, tot het opleggen van sancties.
De kern ligt voor mij op 2 pijlers: het informeren enerzijds en het controleren anderzijds. Ook de begeleiding van landbouwers naar een oordeelkundig mestbeheer en correcte bemesting is een maatregel die kan bijdragen tot een betere waterkwaliteit. Het is wel aangewezen dat een andere partij dan de Mestbank de landbouwers begeleidt, om de scheiding van functies te respecteren.
Beschikt de dienst handhaving over voldoende slagkracht?
Toezicht uitoefenen op de naleving van het Mestdecreet en optreden wanneer het nodig is, is een kerntaak van de Mestbank. Dat is wat van ons verwacht wordt en dat zullen we ook doen. Ik wil hier graag mijn appreciatie en dank uitspreken voor al diegenen die inspanningen leveren om de wetgeving toe te passen, onder moeilijke omstandigheden. De resultaten van al die inspanningen dreigen echter teniet gedaan te worden door praktijken van zij die het minder goed menen. Daarom is het zo belangrijk om voldoende controles op te zetten en te sanctioneren bij wie en waar het nodig is.
We zetten de beschikbare middelen zo gericht mogelijk in. Handhaving is een belangrijk instrument om de regelgeving te laten naleven. We stellen vast dat de betrokkenen hun gedrag aanpassen na controles. We zetten de beschikbare capaciteit in die gebieden in, waar de risico’s op een impact op de waterkwaliteit het grootst zijn. Hiervoor zijn een aantal criteria gedefinieerd, zoals het aantal percelen in gebiedstype 3 waar de waterkwaliteit het slechtst is, de teelt van gewassen en het gebruik van meststoffen met een hoog risico op uitspoeling.
Verder zijn we voortdurend op zoek naar innovatieve technieken, waardoor we met de beperkte capaciteit zoveel mogelijk slagkracht kunnen realiseren. Denk hierbij aan het gebruik van satellietbeelden die steeds nauwkeuriger worden of de samenwerking met andere overheden.
Het voorkomen van inbreuken met een grote milieu-impact is onze eerste zorg. Zo is de naleving van de afstandsregels tot de waterlopen een prioriteit. Het is een duidelijke, uitvoerbare maatregel met een grote impact op de waterkwaliteit. Een ander aandachtspunt is het opsporen en een einde stellen aan fraudenetwerken. Het gaat hier om het bewust naast zich neerleggen van de wetgeving met de bedoeling om hier economisch voordeel uit te halen. Zulke praktijken brengen een hele sector in diskrediet en zullen we niet tolereren.
Welke MAP 6-maatregelen zijn volgens jou cruciaal om de waterkwaliteit te verbeteren?
Het nieuwe MAP heeft een aantal sterke punten. Zo wordt de gebiedsgerichte werking die al in MAP 5 werd verkend, verder versterkt. Hoe groter de afstand tot de te bereiken waterkwaliteit, hoe ingrijpender de maatregelen die worden ingezet. Hierbij is geopteerd voor maatregelen waarbij de milieuwinst het grootst is, zoals de inzaai van vanggewassen en het verlagen van de bemestingsnormen.
Er is in 2019 heel wat te doen geweest over de vanggewasverplichting. Hoewel het hier gaat om een end-of-pipe-maatregel, kan het een goed instrument zijn om de na de oogst in de bodem achtergebleven nutriënten op te nemen. Belangrijk hierbij is wel dat de vanggewassen voldoende tijd hebben om hun job te doen. Een vroege inzaai is hierbij cruciaal. Dat aandachtspunt nemen we mee bij de evaluatie van het mestbeleid later dit jaar.
Ook nieuw is dat het kunstmestgebruik in het vizier komt. Of de nutriënten nu afkomstig zijn van dierlijke mest of van kunstmest, het gaat erom dat de meststoffen oordeelkundig worden aangebracht.
De bepaling van het nitraatresidu in de bodem na de oogst blijft een belangrijk instrument. The proof of the pudding is in the eating: hoe oordeelkundig bemest werd, zien we aan de hoeveelheid nitraat die in het najaar in de bodem achterblijft. Nutriënten die achterblijven, spoelen uit in de winter en belasten zowel het oppervlakte- als het grondwater. Wie aan de hand van een bedrijfsevaluatie kan aantonen dat de hoeveelheid achtergebleven nitraat laag is, is trouwens vrijgesteld van de verscherpte maatregelen in de gebiedstypes met een slechte waterkwaliteit.
Ook het systeem van equivalente maatregelen heeft potentieel heel wat in zijn mars. Het biedt de mogelijkheid om innovatieve technieken die de uitspoeling van nutriënten beperken, ingang te doen vinden. Ik hoop dat dit systeem op termijn hier in zal slagen.
Kijk eens in je glazen bol. Komt het nog goed met de waterkwaliteit?
Dat moet. De voorbije jaren zijn er door de land- en tuinbouwers al heel wat inspanningen gebeurd waardoor op ongeveer 40% van het landbouwareaal de gewenste waterkwaliteit bereikt is of waar nog een kleine inspanning volstaat. Maar het laaghangende fruit is geplukt. Er zijn dus nog wel wat inspanningen nodig.
De voorziene evaluatie van het mestbeleid later dit jaar biedt mogelijkheden om te sleutelen aan het Mestdecreet. In mijn glazen wensbol leidt dat tot een eenvoudig, duidelijk en handhaafbaar MAP. We hoeven hierbij niet bang te zijn om de koe bij de horens te vatten en maatregelen en instrumenten waarvan de bijdrage tot een verbetering van de waterkwaliteit onvoldoende blijkt grondig bij te sturen of te schrappen.
De Mestbank verbindt zich ertoe om de landbouwers te informeren en te ondersteunen om tot een oordeelkundige bemesting te komen. We zien toe op de naleving van de wetgeving en zullen sanctioneren waar het nodig is.
Ik hecht veel belang aan de betrokkenheid van de belanghebbenden. Door de aanwezige kennis draagt de landbouwsector een deel van de oplossing in zich. Daarnaast is betrokkenheid van belang met het oog op het vergroten van het draagvlak voor het beleid. Als de Mestbank, de landbouworganisaties en al de andere betrokkenen hun verantwoordelijkheid opnemen en de krachten bundelen om te werken aan een betere waterkwaliteit is er heel wat mogelijk.
In 2021 bestaat het Mestdecreet 30 jaar. Ik kan me geen mooier verjaardagsgeschenk indenken dan een goed mestrapport.