Op woensdag kwam de landbouwcommissie van het Europees Parlement bij elkaar. Daar liet landbouwcommissaris Wojciechowski verstaan dat er geen extra geld komt voor landbouw om de economische gevolgen van de coronacrisis aan te pakken. Hij wil dat de lidstaten ongebruikt geld uit de tweede pijler, bedoeld voor plattelandsontwikkeling, gebruiken om de land- en tuinbouw te ondersteunen. Volgens de commissaris is op deze manier zeker zes miljard euro beschikbaar voor de getroffen boeren.
Hij benadrukte dat de Europese landbouwbegroting is uitgeput. “De beschikbare fondsen zijn op. Er is ook geen geld voor interventiemaatregelen of private opslag. Het huidige landbouwbeleid is niet uitgerust om een crisis als deze op te vangen”, aldus Wojciechowski. Hij stelde wel dat de mogelijkheden voor overheidssteun aan de sierteeltsector of andere getroffen sectoren zijn verruimd.
Om de cash flow op landbouwbedrijven te verhogen, heeft de Commissie wel toegestemd met hogere voorschotten van de inkomenssteun die al vanaf midden oktober kunnen uitbetaald worden. Het gaat om percentages tussen 50 en 70 procent voor directe steun en tussen 75 tot 85 procent voor steun voor plattelandsontwikkeling. Een bijkomende flexibiliteit die wordt voorzien, is dat lidstaten de landbouwers al kunnen uitbetalen vooraleer alle controles op landbouwbedrijven zijn afgelopen. Bovendien wordt het aantal fysieke controlebezoeken beperkt in het licht van de coronamaatregelen.
De Europees landbouwcommissaris zegt dat de Europese landbouwbegroting is uitgeput en dat er geen extra geld beschikbaar is voor bij voorbeeld particuliere opslag of interventie. Extra geld zal op andere plekken moeten worden vrijgemaakt, waarbij hij wijst naar de onderhandelingen die op het niveau van de regeringsleiders wordt gevoerd over de Europese begroting voor de komen zeven jaar (meerjarig financieel kader).
Wojciechowski zegt dat de coronacrisis laat zien dat de land- en tuinbouw weerbaarder moet worden. “Denk aan het transport van de ene kant van Europa naar de andere kant van landbouw- en voedselproducten. We moeten ons afvragen hoe we de afstand van boer tot bord kunnen verkorten. En we zien ook problemen bij gespecialiseerde landbouwsectoren. Zij zijn erg afhankelijk van specifieke markten. De economie bevordert de specialisatie, maar we moeten nadenken hoe we de variëteit versterken, waardoor boeren weerbaarder zijn tegen de crisis.”