Eerder zei Eurocommissaris Janusz Wojciechowski dat er geen ruimte is voor extra geld. Het Europees Parlement, de lobby van een aantal lidstaten waaronder Frankrijk en Duitsland en druk vanuit de landbouw hebben nu het tij gekeerd. Het pakket moet nog door de Europese raad van landbouwministers worden goedgekeurd, maar het lijkt een formaliteit. Vanuit de raad werd al voor steun gepleit door een hele serie lidstaten.
De EC ziet ook dat overproductie dreigt, nu de horeca langdurig gesloten is en verwerkers door het coronavirus niet of niet volledig kunnen draaien. De Commissie geeft nu toestemming aan sectororganisaties in de melkveehouderij om bepaalde productiebeperkende afspraken te maken. Daarnaast staat de EC een opkoopregeling toe waarbij aardappelen en bloemen uit de markt worden genomen. Ook wordt private opslag mogelijk. De private opslag moet voor minimaal 2 tot 3 maanden en maximaal 5 tot 6 maanden zijn.
Wat betreft marktondersteunende programma’s voor de fruit- en groententeelt, wijnproductie, imkerij en olijfolieproductie belooft Wojciechowski dat de Commissie flexibiliteit zal tonen. Datzelfde geldt voor het EU-schoolprogramma waarbij melk, fruit en groenten worden verstrekt. De concrete invulling dienen we nog af te wachten.
EC: “de gevolgen van de coronacrisis laten zich toenemend voelen in de agri- en foodsector en daarom hebben we besloten snel tot actie te komen.” Hij wijst erop dat al eerder maatregelen zijn genomen, zoals minder controledruk bij het verstrekken van de directe betalingen en het verhogen van het plafond aan steun dat lidstaten aan boeren mogen verstrekken.
Reactie sector en syndicaten
De landbouworganisaties dringen aan op een spoedige implementatie van deze maatregelen. Het is onaanvaardbaar dat andere zwaar getroffen sectoren over het hoofd worden gezien. Het ABS noemt de maatregelen een stap in de goede richting, maar blijft voorzichtig.
“De bedoeling van de maatregelen is om de markten te stabiliseren”, zegt Europees Landbouwcommissaris Janusz Wojciechowski hierover. “Ik heb er alle vertrouwen in dat deze maatregelen de markten zullen verlichten en snel concrete resultaten zullen opleveren.” De maatregelen moeten eerst nog voorgelegd worden aan de lidstaten waardoor ze nog kunnen wijzigen, maar de Commissie hoopt tegen eind april de knoop door te hakken.
De steun voor de sierteelt- en aardappelsector die zeer sterk en acuut getroffen zijn ontbreekt: er is meer nodig om cashflow te genereren op korte termijn en de liquiditeitspositie van deze bedrijven te versterken.
De Europese maatregelen hebben geen of weinig aandacht voor de liquiditeitsproblemen van de bedrijven. De EC kan de verantwoordelijkheid hiervoor niet louter op de lidstaten of sectoren afschuiven. Er zijn hiervoor extra Europese budgetten nodig en Europa moet mee zijn verantwoordelijkheid nemen als behoeder van de ééngemaakte markt en beheerder van het landbouwbeleid.
Voor ABS-voorzitter Hendrik Vandamme is de meest opvallende maatregel de aanpassing van artikel 222. “Hierdoor wordt het mogelijk om binnen de sectoren zelf afspraken te maken over productievolumes, lees productiebeperkingen, om extreme marktoverschotten te vermijden. De mogelijkheid wordt geboden om producten van de markt te halen, wat uiteindelijk de druk van de ketel moet kunnen halen en prijscorrigerend moet werken. Hoeveel financiële middelen daar tegenover gezet zullen of kunnen worden, is op dit moment nog niet duidelijk. Voor de vrije aardappelen wordt op dit moment overlegd tussen telers, afnemers en overheid om te zien wat haalbaar én werkbaar is. Voor de contractteelt moeten in eerste instantie de afnemers hun verantwoordelijkheid nemen. Of er een regeling komt naar Nederlands voorbeeld is nog niet duidelijk en het Nederlands model zomaar overnemen lijkt ons ook niet aangewezen.”
De grootschaligheid van de impact en malaise binnen de land- en tuinbouwsector rechtvaardigt de dringende inzet van andere, bijkomende middelen. De tijd dringt en meer actie is nodig. Vooral voor de vergeten sectoren van de sierteelt en de aardappelen is nu perspectief nodig. Als nu getalmd wordt, is het 'té weinig en té laat!
Post Corona
Markten zullen zich in het post-coronatijdperk slechts traag herstellen. De opgebouwde voorraden zullen immers vrijkomen. Bovendien zullen, als gevolg van de wereldwijde recessie en protectionisme, handel en export slechts traag opnieuw op gang komen. Er komt een lange periode van prijsdruk en een lang na-effect.
Omdat voor sommige deelsectoren de liquiditeitsproblemen zich pas later zullen stellen, zal de sector ook na afloop van de crisis nood hebben aan overheidssteun.
De relance zal voor onze land- en tuinbouw langer uitblijven dan voor anderen en omdat we eerst nog door een post-coronadal moeten. De relance zal dan wel ‘groen’ moeten zijn, maar ook meer dan dat. Een bredere ‘Green Deal’, ook voor de landbouwsector, moet hier mee het verschil in maken. De verschillende deelsectoren zullen hun prioriteiten, die ze 2 jaar geleden hebben vastgelegd, ook onder de loep moeten nemen en mogelijks aanpassen. De realiteit zal immers niet meer dezelfde zijn als een paar jaar terug.