20% minder verharding
De Waterbeleidsnota beschrijft de principes die de voltallige Vlaamse regering de komende jaren hanteert als het gaat om waterbeleid en -beheer. Zowel het indijken van de overstromingsrisico’s, als een daadkrachtige aanpak van het tekort aan water wordt een prioriteit. De nota bevat onder andere de ambitie om de verhardingsgraad in de bestemmingen landbouw, natuur en bos sterk terug te dringen, met minstens 20 procent tegen 2050. Daarnaast moeten lokale besturen werk maken van een hemelwaterplan op te maken waarin ze ook hun bijdrage leveren aan meer waterbuffering, meer ontharding en het bestrijden van droogte.
Versterkt droogteplan
De nota bevat onder meer een versterkt droogteplan, met meer acties op het terrein. “Zo zullen we in probleemgebieden waar de droogteproblematiek zeer groot is veel concretere acties op poten zetten. In de zandige Kempen wil ik samen met de waterbeheerders, de landbouworganisaties en de natuurverenigingen kleine stuwen plaatsen in kleine waterlopen en afwateringsgrachten. Op die manier houden we het water langer vast zodat het beter kan infiltreren én zorgen we ervoor dat er meer water beschikbaar blijft voor onze landbouwers én de natuurgebieden. Ook wil ik meer water bufferen in onze bossen door bijvoorbeeld overbodige afwateringsgrachten te dempen. Daardoor vullen we het grondwater aan én zorgen we ervoor dat de bossen minder snel verdrogen en het brandgevaar verlaagt. De praktische uitrol daarvan is in volle voorbereiding.”
Veel werk op de plank
Vlaanderen is te laat in gang geschoten als het gaat over de aanpak van droogte, meent minister Demir. “We moeten durven zeggen dat de politiek hier lang van heeft weggekeken. Er waren amper partijen die dat als prioriteit in hun programma opnamen en het was wachten tot 2019 voor een écht droogteplan. Dat is 11 jaar na de aanbeveling van het Europees Milieuagentschap om er werk van te maken. Dat er nog bijzonder veel werk op de plank ligt, hoeft niet te verwonderen.”
Kwaliteit van het water
Een tweede belangrijke strategische doelstelling is kwaliteit. Niet alleen de kwaliteit van het grondwater en de waterlopen speelt daarbij een rol, Vlaanderen bekijkt ook de volledige waterketen. De snelheid van de uitvoering van gemeentelijke saneringsprojecten vormt voor minister Demir een belangrijk aandachtspunt, net als handhaving en de beperking van de impact van de lozing van bedrijfsafvalwater op het watersysteem. “Ook al merken we op het terrein dat de waterkwaliteit sterk verbeterd is, tegelijk stellen we vast dat de toestand van het oppervlaktewater en het grondwater nog steeds niet goed is. Toch haalt na de twee vorige waterbeleidsnota’s geen enkel oppervlaktewaterlichaam de Europese kwaliteitsnorm. De lat ligt dan ook hoog. Dat is extra pijnlijk omdat we als maatschappij de voorbije jaren twee miljard uitgaven aan waterbeleid”, stelt Demir.
Van visie naar praktijk
Zaken op papier zetten is één ding, ze realiseren is een ander verhaal. De visie in de praktijk omzetten is de derde prioritaire doelstelling. Innovatie en samenwerking zullen belangrijk zijn. Daarbij betrekt Demir andere beleidsdomeinen en pleit ze voor een betere afstemming van het mestbeleid, het erosiebeleid en het landbouwbeleid op de waterkwaliteit. “Maar koken kost geld. De komende jaren zullen we vooral moeten focussen op het voorzien van een meer sluitende financiering zonder de betaalbaarheid voor de burger in het gedrang te brengen.” Zo zullen de financieringssystemen voor rioleringen geëvalueerd worden en wil minister Demir het principe van de “vervuiler betaalt” ook toepassen als het gaat over bemesten.
De kraan in handen
Demir roept alle betrokken partijen op om de doelstellingen mee in de praktijk te brengen. “Dit is een visiedocument, maar visie is niet genoeg. Het komt neer op realiseren en dat is een gedeelde verantwoordelijkheid. Alle overheden, alle bedrijven, alle landbouwers, iedereen die water gebruikt heeft de sleutel, of zeg maar de kraan, mee in handen. Laten we dus samen een versnelling hoger schakelen”, besluit Zuhal Demir.