De voorzitter
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Steven Coenegrachts (Open Vld)
Minister, ik wil u een vraag om uitleg stellen over de Europese maatregelen die de Europese Commissie heeft aangekondigd. De Europese Commissie heeft het licht op groen gezet om Europese lidstaten de mogelijkheid te bieden hun landbouwers dit jaar eenmalig tot 5000 euro uit het EU-fonds voor plattelandsontwikkeling te geven om eventuele verliezen als gevolg van de coronacrisis te compenseren.
Voor kleine en middelgrote voedselverwerkende bedrijven gaat het om een bedrag tot 50.000 euro. Het gaat echter niet om nieuwe bijkomende middelen, maar wel om een deel van het eerder toegewezen bedrag aan de lidstaten vanuit het EU-Landbouwfonds. Ik heb begrepen dat dat in het geval van Vlaanderen om zowat 20 miljoen euro zou gaan die dan vanuit de tweede pijler naar de eerste pijler zou worden overgeheveld.
De maatregel komt natuurlijk bovenop de andere steunmaatregelen waarover we al spraken in deze commissie, en bovenop de algemene versoepeling van de regels rond staatssteun. Het parlement en de lidstaten moeten wel nog instemmen met die regeling.
Minister, hebt u enig zicht op wanneer er definitief groen licht wordt verwacht om de nieuwe maatregel te kunnen implementeren? Kunt u het exacte beschikbare budget aangeven? Hebt u al een zicht op parameters en concrete voorwaarden die aan dit budget worden gekoppeld en op basis waarvan het zal worden verdeeld? Zult u kiezen om zeer gerichte steun te geven aan sectoren of ziet u dit veeleer als een algemene maatregel? Hoeveel landbouwers en voedselverwerkende bedrijven zullen naar verwachting kunnen genieten van de maatregel? Wat is de stand van zaken over de uitvoering van andere en eerder aangekondigde Europese steunmaatregelen?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega Coenegrachts, het voorstel van de Europese Commissie om zogenaamde lumpsums, vaste bedragen dus, te betalen aan onze landbouwers en kmo’s vanuit de plattelandsprogramma’s betreft een wijziging van de plattelandsverordening. De commissie heeft het voorstel van wijziging op 30 april op tafel gelegd. Dit voorstel doorloopt nu de normale wetgevende procedure: zowel de Raad van Ministers als het Europees Parlement moeten hun positie nog bepalen. Vervolgens moeten de drie EU-instellingen tot een akkoord komen.
Alle spelers willen wel heel snel tot een akkoord komen. Het opzet is om binnen enkele weken zover te zijn, zodat de lidstaten die dit wensen, deze extra ondersteuning heel snel kunnen inzetten.
Het toegelaten Europese budget is geplafonneerd op 1 procent van het totale budget aan Europese middelen in het Vlaamse plattelandsprogramma. Voor Vlaanderen betekent dit maximum 3,84 miljoen euro aan Europese middelen.
Als we van deze maatregel gebruik maken, moet daarnaast nog in de nodige Vlaamse cofinanciering voorzien worden.
De verordening bepaalt een beperkt aantal voorwaarden. De steun kan gaan naar landbouwers of naar kmo’s die actief zijn in de verwerking, vermarkting of ontwikkeling van landbouwproducten. De lidstaten moeten de steun toekennen aan de meest getroffen sectoren. Dit moet gebeuren op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria. Landbouwers kunnen tot maximaal 5000 euro ontvangen, kmo’s actief in de verwerking, vermarkting of ontwikkeling van landbouwproducten tot maximaal 50.000 euro.
Uit de eerste bespreking van het voorstel op ambtelijk niveau vorige week, blijkt dat er heel wat lidstaten nog vragen hebben over het voorstel, het bedrag willen verhogen, het totaalbudget willen verhogen. Ik wacht nog even af om te beslissen of en hoe we deze maatregel zullen inzetten in Vlaanderen maar ik sta er zeker niet negatief tegenover.
We hebben de Europese steunmaatregelen hier al uitvoerig in deze commissie besproken. Ik geef u graag de laatste stand van zaken. Sinds 7 mei is het mogelijk om de particuliere opslag van een aantal landbouwproducten te ondersteunen. Het gaat om rundsvlees, schapen- en geitenvlees, mager melkpoeder, boter en kaas.
Op 12 mei waren voor de particuliere opslag van vlees en mager melkpoeder geen aanvragen ingediend. Voor de particuliere opslag van boter zijn zes aanvragen ingediend voor in totaal 1190 ton. Voor de particuliere opslag van kaas zijn vier aanvragen ingediend voor in totaal 873 ton. Hiermee is het contingent dat toegekend werd aan Vlaanderen bijna volledig opgebruikt. Het gaat dus snel.
Op 4 mei werden in het Europees publicatieblad de uitvoeringsverordeningen gepubliceerd waardoor binnen de sectoren aardappelen, sierteelt en zuivel tijdelijk afspraken kunnen worden gemaakt over onder meer de producten die uit de markt gehaald worden, de tijdelijke planning van de productie enzovoort. Dat zijn zaken die in normale omstandigheden niet toegelaten zijn.
Deze afspraken kunnen worden gemaakt tussen landbouwers onderling, tussen landbouworganisaties, erkende producentenorganisaties of erkende brancheorganisaties. Deze afspraken moeten worden gemeld aan het Departement Landbouw en Visserij dat nagaat of de gemaakte afspraken in overeenstemming zijn met de verordening. Zij hebben tot vandaag nog geen dossiers ontvangen.
De voorzitter
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Steven Coenegrachts (Open Vld)
Minister, ik dank u voor deze stand van zaken van de laatste steunmaatregelen. Het is belangrijk dat we dat samen in de gaten blijven houden en dat we onze landbouwsector steunen waar dat kan en mag van Europa. We kijken dan ook zeer welwillend naar dat voorstel van de Europese Commissie.
Over aardappelen hebben we het vorige week al gehad. We krijgen ook signalen van de varkenshouderij die door de combinatie corona en de stilgevallen export naar Azië door de Afrikaanse varkenspest, waar we het al een aantal keren over hebben gehad, extra hard wordt getroffen in vergelijking met haar Europese collega’s. Ook dat is nog een aandachtspunt.
Gerelateerd aan de steun heb ik het al een aantal keren gehad – en u weet dat ik weinig aanleiding nodig heb om erover te beginnen – over het Rampenfonds en de erkenning van de droogte als ramp. In de afwikkeling van dat dossier is het belangrijk dat we stappen vooruit zetten zodat er de komende dagen en weken duidelijkheid komt voor de sector en zij het perspectief krijgen dat ze nodig hebben en verdienen.
De voorzitter
De heer Steenwegen heeft het woord.
Chris Steenwegen (Groen)
Dank u voor het antwoord, minister. Als we middelen uit de tweede pijler halen en die naar de eerste pijler overbrengen, dan is natuurlijk de vraag welk effect dat op de tweede pijler zal hebben. Het is al zo dat Vlaanderen binnen Europa maximaal inzet op de eerste pijler. Wat is echter de impact op projecten of uitgaven die in de eerste pijler gepland staan indien de middelen daar niet meer voorhanden zijn? Ik denk dat de coronacrisis ook voor het platteland heel wat gevolgen heeft, en dan bedoel ik het ruimer dan de landbouwsector. Zijn daar geen noden waarvoor we die middelen nodig hebben? Dus welke impact heeft een verschuiving van de middelen op ons tweede pijler-programma?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Mijnheer Croenegrachts, vanmiddag tussen de actuele vragen in de plenaire vergadering door staat ook de Raad Landbouw en Visserij geprogrammeerd. Hier zullen we een tweede steunpakket vragen, onder meer voor de varkenssector. Ook voor die sector is de private opslag beschikbaar.
Minister Diependaele heeft gisteren in de commissie aangekondigd dat er budgetten voor de ramp van 2019 voorzien zijn. We moeten nu echter nog de procedure afhandelen. We moeten kijken voor welke teelten dat precies zal zijn. Ik hoop om heel binnenkort een dossier aan de Vlaamse Regering te kunnen voorleggen. Dat is een kwestie van weken en niet van maanden, dus u kunt in die zin op hoop leven.
Mijnheer Steenwegen, het is goed dat u die vraag stelt want daardoor kunnen we wat helderheid scheppen. De steunregeling van de lumpsum gaat over een verschuiving binnen de tweede pijler. We moeten heel goed bekijken hoe we dit opvangen, afhankelijk van welk budget we hiervoor inzetten. Dat zal heel zorgzaam gebeuren, maar het is wel goed dat de mogelijkheid geschapen wordt. Uiteraard houden we ook met uw zorg rekening, en we zullen ons niet als een olifant met grote laarzen in een porseleinwinkel gedragen. Al draagt een olifant natuurlijk nooit grote laarzen. Mijn excuses daarvoor. Mijn spreekwoorden zijn om 10 uur ’s morgens nog niet zo goed ontwikkeld.
De voorzitter
Wacht maar tot vanavond.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Steven Coenegrachts (Open Vld)
Ik leef deze dagen op niets anders dan hoop, dus dat komt wel goed. Ik merk ook dat u elke week opnieuw stappen vooruitzet. Dat is positief om te zien. Ik bedank u dus voor uw antwoord.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.