De voorzitter
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Sofie Joosen (N-VA)
Voorzitter, minister, collega's, in de Verenigde Staten leidt de coronacrisis tot dramatische neveneffecten in de varkenskwekerijen. Door personeelstekorten en vooral het plotsklaps wegvallen van afzetmarkten, zien varkenshouders zich gedwongen hun dieren om economische redenen te ruimen. De dieren zijn immers meer dan slachtrijp, nieuwe worpen biggen verhogen de plaatsdruk in de pennen en het beperkte personeelsbestand krijgt het niet meer gebolwerkt. In verscheidene staten werden al grote aantallen dieren geruimd en vervolgens begraven of verbrand.
In een eerdere vraag wees ik u op gelijkaardige problemen bij de Vlaamse pluimveesector, waarover ik concrete signalen ontving. Inzake de varkenssector trok het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) aan de alarmbel met berichten over uitpuilende kwekerijen in West-Vlaanderen. Zo dramatisch als in de Verenigde Staten lijkt het nog niet te zijn, maar de klok tikt.
Minister, hebt u een zicht op de situatie bij de Vlaamse varkensvleesproducenten? Welke effecten van de coronacrisis noteren zij? In hoeverre is er sprake van plaatsdruk? Hebt u weet van gebeurde of geplande ruimingen door personeelstekort of afzetproblemen? Geeft de Vlaamse overheid hierover richtlijnen of advies?
De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (sp·a)
Voorzitter, minister, collega's, ik wil me graag aansluiten bij de vraag van collega Joosen. Na het overschot aan aardappelen is er ook het overschot aan varkens in de Vlaamse landbouwsector, waarover we veel in de media lezen. Het heeft ook te maken met andere omstandigheden dan corona, want ook voordien was de export naar onder meer China een probleem door de vaststelling van de Afrikaanse varkenspest twee jaar geleden. Hierdoor heeft de sector een belangrijke afzetmarkt verloren. Ook de sluiting van de horeca zorgt voor problemen.
De sector vraagt aan de minister om het varkensvlees tijdelijk uit de markt te halen door het op te slaan.
Minister, hoe staat het daarmee? Hoe groot is het aandeel van de productie dat zou moeten worden opgeslagen? Tegen wanneer is dat eventueel mogelijk?
Het aandeel van de varkenssector in de export is vrij groot. We moeten de varkenssector ondersteunen – laat dat duidelijk zijn –, maar het is in de toekomst een onleefbare situatie wanneer men blijft produceren en de afname daalt. Dat is het spel van vraag en aanbod in het kapitalistisch systeem.
Minister, hoe kijkt u daartegen aan? Hebt u een zicht op de impact in de retail- en distributiesector? Gaat het ineenstorten van de prijs op de internationale markten een gevolg hebben? Hoe gaan we in de toekomst met zulke marktverstoringen om? De varkensproductie in Vlaanderen, en niet alleen in Vlaanderen, heeft toch ook een aantal negatieve aspecten voor het milieu en het klimaat. We moeten dus een afweging van de ‘kostprijs’ maken. Gaan we effectief bij de traditionele maatregelen blijven, zoals varkensvlees opslaan en de prijs kunstmatig in stand houden, of gaan we naar andere structurele maatregelen?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
De duidelijkste effecten van de crisis situeren zich voor de varkenssector op het vlak van de prijzen. De prijs van varkenskarkassen viel de voorbije weken sterk terug door de situatie op de internationale markt. Belgische bedrijven kunnen door de Afrikaanse varkenspest niet langer varkensvlees exporteren naar hun voorheen belangrijkste exportbestemming, namelijk China. Daardoor is de sector meer afhankelijk van afzet op de Europese markt. Andere lidstaten die normaal wel kunnen exporteren naar derde landen, ondervinden momenteel zelf ook logistieke en grensproblemen waardoor dat vlees ook op de interne EU-markt blijft.
Dit leidt ertoe dat slachthuizen en verwerkers hun producten minder vlot kunnen verkopen. Hierdoor verlagen ze hun wekelijkse aantallen slachtingen of gebeuren de slachtingen aan verlaagde prijs.
Aangezien de problematiek in de hele EU speelt, bepleit ik bij Europa zo veel mogelijk het goed functioneren van de Europese interne markt en vraag ik om de interventiemaatregel op het vlak van tijdelijke private opslag die beschikbaar is voor het varkensvlees te activeren. Dat zou de druk van de markt kunnen halen.
Mijnheer Vandenhove, u vraagt naar exportcijfers, maar die vraag is moeilijk te beantwoorden. Het afzetten van producten in bijvoorbeeld buurlanden kan je export of geen export noemen, want België behoort tot de EU-vrijhandelszone. We hebben dus eigenlijk een eengemaakte markt. Exportstatistieken naar derde landen, landen dus die niet tot de Europese vrijhandelszone behoren, moet men ook met de nodige omzichtigheid benaderen. Want enerzijds vertrekt er een product van België naar andere EU-landen, bijvoorbeeld Duitsland, om van daaruit verder naar Azië geëxporteerd te worden, maar anderzijds zijn we zelf ook een logistieke doorvoerschijf. Vanuit onze maritieme havens vertrekken er containerschepen met producten die niet alleen in Vlaanderen of België gemaakt zijn. Het is dus niet omdat iets in de Belgische exportstatistieken staat, dat het ook in België geproduceerd is.
Met die nuances in het achterhoofd kan ik u een aantal cijfers geven. We exporteerden vorig jaar 899.000 ton varkensvlees naar andere lidstaten en derde landen samen, en importeerden zelf 345.000 ton varkensvlees. Van wat we uitvoerden, ging 95 procent naar bestemmingen binnen de interne markt en 5 procent naar derde landen.
Mijn administratie is ook betrokken bij de exportcel Afrikaanse varkenspest van Buitenlandse Zaken, waar men tracht derde landen opnieuw toegankelijk te maken voor Belgische export. Aangezien er de voorbije maanden geen positieve staalnames meer gedaan werden, zijn we hopelijk op weg om onze status van varkenspestvrij land te herwinnen. Ook dit zou een deel van de oplossing kunnen zijn.
Er worden minder varkens verkocht om te worden geslacht, waardoor de varkens langer op de boerderijnen worden gehouden en zwaarder worden. Door de lagere prijzen kunnen verwerkende bedrijven en retailers hun varkensvlees goedkoper inkopen, wat in principe tot lagere consumentenprijzen voor varkensvlees zal leiden.
Voor de nieuwe biggen komen minder plaatsen vrij, waardoor ook de biggenprijs onder druk staat. Voor zover ik weet, heeft de sector geen ruimingen gepland door personeelstekort of afzetproblemen. Dit is bij ons ook geen gebruikelijke maatregel, want in tegenstelling tot in andere werelddelen hebben we familiale varkensbedrijven, geen integraties of beursgenoteerde varkensbedrijven met tientallen tot honderden arbeidskrachten. Personeelsproblemen wegen daardoor minder zwaar door dan elders in de wereld.
In de slachterijen kunnen personeelstekorten de afzetproblematiek wel versterken. Omdat de problematiek zeer bedrijfsspecifiek kan zijn en er grote onzekerheid heerst over de timing van de crisis en de gevolgen daarvan, kunnen geen algemene adviezen worden verstrekt. Bedrijven die met plaatsdruk kampen, kunnen een combinatie toepassen van tijdelijk verhoogde bezetting, gebruik van reserveplaatsen of noodhuisvesting en tijdelijk minder zeugen insemineren. Bedrijven die biggen aankopen, kunnen tijdelijk minder vleesvarkens afmesten. Deze keuzes hebben echter maar een tijdelijk effect of hebben economische consequenties die slecht kunnen worden ingeschat.
De voorzitter
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Sofie Joosen (N-VA)
Dank u wel, minister.
Ik ben natuurlijk blij dat de situatie hier bij ons nog geen gigantische proporties aanneemt, maar we moeten er natuurlijk wel over waken dat de financiële crisis voor onze landbouwers ook geen crisis wordt op het vlak van dierenwelzijn, want daar zitten we echt niet op te wachten.
Ik heb ook een aantal vragen gesteld over pluimvee, en daar heb ik ondertussen ook een schriftelijk antwoord op gehad, waarvoor dank. Hoewel er in Vlaanderen eigen productie is, wordt er nog altijd kippenvlees geïmporteerd, maar voor die sector is er toch een lichtpuntje, nu de lokale markten opnieuw kunnen opengaan. Heel wat lokale besturen zijn onmiddellijk aan de slag gegaan om hun markt opnieuw te kunnen organiseren, en ik merk op het terrein dat het heel goed en vlot verloopt. Dat geeft voor die sector een eerste verlichting.
Nu, in het verleden hebben we hier al gesteld dat het opslaan van vlees geen heiligmakende oplossing is, want op een bepaald moment moeten die producten natuurlijk weer op de markt komen. In het verleden hebben we al gezien dat dat niet altijd een oplossing biedt. Ik apprecieer uw inzet voor dat Europese exportverhaal dus heel hard, want daar ligt volgens mij echt wel de weg naar een oplossing voor deze sectoren.
Ik miste nog een klein beetje een communicatie vanuit de Vlaamse overheid naar de bedrijven over de werkwijze die we nu hanteren. Welke strategie voeren we voor die bedrijven om toch de juiste communicatie tot bij hen te brengen?
De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (sp·a)
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Dat voldoet perfect voor de korte termijn. Het is inderdaad alle hens aan dek om de sector te steunen en te financieren, maar mijn vraag over de exportcijfers heeft natuurlijk wel als achtergrond dat we, aangezien we wellicht naar een wereld gaan waarin er minder internationale handel zal zijn, vooruit moeten kijken voor die landbouwsectoren die meer produceren dan voor het eigen gebruik en dus veel exporteren. Ik denk dat we ook moeten durven na te denken over mogelijke alternatieven. Ik wil het nu niet hebben over het milieuelement – dat komt wel nog aan bod, denk ik –, maar als we het hebben over het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) en het eventuele vervolg van de Green Deal, dan denk ik dat we dat toch in het oog moeten houden en dat we niet alles moeten inzetten op blijven produceren, om dan achteraf bepaalde zaken uit de markt te moeten nemen en op te slaan.
De voorzitter
De heer Sintobin heeft het woord.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Minister, het debat over de crisis in de varkenssector voeren we nu al jaren. En het is natuurlijk jammer dat we, op het moment dat de sector zich een beetje aan het herpakken was, eerst geconfronteerd werden met de Afrikaanse varkenspest en nu met de coronacrisis. Ik ben dan ook tevreden dat u het voorstel voor opslag en invriezen steunt. Ik vind dat dat een maatregel is die we sowieso moeten nemen.
Ik ben gerust bereid om in de toekomst het landbouwmodel, en al zeker het exportmodel van de varkenssector, te bespreken, maar ik heb het gevoel – en dat betreur ik – dat sommige mensen altijd gebruikmaken van bepaalde situaties om de sector aan te vallen. Ik weet dat het ABS aan het nadenken is over een vermindering van de productie, maar het is natuurlijk gemakkelijk om te zeggen dat we minder gaan produceren en minder gaan exporteren, alsof er geen andere landen zijn die dat deel van de markt dan zullen inpikken. Als wij de helft minder gaan produceren en exporteren, dan is bijvoorbeeld Duitsland absoluut in staat om dat gat op te vullen. Daarom wil ik pleiten voor een algemeen en genuanceerd debat. Minister, zeker in West-Vlaanderen is er binnen de varkenssector heel wat werkgelegenheid – u bent daar perfect van op de hoogte. Wanneer we de productie en de export verminderen, dan zal dat ook een weerslag hebben op de werkgelegenheid.
Waar ik me ook wel een beetje tegen verzet – en dat bleek ook weer uit de tussenkomst van de collega –, is dat de landbouwsector altijd met alle zonden van Israël beladen wordt zodra het gaat over milieu of klimaat. Iemand die een beetje echte wetenschappelijke studies leest en dus mee is in het verhaal, weet dat onze land- en tuinbouwsector de laatste jaren enorm veel inspanningen heeft gedaan op het vlak van milieu en op het vlak van klimaat en dat onze land- en tuinbouwsector eigenlijk niet verantwoordelijk is voor het grootste deel van de zogezegde vervuiling van het milieu en het klimaat.
Ik wil dus gerust het debat voeren, maar niet op een star-ideologische wijze.
De voorzitter
De heer Steenwegen heeft het woord.
Chris Steenwegen (Groen)
Voorzitter, ik wil even reageren. Ik vind het heel spijtig, want ik heb op geen enkele manier begrepen dat collega Vandenhove negatief was over de landbouw of een aanval op de varkensboeren heeft ingezet. Ik heb dat absoluut zo niet gehoord. Ik heb wel een bezorgdheid gehoord over hoe we er in de toekomst voor kunnen zorgen dat de sector op een goede manier verder kan. Ik betreur het dus. Telkens wanneer er ook maar een bedenking wordt gemaakt of een bezorgdheid wordt geuit over het huidige landbouwbeleid, wordt dat weggezet als negatief of zijnde tegen de sector of een aanval op de sector. Dat is absoluut niet het geval. Ik zou zeggen dat de starre ideologie eerder aan de andere kant zit.
Bart Dochy (CD&V)
Collega Steenwegen, ik dank u voor deze aanvulling. Ik denk dat de bezorgdheid van de leden over de varkenssector unaniem is. Het is interessant om dit te horen, temeer daar de prijsdaling de laatste weken zeer frappant is geweest. We hebben in elk geval in deze commissie de ambitie om het debat over ons landbouwmodel grondig te voeren en alle aspecten in rekening te brengen.
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega's, ik dank u voor uw interesse. Ik vind ideologische debatten interessant, ook als het over varkens gaat. Ik vind het absoluut geen probleem. Ik vind ook dat we van mening moeten kunnen verschillen. We zijn allemaal van een andere politieke partij en je kunt maar leren van elkaars standpunten. Soms vind ik ook dat iemand een beetje star is, maar dat is mijn persoonlijke appreciatie of mijn persoonlijk aanvoelen. We zijn natuurlijk in deze commissie om het soms eens te zijn maar soms ook om grote discussies te voeren over een bepaalde aanpak. Het is dus goed dat er aandacht voor is.
Collega Joosen, ik ben blij dat u verwijst naar de opening van de markten. Het is ongelooflijk belangrijk. Ik was maandag op een markt en ik moet zeggen dat de geur van de gegrilde kippen mij het water in de mond lieten lopen, 's morgens vroeg al. Het is wel zo dat de opening van die markten een heel grote impact heeft omdat het opnieuw afzet betekent. Het is geen totale oplossing, maar het is weer een stukje oplossing.
Wat de communicatie betreft, staan mijn diensten in continu overleg met de sectorfederaties. We zullen nagaan of er nog iets schort. Ik neem uw opmerkingen zeker ter harte.
Het opslaan van kaas, melk of vlees is een tijdelijke oplossing om druk van de markt te halen. Eenmaal de crisis achter de rug is, worden die stocks langzaam opnieuw vrijgegeven.
Collega Sintobin, u zegt dat de sector in herstel was na alles wat er is gebeurd. Dat klopt, vandaar dat de varkenssector op dit ogenblik een beetje kwetsbaarder is bij ons dan in de buurlanden. Bij veel bedrijven is er bijna geen financiële buffer door de schade die ze hebben geleden met het wegvallen van de export naar derde landen, onder andere door de Afrikaanse varkenspest. In het overleg met de Europese Unie hebben wij herhaaldelijk gevraagd om begrip te hebben voor de heel specifieke situatie van ons land. We dringen daar echt op aan.
Collega Vandenhove, ik begrijp vanwaar u opmerkingen kwamen. Ik zou u toch willen vragen om het kind niet met het badwater weg te gooien. Onze Vlaamse economie hangt heel sterk af van de handel, zowel import als export van goederen. Die handel moet duurzaam zijn, maar terugplooien op onszelf en niets meer verhandelen, is totaal geen oplossing. Het zou trouwens onze welvaartsstaat totaal onderuit halen. Ik vind het goed dat we heel veel aandacht hebben voor de korte keten, maar alles wat we binnen Europa verhandelen, is eigenlijk geen export, maar gewoon de vrijhandelszone waar we gebruik van maken.
Collega Steenwegen, u hebt uw persoonlijk punt gemaakt richting collega Sintobin. Ik heb geprobeerd om daar ook rustig op te reageren.
Wat uw inhoudelijke opmerking betreft: het is van belang – en daar proberen we goed in te begeleiden – om voor al onze landbouwbedrijven een doordacht bedrijfsmodel te ontwikkelen.
Het is echt niet mijn bedoeling om vanuit de Vlaamse overheid één model op te leggen aan een bedrijf. Als we onze landbouwsector sterk willen houden, zal diversiteit nodig zijn, en dat is ook de toekomst. Het is wel van belang dat alle boeren de kans krijgen om zich goed te laten begeleiden, en dat ze ook nadenken over de toekomst. Het is een kleine uitspatting van mezelf, maar als ik met jonge boeren praat, dan is het grootste dilemma waar zij voor staan, de zoektocht om in goed overleg met de oudere generatie nieuwe zaken te verkennen. Daar moeten we via de landbouworganisaties en via Vlaamse steun zorgen voor een goede begeleiding om de juiste keuzes te kunnen maken.
De voorzitter
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Sofie Joosen (N-VA)
Minister, dank u wel. Ik ben zeer tevreden met uw antwoorden. Voor mij was dat volledig. In de komende weken kan ik de collega's alleen maar een bezoekje aan de heropstartende markten aanbevelen. In de meeste steden en gemeenten verloopt dat heel vlot, en daar ben ik heel blij om.
De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (sp·a)
Collega Steenwegen heeft een heel goede samenvatting gemaakt. Ik zal dat niet opnieuw doen. Voor alle duidelijkheid, ik vind dat ik helemaal niet ideologisch was. Ik ben geen vragende partij voor een echt ideologisch debat, maar als ik hoor hoe bepaalde uitspraken worden beschouwd als ideologische debatten, dan zal het kletteren in het Vlaams Parlement als we echt eens een ideologisch debat voeren. Voor mij is dat geen probleem.
De voorzitter
Daar kijken we naar uit.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.