Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 31 jul 2020 09:48 

COVID-19: compensatie aardappeltelers met onverkoopbare stock vrije aardappelen


Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van een vergoeding aan aardappeltelers geconfronteerd met een onverkoopbare stock vrije aardappelen in eigen eigendom ingevolge de uitbraak van COVID-19

Rechtsgronden

Dit besluit is gebaseerd op:
- het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 9, eerste lid, 5°.

Vormvereisten
De volgende vormvereisten zijn vervuld:
- De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 6 juli 2020;
- Er is geen advies gevraagd aan de Raad van State, met toepassing van artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Er is een dringende noodzakelijkheid omdat de aardappeltelers, als gevolg van de COVID-19-crisis met een grote onverkoopbare stock eigen bewaaraardappelen zijn blijven zitten. Deze situatie heeft grote financiële gevolgen en vraagt een onmiddellijke interventie om de liquiditeit van de aardappeltelers te garanderen.

Juridisch kader
Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving:
- de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak (2020/C 91 I/01)

Initiatiefnemer
Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw.

Na beraadslaging,

DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Artikel 1.

In dit besluit wordt verstaan onder:
1° bevoegde entiteit: het Departement Landbouw en Visserij van het Vlaams Ministerie van Landbouw en Visserij, vermeld in artikel 26, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;
2° bewaaraardappelen: de aardappelen die in de verzamelaanvraag met code 901 "aardappelen (niet vroege)" zijn aangegeven;
3° landbouwer: landbouwers als vermeld in artikel 4, lid 1, a), van verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad;
4° onderneming in moeilijkheden: een onderneming zoals bepaald in artikel 2, punt 14 van verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard;
5° verzamelaanvraag: de verzamelaanvraag, vermeld in artikel 11 van gedelegeerde verordening (EU) nr. 640/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen, plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden;
6° vrije aardappelen: niet-gecontracteerde bewaaraardappelen.

Art. 2.

De steunmaatregel, vermeld in dit besluit, wordt verleend na akkoord van de Europese Commissie overeenkomstig de voorwaarden, vermeld in de Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak (2020/C 91 I/01), en voldoet inzonderheid aan volgende voorwaarden:
1° de steun mag niet worden gecumuleerd met andere steun en wordt bijgevolg toegekend overeenkomstig punt 2, 20 van de in het eerste lid vermelde kaderregeling;
2° ondernemingen waartegen een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt komen niet in aanmerking voor steun;
3° overeenkomstig punt 4 van de in het eerste lid vermelde regeling is de steun transparant;
4° de steun wordt enkel toegekend aan kmo's;
5° de steun wordt slechts toegekend na goedkeuring van de steunmaatregel door de Europese Commissie.

De steunmaatregel voldoet aan alle in punt 3.1. van de in het eerste lid vermelde kaderregeling vastgestelde voorwaarden, inzonderheid aan volgende voorwaarden:
1° de steun bedraagt in totaal niet meer dan 100.000 EUR per onderneming. Alle bedragen zijn brutobedragen vóór aftrek van belastingen of andere heffingen;
2° de steun wordt niet toegekend aan ondernemingen die op 31 december 2019 al in moeilijkheden verkeerden;
3° de steun wordt verleend op grond van een regeling met een geraamd budget;
4° de steun wordt uiterlijk op 31 december 2020 verleend;
5° de steun wordt niet vastgesteld op basis van de prijs of de hoeveelheid van de producten die in de handel worden gebracht.

Art. 3.

Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten wordt een vergoeding toegekend aan de landbouwer die aan al de volgende voorwaarden voldoet:
1° de landbouwer beschikte in de periode van 13 maart 2020 tot en met 30 juni 2020 over een actief ondernemingsnummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen of bij een buitenlandse databank waarin alle basisgegevens van ondernemingen en hun vestigingseenheden verzameld zijn;
2° de landbouwer is geïdentificeerd als landbouwer en wordt beheerd als landbouwer bij de bevoegde entiteit met minstens één exploitatie op het grondgebied van het Vlaamse Gewest;
3° de landbouwer heeft de percelen, waarop de bewaaraardappelen worden geteeld, aangegeven in gebruik op 31 mei 2019 in de eigen verzamelaanvraag 2019;
4° de landbouwer heeft op 15 mei 2020 minstens 100 ton vrije aardappelen in eigen eigendom in stock. De vrije aardappelen in eigen eigendom die de landbouwer in de periode van 12 maart tot en met 15 mei 2020 heeft gebruikt om de eigen veestapel te voederen, zijn in de stock inbegrepen;
5° de landbouwer mag de vrije aardappelen in eigen eigendom niet onderploegen op het veld.

Art. 4.

§ 1. De vergoeding, vermeld in artikel 3, bedraagt maximaal 50 euro per ton vrije aardappelen in eigen eigendom in stock op 15 mei 2020.
De vrije aardappelen in eigen eigendom die de landbouwer gebruikt heeft om de eigen veestapel te voederen in de periode van 13 maart tot en met 15 mei 2020, komen ook voor vergoeding in aanmerking.
§ 2. De eerste 100 ton vrije aardappelen in eigen eigendom komt niet voor vergoeding in aanmerking.
De vergoeding is beperkt tot 20 ton bewaaraardappelen per hectare die aangegeven is in de verzamelaanvraag 2019, en tot 400 ton vrije aardappelen in eigen eigendom.
§ 3. De bevoegde entiteit bepaalt het bedrag van de vergoeding op basis van de beschikbare begrotingskredieten en het totaal bedrag van alle goedgekeurde vergoedingen. De vergoeding wordt pro rata toegekend als de beschikbare begrotingskredieten niet volstaan.

Art. 5.

Als de beschikbare begrotingskredieten niet uitgeput zijn na de uitbetaling van de vergoeding conform artikel 4, § 1 en § 2, komt bijkomend 1500 ton vrije aardappelen in eigen eigendom voor vergoeding in aanmerking.
De vergoeding, vermeld in het eerste lid, bedraagt maximaal 50 euro per ton vrije aardappelen in eigen eigendom in stock op 15 mei 2020.
De vergoeding is beperkt tot 20 ton bewaaraardappelen per hectare die aangegeven is in de verzamelaanvraag 2019.
De bevoegde entiteit bepaalt het steunbedrag op basis van begrotingskredieten die na de uitbetaling van de vergoeding conform artikel 4, § 1 en § 2, beschikbaar zijn, en op basis van het totaal bedrag van alle goedgekeurde vergoedingen. De steun wordt pro rata toegekend.

Art. 6.

De landbouwer dient de aanvraag via e-mail of met een aangetekende zending in met een formulier dat de bevoegde entiteit ter beschikking stelt op haar website.
De aanvrager bezorgt de volledige aanvraag aan de bevoegde entiteit binnen vier weken na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.

Art. 7.

De bevoegde entiteit onderzoekt de naleving van de voorwaarden, vermeld in dit besluit, en beslist of de vergoeding toegekend wordt.
De landbouwer ontvangt een schriftelijke kennisgeving van de beslissing, vermeld in het eerste lid.

Art. 8.

De begunstigde landbouwer blijft altijd verantwoordelijk voor de naleving van de voorwaarden waarbij de steun wordt toegekend, en voor de verantwoording van de aanwending ervan.
De landbouwer legt op verzoek van de bevoegde entiteit al de volgende documenten voor:
1° de boekhoudkundige stukken;
2° een vaststellingsdocument van de stock dat uiterlijk op 30 juni 2020 is opgemaakt;
3° weegbonnen;
4° administratieve gegevens;
5° eventueel fotomateriaal.

De begunstigde landbouwer bewaart de documenten, vermeld in het tweede lid, tot minstens tien jaar na de uitbetaling.
De bevoegde entiteit controleert of de landbouwer voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3, en zij heeft de bevoegdheid om de waarachtigheid van de door de landbouwer gerapporteerde stock op 15 mei 2020 te controleren op basis van alle mogelijke stukken, weegbonnen, administratieve gegevens, controles ter plaatse, de boekhouding en fotomateriaal van de landbouwer.
In de volgende gevallen wordt de steun geweigerd en vordert de bevoegde entiteit de reeds uitbetaalde subsidies terug:
1° als de bevoegde entiteit vaststelt dat niet voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, dit besluit of de uitvoeringsbesluiten ervan;
2° in de gevallen, vermeld in artikel 13 en 14 van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof;
3° in de gevallen, vermeld in het Besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019.

Art. 9.

Als de landbouwer een inkomstendervingsverzekering heeft die in dezelfde kosten als de vergoeding, vermeld in artikel 3, tegemoetkomt, brengt hij, als hij het bedrag van de schadeloosstelling kent dat hij uit een inkomstendervingsverzekering krijgt, de bevoegde entiteit op de hoogte van dat bedrag en bezorgt hij de bewijsstukken daarvan aan de bevoegde entiteit.
De landbouwer brengt de bevoegde entiteit op de hoogte van het bedrag van de kosten die hij heeft bespaard, de inkomsten van de verkoop van de betoelaagde aardappelen en van het bedrag van alle vergoedingen, uitkeringen en schadeloosstellingen die hij ontvangt voor dezelfde kosten als de steunmaatregel.
Het bedrag, vermeld in het eerste en tweede lid, wordt afgetrokken van het bedrag dat de aanvrager krachtens de vergoedingsregeling, vermeld in artikel 3, krijgt.

Art. 10.

De Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw en de zeevisserij, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 juli 2020.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
J. JAMBON
De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw,
H. CREVITS



  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer