|
02 okt 2020 |
08:39 |
|
Ruimte blijven maken voor intensieve landbouw
Opiniestuk Steven Coenegrachts, Vlaams volksvertegenwoordiger (Open Vld)
|
Het was vorige enige weken terug Dag van de Landbouw. We zagen weer heel wat ondernemerschap, van melk- tot sierteeltbedrijven en van korte keten tot industrie. Een volledige sector die er dit jaar tijdens de coronacrisis heeft gestaan.
Want hoewel er tijdens de lockdown voor bepaalde producten tekorten dreigden, bleef lokaal geproduceerd voedsel steeds voldoende voorradig in onze winkelrekken. Toch ligt de landbouw nog al te vaak onder vuur. Zelfs Vlaams minister van Omgeving, Leefmilieu en Natuur Zuhal Demir had in haar recent Humo-interview een duidelijke mening over landbouw: “We moeten naar een korte keten met kleine, lokale boerderijen die ons van voeding voorzien, in plaats van varkensvlees voor dumpingprijzen uit te voeren naar Azië en Oost-Europa. Als we blijven doorgaan met dat grootschalige landbouwmodel, verstikt Vlaanderen onder de enorme concentratie mest, ammoniak en stikstof.”
Die vingerwijzing hoeft niet te verbazen. Het is namelijk geen geheim dat de verstandhouding tussen boeren en natuurverenigingen niet altijd even optimaal is. Toch zien we de laatste jaren dat steeds meer landbouwers bloemen laten bloeien langs hun akkers, hagen aanplanten of de weg van de biolandbouw inslaan. Niet gemakkelijk, want met een beperkter gebruik aan gewasbeschermingsmiddelen en strenge regels omtrent bemesting valt het rendement per hectare lager uit. Dat biolandbouw een prominente plaats heeft gekregen in ons landbouwlandschap is een goede zaak. Maar we moeten in Vlaanderen ook ruimte blijven maken om aan intensieve landbouw te doen. Niet alleen voor de vele jobs die ze biedt (maar liefst 135.000 mensen hebben een job binnen de agrovoedingsketen), maar ook voor de vele monden die ze voedt. Massaproductie zorgt nu eenmaal voor veel voedsel. En dat maakt kwalitatief, lokaal geproduceerd voedsel ook nog eens betaalbaar. Uiteraard wil dat niet zeggen dat we geen rekening moeten houden met nitraat- en fosforwaarden, gewasbeschermingsmiddelen en dergelijke: op dat gebied zullen we inderdaad wat op de rem moeten staan, in het belang van onze water-, bodem-, en luchtkwaliteit.
De Europese Farm to Fork of ‘van-boer-tot-bord’ strategie heeft hier een erg belangrijke rol te spelen. Aan de hand van deze strategie zorgen we voor gezond, betaalbaar en duurzaam voedsel, is de landbouw een belangrijke partner in de aanpak van de klimaatverandering, draagt ze een steentje bij aan de bescherming van milieu en biodiversiteit en zorgen we bovendien voor een eerlijke economische opbrengst voor de hele voedselketen in al zijn vormen.
|
|
|
|