De voorzitter
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Steven Coenegrachts (Open Vld)
De Vlaamse wijnbouw is in volle expansie. Toch klaagt de sector bij monde van Lodewijk Waes, de voorzitter van de vzw Belgische wijnbouwers, dat er nog te veel moeilijkheden voor onze wijnbouwers zijn. Op het verlanglijstje van de wijnbouwers staat een verlaging van de accijnzen, administratieve vereenvoudiging en meer bekendheid bij de consument. Over accijnzen heb ik het niet vandaag omdat het een federale aangelegenheid is. In het verleden hebben we al een paar keer de oprichting van een promotiefonds voor onze wijnbouw voorgesteld. Dat zou dan moeten gebeuren in de schoot van VLAM. Toch werd toen de boot steevast afgehouden om verschillende redenen. Zo zou de sector te klein zijn geweest om een jaarlijks minimaal bedrag van rond de 100.000 euro bij elkaar te brengen. Heel wat producenten zijn hobbyisten, waardoor onze wijnteelt vrij kleinschalig blijft. Er is momenteel meer vraag naar dan aanbod van Vlaamse wijnen. Het product verkoopt met andere woorden zichzelf. Heel wat wijnbouwers voeren al een promotiebeleid onder de noemer van streekproducten of via de korte keten.
Dat maakte dat noch bij VLAM, noch bij de wijnbouwers veel animo bestond om werk te maken van een eigen promotiefonds. Daarin blijkt nu, volgens de uitlatingen van de heer Waes, verandering te komen, wellicht door de kwantitatieve en kwalitatieve expansie die de sector de afgelopen jaren heeft doorgemaakt.
Naast de roep voor een promotiefonds was er ook de vraag om iets te doen aan de administratieve lasten. De sector stelt dat een tiental overheidsinstanties het hele productieproces controleren, maar dat ze los van elkaar opereren. Vooral door de kleinschaligheid waarover ik het daarnet had, komen al die administratieve lasten en al die overheidsdiensten als een zeer zware last binnen en vormen ze een rem op de verdere ontwikkeling van onze wijnbouwsector.
Minister, hoe staat u tegenover de oproep van de Belgische wijnbouwers om een promotiefonds op te richten?
Zal dat kunnen gebeuren binnen het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) en is daar in tegenstelling tot het verleden inmiddels bereidheid om zo’n fonds op te richten?
Hoe staat u tegenover de vraag naar een gedeeltelijke autofinanciering en gedeeltelijke financiering door de overheid?
Heb u hiervoor budget?
Zijn er met de sector al besprekingen gevoerd over de oprichting van zo’n promotiefonds?
Ziet u nog andere mogelijkheden om de consument de Vlaamse wijnen beter te leren kennen?
Zult u een gesprek aangaan met de sector om na te gaan welke administratieve lasten kunnen worden verlicht voor de Vlaamse wijnbouwers?
Zal de oefening worden opgestart door de bevoegde Vlaamse administraties om na te gaan waar de administratieve lasten eventueel kunnen worden verlicht?
Ik dank u bij voorbaat voor wat ongetwijfeld een uitgebreid antwoord zal zijn.
De voorzitter
Collega Coenegrachts, dank u voor deze interessante en smakelijke vraag.
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Santé, allemaal.
Collega’s, de Vlaamse wijnbouw zit in de lift. Ik had afgelopen maandag een bijeenkomst op het domein van Lodewijk Waes met vertegenwoordigers van de wijnbouwsector, het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) en VLAM. Het was de bedoeling om te bekijken hoe we op korte termijn de krachten kunnen bundelen om de professionalisering in de wijnbouwsector te versnellen. We willen op ongeveer een jaar tijd stappen vooruitzetten op het vlak van samenwerking, kwaliteit en promotie.
De wijnbouwsector is enorm in opmars, collega’s. Dit jaar groeide het areaal aan wijnbouw met 15 procent tot een totaalcijfer van 441 hectare. De totale productie in ons land bedroeg het voorbije jaar 1,5 miljoen liter, waarvan de helft in Vlaanderen wordt gemaakt. Het aantal wijnboeren nam ook toe. Er zijn er 18 bij gekomen, in totaal zijn ze nu met 154.
Collega’s, versnippering leidt zelden tot betere resultaten, en dat geldt ook voor de promotie. Voor alle sectoren wordt er bij VLAM eenzelfde aanpak gehanteerd: mits financiële bijdrage van de sector zelf, engageert VLAM zich om concrete acties of campagnes te ondersteunen via zijn horizontale werking. Daarnaast ontstaat ook de mogelijkheid om mee te dingen naar Europese middelen die kunnen worden ingezet voor promotiecampagnes. Ook hierin kan VLAM dan een rol spelen.
Binnen VLAM is er zeker een grote bereidheid om mee te werken. Ook wijn van bij ons is een product waarop we allemaal, dus ook VLAM, fier moeten zijn. Men moet alleen in het achterhoofd houden dat de vzw VLAM zelf geen middelen heeft voor promotiecampagnes. Die middelen moeten van de sector komen, maar de coördinatie en ondersteuning gebeuren wel door VLAM, in overleg met de sector.
Middelen zijn sowieso altijd schaars, maar je kunt met een bedrag van 100.000 tot 150.000 euro al een heel programma opzetten. Via gerichte marketing kan men ook via sociale media en andere nieuwe communicatie met beperkte budgetten toch impact creëren. De wijnsector mag ook meegenieten van de expertise die VLAM in huis heeft. Dat gaat over strategisch advies, inzichten in marktevoluties, mediakennis, toegang tot sociale media en een uitgebreid netwerk om ook partners uit retail en horeca te benaderen.
Afgelopen maandag hebben we samengezeten rond die promotiestrategie. Men zou erover nadenken. VLAM wil faciliteren.
Er zijn bij mijn weten bijna geen andere landbouwproducten die eenzelfde specifieke afzetstructuur kennen als onze lokale wijnen. In supermarkten vind je niet zo vaak Belgische wijn. De verkoop verloopt zo goed als volledig via gespecialiseerde wijnhandelaars, via horecazaken of via particuliere thuisverkoop. Het voordeel van eigen afzetkanalen is dat men erin slaagt om een ‘prijszetter’ te zijn – dat is op zich een heel goede zaak –, terwijl veel landbouwers in andere sectoren ‘prijsnemer’ zijn. Het nadeel is dat niet iedereen consumeert via inkoop bij speciaalzaken of in de horeca, het merendeel van onze voeding en drank wordt gekocht via de retail. Dat betekent dat heel veel mensen gewoon niet in verkooppunten van lokale wijn komen. En dan kom je misschien wat sneller tot ‘onbekend is onbemind’, wat volkomen onterecht is als het gaat over onze eigen wijnen.
Daarom bekijken we samen met de sector of we via de retail of de horeca de Vlaming meer kunnen laten kennismaken met de Vlaamse wijnen. We zullen ook deelnemen aan het project lokale voeding, dat ook straks nog in deze commissie aan bod zal komen.
Bovendien moeten we onze wijnbouwers ook stimuleren om deel te nemen aan de erkenningscommissie voor Vlaamse wijnen. Dat was maandag een hele grote bezorgdheid. Wees onderscheidend in kwaliteit. Het is niet omdat je wijn kunt maken dat je ook kwaliteitsvolle wijn kunt maken. Deze commissie controleert of de wijnen voldoen aan de kwaliteitscriteria om op het etiket de beschermde oorsprongsbenamingen (BOB) of beschermde geografische aanduidingen (BGA) te mogen vermelden. Het voldoen aan de normen betekent een kwaliteitsgarantie voor de consument. Het actief communiceren over dit kwaliteitslabel naar de consument en het stimuleren van wijnbouwers om hun wijnen te laten beoordelen kan ook zeker bijdragen aan de bekendheid en aan een positief imago bij de consument.
Wat uw laatste twee vragen betreft: ik heb de indruk dat deze bekommernis voornamelijk op federale bevoegdheden betrekking heeft zoals douane, voedselveiligheid of marktcontrole. Binnen de Vlaamse overheid vragen we eigenlijk een heel beperkt aantal gegevens op bij de wijnbouwers, en hanteren we als Vlaamse Overheid het ‘Only Once Principle’: als je een keer die gegevens hebt doorgegeven, hoef je dat geen tweede keer te doen.
Jullie weten dat ik volgend jaar een rondetafel zal organiseren met de wijnsector om een stand van zaken op te maken van de versnelling van de professionalisering. De administratieve lasten waar Vlaamse wijnbouwers mee geconfronteerd worden en de opportuniteiten tot vermindering van deze lasten kunnen en zullen we daar bespreken.
De voorzitter
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Steven Coenegrachts (Open Vld)
Minister, bedankt. Het was inderdaad een zeer bondig maar zeer volledig antwoord. Ik denk opnieuw, net zoals in de korte keten, dat de retail een vrij cruciale schakel is in het geheel. Het is misschien perceptie, maar ik zie toch ook in heel veel lokale retail en supermarkten steeds meer lokale wijnen opduiken. Dat vind ik positief. Dat heeft ook veel te maken met de lokale producten die in de supermarkten verschijnen.
Ik vind het alleszins heel positief dat VLAM bereid is om op die kar te springen als de vraag er komt van de sector. Het is nu ook aan de sector om te zorgen dat ze die middelen kunnen ophalen en dat ze daar ook hun deel van de verantwoordelijkheid in nemen.
Als inwoner van Riemst, met het enige wijnkasteel dat dit land rijk is, kan ik inderdaad bevestigen dat goede wijn zichzelf verkoopt. Er is voor onze Belgische wijn nog een hele mooie toekomst.
Voor die administratieve lasten, die dan federaal zijn, zou het toch goed zijn dat we dat als overheid ook overmaken, en dat u dat doet met uw federale collega. In verband met de bezorgdheden van de sector op het vlak van de administratieve lasten is dat misschien een sterk signaal dat u dat kunt opnemen.
De voorzitter
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Karolien Grosemans (N-VA)
Minister, ik denk dat het gisteren was dat ik in Velt las dat u ook minister van wijnbouw wilt zijn. Ik vind dat ook zeer positief. Als u dat vijf à tien jaar geleden had gezegd had men u waarschijnlijk gek verklaard. Maar de sector is intussen enorm gegroeid. U noemde daarnet een getal, ik had zelf gelezen 117 Vlaamse wijnbouwers. En dat neemt altijd maar toe, wat enorm positief is.
Ik heb in het verleden ook een aantal vragen om uitleg en schriftelijke vragen gesteld om te polsen naar extra promotiemogelijkheden. Toen was het antwoord dat er voldoende verkoop is, dus dat extra promotie niet nodig is. U geeft nu die Belgische wijnbouwers een projectsubsidie van 60.000 euro. Ik denk dat u zo voor een deel al tegemoetkomt aan hun vraag naar campagnes en een promotiefonds.
De sector is een enorm mooi verhaal aan het creëren, en ik denk dat het heel goed is dat we van die opportuniteiten gebruik maken om ze nog meer op de kaart te zetten.
Onze fractie kijkt in ieder geval ook uit naar het symposium. Dat is jammer genoeg online, dus we zullen ons flesje wijn zelf moeten opentrekken, naast het scherm. Maar goed, het zal zeker smaken. Ik volg dit zeker verder vanuit Limburg.
De voorzitter
De heer Pieters heeft het woord.
Leo Pieters (Vlaams Belang)
Minister, de heer Coenegrachts had het over het enige wijnkasteel, maar het hoeft geen kasteel te zijn om goede wijn te zijn. Ik kan hem volledig volgen als hij zegt dat de wijn zichzelf verkoopt. We moeten vaststellen dat de hele wijnsector technisch en kwalitatief heel goed zijn werk doet, maar het kan natuurlijk geen kwaad om een beetje internationaal te gaan en Vlaanderen als wijnland te gaan betitelen. Het is een lichte promotie, maar, zoals gezegd, de wijn behoeft niet zo veel campagne.
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega’s, dank u wel voor de aanvullende opmerkingen. Ik ben het ermee eens dat goede wijn niet van een kasteel hoeft te komen. Dat is geen enkel probleem. U weet dat wij 60.000 euro voor promotie en promotiestrategie hebben uitgetrokken. De vzw Belgische Wijnbouwers gaat zich daarover nu verder buigen en samen met VLAM bekijken. Dat heb ik ook expliciet gevraagd, en men heeft daar niet negatief op gereageerd.
Die administratieve knelpunten zal ik ook bij de federale overheid aankaarten. Ik wil dat ook nog eens bij ons bekijken, maar ik ben er echt van overtuigd dat er vanuit Vlaanderen niet zo veel remmen zijn.
Collega Grosemans, wat die internationale promotie betreft, de sector en VLAM kunnen heel veel bereiken. VLAM doet schitterende internationale promotiecampagnes, maar vraagt altijd dat de sector mee investeert. Daarover moeten ze in de komende periode dus tot een consensus komen, en een goede promotiestrategie opmaken. Collega Pieters, dat is ook een antwoord op uw vraag. De promotie in het buitenland kan daar deel van uitmaken.
Ik wil wel nog eens terugkeren naar mijn basisstelling: er is op dit ogenblik in Vlaanderen meer vraag dan aanbod. De wijn wordt verdeeld via speciale kanalen. Het nadeel is dat niet elke Vlaming daarmee in contact komt. Ze kunnen veel meer afzet aan. Het is daarom, denk ik, dat men nog niet internationaal echt massaal de boer opgaat. Als we nu met het parlement dan nog zelf massaal Vlaamse wijn beginnen te drinken, dan raken we zeker door die voorraad heen. Alle gekheid op een stokje, het is een heel goede zaak dat onze wijnsector bloeit, en ik hoop dat men zich ook goed verenigt, om samen ook goed campagne te voeren.
De voorzitter
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Steven Coenegrachts (Open Vld)
Minister, dank u wel. Het is inderdaad zo dat de binnenlandse markt op dit moment voldoende is voor het aanbod dat onze wijnbouwers produceren. Toch zou een internationale afzet ook voor de sector goed zijn, met het oog op de internationale reputatie van onze wijn, om te laten zien aan de rest van de wereld dat onze wijnen van heel hoge kwaliteit zijn. Dat zou onze sector omhoog kunnen tillen wereldwijd voor wanneer die productie ooit – wie weet – grotere aantallen aankan en men daadwerkelijk kan inzetten op de export. Daarvoor moet men nu toch al wat zaadjes planten, denk ik, niet massaal, natuurlijk, maar zeker op het vlak van grote concours, waar men echt een reputatie kan opbouwen. Ik denk dat de overheid ook een taak heeft om daarop in te zetten, vanzelfsprekend samen met de sector.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.