De voorzitter
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Minister, gisteren nog verscheen er op Belga een persbericht naar aanleiding van berekeningen van BB waaruit blijkt dat de Vlaamse land- en tuinbouwers dit jaar een omzet zullen boeken van naar verwachting 5,76 miljard euro. Dat is 0,6 procent meer dan in 2019 en het hoogste niveau sinds 2013. We weten dat deze resultaten, toch in het kader van de coronacrisis, opmerkelijk zijn, want enkele subsectoren, zoals de aardappelen en de sierteelt, kregen zware klappen. Daar waren ook al enkele vragen over in deze commissie. Andere subsectoren, zoals de fruitsector, deden dan wel goede zaken tijdens de voorbije periode. De varkenshouderij heeft dan weer te lijden onder een andere crisis, namelijk de Afrikaanse varkenspest, wat weegt op de prijsvorming.
Ook over de kostenstructuur zijn er enkele positieve signalen. De lagere energieprijzen hebben de kosten van de hele Vlaamse land- en tuinbouwsector dit jaar met 0,5 procent doen dalen ten opzichte van 2019. BB wijst er wel op dat de algemene rendabiliteit weliswaar verbetert, maar dat de globale verbetering de verschillen tussen subsectoren, maar ook tussen boerderijen onderling, verbergt. Vooral in de sectoren akkerbouw, varkenshouders, melkvee en serregroenten lag de rendabiliteit dit jaar onder het gemiddelde van de vijf jaren daarvoor.
Hoe evalueert u de cijfers inzake de rendabiliteit van de land- en tuinbouw in dit coronajaar?
Hebt u zicht op de concrete impact van de steunmaatregelen die werden voorzien ten aanzien van de aardappelsector en de sierteelt ter compensatie van de zware financiële gevolgen?
Hebt u er al zicht op in welke mate de coronacrisis gewogen heeft op de investeringen van land- en tuinbouwers? Zijn er signalen van eventuele stopzettingen of overnames van bedrijven?
Op welke manier zult u de belangrijke en ook aanwezige veerkracht van de land- en tuinbouwers en hun ondernemerschap om verder te investeren, versterken via de relancestrategie?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega Talpe, de jaarresultaten waar u naar verwijst, zijn opgesteld door BB en zijn zeer voorlopig, want 2020 is nog niet afgelopen en de oogst is nog volop bezig voor een aantal producten. Niettemin geven de tussentijdse resultaten meestal al een goede inschatting van de rendabiliteit in de land- en tuinbouwsector.
2020 wordt getekend door een aantal hindernissen voor land- en tuinbouwers. In de afgelopen jaren hadden we meermaals overvloedige regen, late voorjaarsvorst, langdurige droogte, hitte. En in 2020 was het opnieuw warm en droog op bepaalde momenten, met daarbovenop de coronacrisis, die de land- en tuinbouwsector ook niet spaart.
Ik heb bijzonder veel respect voor het ondernemerschap en de inzet van onze boeren om al deze hindernissen te trotseren. Met maatregelen zoals investeringssteun, een waarborgregeling, de brede weersverzekering en gerichte coronamaatregelen ondersteun ik dan ook de land- en tuinbouwers hierin fors.
De cijfers verschillen heel sterk tussen de subsectoren. Voor fruitteelt bijvoorbeeld wordt een omzetstijging van 34 procent verwacht, terwijl er voor akkerbouw sprake is van een afname van 18 procent. Hoewel het hier over het macro-economische niveau gaat, zullen er ook tussen individuele bedrijven grote verschillen zijn. In brede termen ligt de omzet van de land- en tuinbouwsector opnieuw boven het vijfjarige gemiddelde: plus 3,8 procent volgens de publicatie, wat positief is. We moeten hierbij wel in het achterhoofd houden dat er, zeker voor bepaalde sectoren, enkele slechte jaren in het recente verleden liggen.
Onze landbouwers vormen een essentieel onderdeel van de keten en verdienen absoluut een applaus. Het zijn niet alleen harde werkers, ze zijn ook slim en vindingrijk en ze zetten zich continu in. Zonder al die goede eigenschappen zou de rendabiliteit veel minder positief geweest zijn.
Het Departement Landbouw en Visserij is momenteel bezig met de behandeling van de covidsteunaanvragen. De uitbetaling van deze dossiers is voorzien in december. Definitieve cijfers kan ik dus op dit moment nog niet geven. We hebben wel een zicht op het aantal ingediende aanvragen. In totaal dienden de aardappeltelers 428 steunaanvragen in en vanuit de sierteeltsector werden 135 aanvragen ingediend.
We hebben zicht op de land- en tuinbouwers die een aanvraag hebben gedaan voor investeringssteun bij het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF). Daar zien we inderdaad een daling over de aanvraagperioden van dit jaar. Voor de eerste blokperiode werd voor 12 procent minder geïnvesteerd ten opzichte van 2019, voor de laatste blokperiode is dit 17 procent minder. Zoals steeds bij crisissen zien we dus dat de investeringsbereidheid in de sector een beetje afnam.
Op het vlak van aangemelde overnames met een aanvraag voor VLIF-overnamesteun zien we geen daling van het aantal potentiële starters in vergelijking met eerdere aanvraagperioden. De reden hiervoor kan zijn – we mogen niet te vroeg jubelen – dat een overname een hele tijd op voorhand wordt voorbereid en ook het tijdstip wanneer de overname wordt beslist. Tot op heden zien we weinig verschillen op het vlak van stopzettingen en overnames ten opzichte van een gelijkaardige periode vorig jaar. De impact van de crisis, dat weten en lezen jullie elke dag, is nog lang niet voorbij.
In het Vlaams relanceplan Vlaamse Veerkracht wordt specifiek verwezen naar het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds. Zo heeft de Vlaamse Regering de intentie het VLIF te versterken voor investeringen in het kader van droogte, klimaat, innovatieve technieken op land- en tuinbouwbedrijven en in de agrovoedingssector. Die technieken moeten gericht zijn op circulariteit, voedseleconomie, korte keten en bio-economie. Dat moet nog allemaal worden uitgewerkt. Dat zal in de komende periode gebeuren.
De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Minister, bedankt voor uw antwoord. Ik ben danig onder de indruk van hoe onze land- en tuinbouwers deze crisis doorstaan. Ze hebben het de laatste jaren vaak voor de kiezen gekregen met de waterschade en de droogte. Gelukkig hebben we nu de brede weersverzekering om wat soelaas te bieden.
De tussentijdse evaluatie vind ik heel belangrijk. Het gaat natuurlijk niet over een volledig jaar, maar het geeft wel een indicatie. Vooral in bijzondere jaren moeten we kort op de bal spelen. Ik zal dat uiteraard blijven opvolgen.
Minister, u haalt een daling van de investeringen aan. Dat is een belangrijk signaal. Mensen hebben de neiging om in tijden van crisis even alles on hold te zetten. Eigenlijk is het net dan belangrijk om te durven investeren. Misschien is dat wel iets om over na te denken. Als de crisis op zijn einde loopt, hoe kunnen we dan land- en tuinbouwers stimuleren om te investeren in innovatie en uitbreiding, zodat we hen terug een duwtje in de rug kunnen geven?
Ik had het ook over het verschil tussen boerderijen onderling. Zijn daar tendensen te zien? Investeren de kleinere boerderijen beter dan de grotere? Wat met bioboerderijen ten opzichte van reguliere boerderijen? Zijn er bepaalde tendensen op te merken? Of staat of valt alles met het concrete businessmodel van de onderneming?
De korte keten heeft een serieuze boost gekregen in deze tijd. Hebt u zicht op het aandeel daarvan in het totaal van de opbrengsten in de land- en tuinbouwsector?
Joris Nachtergaele (N-VA)
De cijfers geven volgens mij toch een vertekend beeld. Ik verwijs daarvoor naar de studie van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), waaruit bleek dat 37 procent van de landbouwers de laatste maanden problemen hebben om hun leningen af te betalen of facturen te betalen. 35 procent geeft aan dat ze investeringen moeten uitstellen. Dat werpt een ander beeld op de zaak. De verklaring daarvoor zit inderdaad in de verschillende sectoren, waarbij één sector het merkelijk beter doet dan andere sectoren.
Boeren moeten de volgende maanden en jaren heel wat investeren, niet alleen in nieuwe machines, maar ook in duurzaamheid, hernieuwbare energie, dierenwelzijn. Er wordt wel wat verwacht van de sector op het vlak van investeringen. Ik wil dan ook benadrukken hoe belangrijk het is dat we die sector blijven steunen, dat ook de boeren de juiste prijs krijgen voor hun producten. Als corona één zaak heeft blootgelegd, dan is het toch wel dat daar een probleem zit.
Minister, ik denk opnieuw aan de steun voor coöperaties. U liet verstaan dat u nog steeds wacht op een nieuw gemeenschappelijk landbouwbeleid. Ik kijk uit naar beleid dat daaraan tegemoet zal komen.
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Wat de korte keten betreft, collega Talpe, is het nog een beetje vroeg om daar nu al cijfers op te plakken. Dat wordt meegenomen in het toekomstig landbouwrapport. Dat zult u zeker nog krijgen.
We blijven via het Landbouwinvesteringsfonds zeer intens inzetten op innovatieve en duurzame investeringen, ook in het kader van de relance. Over de tendensen in de verschillende bedrijven hebben we nog geen diepgaande analyses gemaakt. Dat moet wel mogelijk zijn, maar dat moeten we nog eens bekijken. We stellen wel historisch vast dat bedrijven die inzetten op een gemengd afzetsysteem, zowel korte keten als reguliere afzetkanalen, het meest weerbaar waren tijdens de crisis. Dat is mijn intuïtie. Het is geen harde wetenschap. Het is dus nog iets te vroeg om uitspraken te doen of dat wordt vertaald in investeringsaanvragen. Dat moeten we dus nog eens bekijken.
De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Minister, we moeten alle aandacht hebben voor deze sector, die het bijzonder moeilijk heeft gehad, maar die aandacht is er over alle partijen heen. BB heeft die oefening nu gemaakt. Nu moeten wij zelf ons huiswerk maken en nagaan wat de effecten zijn op korte, maar ook op langere termijn. Ik kijk dan ook uit naar de definitieve cijfers en de analyse die we samen in deze commissie zullen kunnen behandelen.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.