Het aantal Vlaamse ‘boslandbouwers’ evolueerde tussen 2013 en 2019 van 5 naar 21. Zij plantten in het seizoen 2018-2019 maar liefst 678 bomen. “Hoewel we sinds 2013 slechts een licht stijgende trend waarnemen, stemmen deze cijfers mij optimistisch. Landbouwers die agroforestry opnemen in hun bedrijfsvoering dragen bij aan de verduurzaming van onze landbouw. Dit is hét moment voor een ambitieus, volwaardig beleid dat de toepassing van boslandbouw verder moet helpen ontwikkelen”, besluit Steven Coenegrachts.
Het is vandaag exact één jaar geleden dat de studiedag ‘Agroforestry in Vlaanderen’ plaatsvond. Met de kennis en tools na vijf jaar onderzoek en praktijkwerking, zijn er grote stappen vooruitgezet. Dat bevestigen ook de cijfers die Open Vld-parlementslid Steven Coenegrachts bij de bevoegde minister opvroeg. In 2013 vroegen slechts vijf landbouwers een subsidie aan voor de opstart van een boslandbouwsysteem, en dit voor een totale oppervlakte van 7,6 hectare. In 2014 waren er dat negen. Als gevolg van deze moeizame evolutie ontstond het idee om een vooropgesteld areaal van 150 bijkomende hectare agroforestry te realiseren in Vlaanderen. Inmiddels werd dat vooropgestelde doel behaald en het aantal landbouwers dat zich hiervoor inschreef evolueerde ook in positieve richting. Zo vroegen in 2019 al 21 landbouwers een aanplantsubsidie voor boslandbouwsystemen aan. Daarmee werden in het plantseizoen 2018-2019 maar liefst 678 bomen geplant.
Met de laarzen aan de voeten, bezocht Coenegrachts vandaag het melkveebedrijf van Luc Hollands in Teuven, Voeren. Samen met zijn zoon houdt Luc er 100 melkkoeien op 60 hectare aan weiland. Naast koeien staan er op dat weiland ook bomen. “Dit is een mooi voorbeeld van een landbouwer die het planten en het beheer van bomen combineert met zijn landbouw of veeteelt. Aangezien het aantal Vlaamse ‘boslandbouwers’ slechts een licht stijgende trend vertoont, pleit ik voor een ambitieus en volwaardig beleid dat de toepassing van agroforestry in de Vlaamse landbouw verder moet helpen ontwikkelen. De aanzet daarvoor werd in het Vlaams Regeerakkoord al gegeven”, stelt Coenegrachts.
Luc Hollands, eigenaar van het melkveebedrijf in Teuven staat volledig achter zijn agroforestry-project: “Voor ons is het duidelijk: landbouw moet duurzaam zijn. Daarom hebben wij er negen jaar geleden voor gekozen om over te schakelen op biolandbouw, en dit met succes. Na de chronische droogte van de afgelopen vier jaar blijkt ook ons agroforestry-project een belangrijke en noodzakelijke stap geweest te zijn, en dit niet alleen voor onze landbouw, maar ook voor het klimaat en de biodiversiteit.”
Ook Jeroen Watté, agro-ecoloog bij Wervel vzw en actief bij de Europese Agroforestry Federatie, vervoegde het bedrijfsbezoek: “We zien in de ons omringende landen zoals Frankrijk en Nederland, dat wanneer beleidsmakers een gebiedsdekkende agroforestry-strategie uitzetten, de adoptie ervan toeneemt en ook professionaliseert. Qua wetgeving zijn we in Vlaanderen al aan een inhaalbeweging begonnen. Qua agro-ecologisch onderwijs, vorming en economische omkadering is er echter nog een hele weg te gaan.”
Steven Coenegrachts pleitte er in het verleden reeds voor om jonge boeren tijdens hun opleiding veel meer inzicht te geven in het verduurzamen van onze landbouw. “Ik benadrukte bij Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts dat (praktijk)vakken zoals bio- en agro-ecologie een grotere rol moeten spelen. De theorie en het wetenschappelijk onderzoek over agroforestry zijn zeer belangrijk, maar niets kan beter inzicht bieden dan een bezoek aan landbouwers die de techniek vandaag de dag al toepassen”, besluit Coenegrachts. “Al doende leert men.”