|
12 dec 2020 |
10:36 |
|
Minder bemesten en dus minder opbrengst ...
Het was een weinig bemoedigende boodschap die de Vlaamse Landmaatschappij deze week bracht in haar mestrapport: de waterkwaliteit in landbouwgebied is nog altijd niet goed, er zit te veel nitraat in onze beken en rivieren. De doelstellingen van het mestactieprogramma (MAP), ondertussen al het zesde op rij, worden niet gehaald. En dat komt door onoordeelkundig bemesten, gaf de VLM mee.
|
Volgens professor Jeroen Buysse (UGent), gespecialiseerd in landbouw- en milieubeleid, zit de malaise dieper. Er moeten harde keuzes gemaakt worden, zegt hij. ‘De klimaatmodellen voorspellen dat we vaker droge zomers zullen krijgen. Een droge zomer betekent dat de planten minder goed groeien en minder stikstof uit de mest opnemen. Die blijft op het land liggen en spoelt uit naar de beken en rivieren.’
‘Landbouwers rijden in het voorjaar de mest op hun velden uit met een “normale zomer” met voldoende neerslag in gedachte’, zegt Buysse. ‘Vergelijk het met een feestmaal. Je maakt genoeg eten klaar voor alle gasten die je uitnodigt. Komen er minder opdagen, dan heb je overschot en verlies. Gewassen die niet groeien door de droogte, kun je beschouwen als gasten die niet komen opdagen. Het verlies is het teveel aan mest dat blijft liggen. We moeten ervoor kiezen in wat minder eten te voorzien.’
De bemestingsnormen – uitgedrukt in de hoeveelheid stikstof die een landbouwer per hectare per gewas mag uitstrooien – moeten aangescherpt worden. Aardappelen bijvoorbeeld nemen weinig stikstof op. Op die akkers blijft veel residu liggen, dat bij neerslag uitspoelt naar het oppervlaktewater. Meer dan 60 procent van de aardappelpercelen haalt de doelstelling niet. ‘Dat is niet langer toevallig. Bieten nemen meer stikstof op. Maar om daaruit te besluiten dat we meer bieten en minder aardappelen moeten telen, houdt economisch geen steek. Er is nu eenmaal meer vraag naar aardappelen.’
Volgens Buysse zou er gewoon minder bemest mogen worden. ‘Daardoor zal de opbrengst lager liggen, maar dat moet dan maar. Ik besef dat dat een moeilijke boodschap is die de beleidsmensen moeten brengen. Het is een keuze die de samenleving en de politiek moeten maken: willen we meer opbrengst of een betere waterkwaliteit?’
In Nederland staat een aanscherping van de bemestingsnormen bovenaan het prioriteitenlijstje om het stikstofprobleem aan te pakken. Andere mogelijke ingrepen zijn vernatting of irrigatie, waarbij de vraag rijst waar we het nodige water zullen halen. Toch zullen we vroeg of laat zuiniger moeten zijn met mest. Als we dergelijke slechte resultaten blijven voorleggen, zal Europa Vlaanderen strengere bemestingsnormen opleggen.
Vanuit de milieubeweging klinkt de roep om de veestapel kleiner te maken. ‘Maar daarmee zullen we ons nitraatprobleem niet oplossen’, meent Buysse. ‘Je blijft zitten met teelten die nitraat-ongunstig zijn, zoals aardappelen. En je zit ook met de bijdrage van kunstmest.’
Kunstmest is een teer punt. Buysse berekende dat er bijna de helft meer kunstmest gebruikt wordt dan officieel aangegeven (DS 23 mei 2019). ‘De overheid verplicht vanaf volgend jaar een digitale meter om het kunstmestgebruik te registeren. Die had al veel langer moeten bestaan.’
|
|
|
|