Net voor nieuwjaar heeft federaal minister van Landbouw David Clarinval beslist om de pluimvee-, melkvee- en varkenssector te erkennen als ‘sectoren in crisis’. Door deze erkenning kunnen de betrokken bedrijven in aanmerking komen voor de vrijstelling van de betaling van de sociale bijdragen als zelfstandige. Hiervoor moet je een schriftelijke aanvraag indienen bij jouw sociaal verzekeringsfonds. Krijg je deze vrijstelling, dan blijf je in orde met je kinderbijslag en met je ziekteverzekering, maar je verliest wel je pensioenrechten voor deze kwartalen. Om je pensioenrechten toch te behouden, heb je wel de mogelijkheid om de vrijgestelde kwartalen te betalen binnen een termijn van 5 jaar. Ook je VAPZ-bijdragen zullen niet fiscaal aftrekbaar zijn als je voor minstens één kwartaal een vrijstelling hebt.
Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds voorziet dan weer in een tijdelijke VLIF-waarborgregeling op overbruggingskredieten voor land- en tuinbouwbedrijven met liquiditeitsproblemen. Zo kan je je werkingsmiddelen voor de operationele kosten verhogen via een gewaarborgd krediet. Je moet wel aantonen dat je bedrijf negatieve gevolgen heeft ondervonden van de slechte economische conjunctuur. Hiervoor moet je aantonen dat er een omzetdaling is van minimum 15% na 01/09/2020 in vergelijking met eenzelfde periode in 2019 en 2020, ofwel dat de omzet met minimum 15% gedaald is in vergelijking met het gemiddelde van eenzelfde periode in de drie voorgaande jaren. De maximale looptijd van de kredieten is zeven jaar en de waarborg geldt voor drie jaar. De waarborg bedraagt minimaal 80% van het subsidiabele kredietbedrag. Bedrijven met een brutobedrijfsresultaat van minimaal 40.000 euro per bedrijfsleider, kunnen via hun kredietinstelling de waarborg aanvragen.
Tenslotte voorziet de Vlaamse overheid ook in VLAIO-steun voor bedrijven die getroffen worden door de coronacrisis. Ook land- en tuinbouwbedrijven komen in aanmerking voor deze steunmaatregel. Het gaat ondertussen over het Vlaams beschermingsmechanisme 3, voor de periode van 16 november 2020 tot 31 december 2020 (1 en 2 kunnen niet meer aangevraagd worden). De tussenkomst is bedoeld voor bedrijven die in deze periode een omzetdaling van meer dan 60% kunnen aantonen ten gevolge van corona ten opzichte van dezelfde periode in 2019. Een aanvraag indienen kan nog tot en met 15 februari 2021. De steun bedraagt 10% van de omzet (excl. btw) van de laatste 6 weken van 2019, met een minimum van 1.000 euro en een maximum van 11.250 euro (voor bedrijven met minder dan 10 werknemers).