De voorzitter
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer De Roo heeft het woord.
Stijn De Roo (CD&V)
In een artikel van het VILT-nieuws (Vlaams Infocentrum Land- en Tuinbouw) van juni 2017, naar aanleiding van het antwoord dat ere-Vlaams volksvertegenwoordiger Jos De Meyer ontving van toenmalig Vlaams minister van Landbouw Joke Schauvliege, lees ik dat het computergebruik van landbouwers een blinde vlek is voor de overheid. Er waren toen geen gegevens over bekend, behalve een verkennend onderzoek van het Vlaams Ruraal Netwerk en het Departement Landbouw en Visserij. Dat focuste echter voornamelijk op het socialemediagebruik. Bovendien gebeurde de enquête online, zodat leken op digitaal vlak niet bereikt werden.
In het artikel is ook vermeld dat het laatste onderzoek naar het computergebruik van landbouwers dateert van 2010 en werd uitgevoerd door de vzw Boeren op een Kruispunt. De FOD Economie had kort voordien blootgelegd dat slechts 47 procent van de Vlaamse boeren en tuinders een computer gebruikt voor zijn bedrijfsvoering. Dit werd op ongeloof binnen de sector onthaald omdat de digitalisering van de dienstverlening door de overheid toen al volop bezig was.
Boeren op een Kruispunt deed naar aanleiding van de resultaten van de door hen uitgevoerde studie een aantal beleidsaanbevelingen. De vzw vroeg onder andere aan de overheid om computerlessen te geven aan landbouwers en een portaalpagina te starten van waaruit landbouwers kunnen surfen naar alle instanties die voor hen relevant zijn.
Ook in 2017 trok de vzw Boeren op een Kruispunt zich nog steeds het lot aan van boeren die geen gebruik maken van de computer voor hun bedrijfsvoering. Vandaag de dag is het in de praktijk nauwelijks nog mogelijk om zelfstandig ondernemer te zijn zonder computer. Vandaar, bijna vier jaar later, mijn vragen aan u, minister.
Zijn er anno 2021 meer gegevens bekend over het computergebruik van landbouwers? Zo ja, welke? Bestaan er ondertussen gegevens die een samenhang aantonen tussen de intensiteit van het computergebruik en de leeftijd van de bedrijfsleider? Bestaan er ondertussen gegevens die een samenhang aantonen tussen de intensiteit van het computergebruik en de opleiding van de bedrijfsleider? Zo ja, welke?
Op welke manier wil de overheid erover waken dat de overheidscommunicatie anno 2021 ook de bedrijven zonder computer of internet bereikt? Welke opleidingen voorziet de overheid voor land- en tuinbouwers om zich te bekwamen in computergebruik? Welke andere beleidsmaatregelen wenst u nog te nemen om digitale communicatie en computergebruik bij land- en tuinbouwers te stimuleren?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Horen jullie mij?
De voorzitter
Wij horen u, maar we zien u niet.
Minister Hilde Crevits
Ik weet het, maar u zult me straks wel zien. Ik ben nu in de ondergrondse garage. Als ik dus wegval, is dat de reden.
Het Departement Landbouw en Visserij heeft de afgelopen jaren in het kader van zijn project e-communicatie een inventarisatie van zijn niet-digitale klanten gemaakt en op basis daarvan een analyse gemaakt van het profiel van de landbouwers die nog geen digitaal profiel hebben en dus geen e-mailadres. Beschikken over een e-mailadres is uiteraard een indicatie voor het computergebruik.
Volgens die analyse is er een verband tussen de leeftijd van een landbouwer en de kans op het hebben van een e-mailadres: hoe jonger, hoe meer kans op het hebben van een e-mailadres. Zo is de kans op het hebben van een e-mailadres zeven op acht binnen de groep 41 tot 54 jaar, drie op vier in de groep 55 tot 65 jaar en een op twee in de groep ouder dan 65 jaar.
Hoort u me nog altijd? Ik zit nu in de lift.
De voorzitter
We horen u nog altijd, maar we dachten dat er wat huiselijk geweld op de achtergrond was.
Minister Hilde Crevits
Dat zou dan autogeweld zijn.
Ik ben nu boven. Nu zou u me opnieuw vrij goed moeten horen.
De afgelopen maanden hebben we vastgesteld dat zaken alleen maar online werden aangeboden. Er is vastgesteld dat boeren vrij vlot hun weg vinden naar digitale opleidingen over alle leeftijdscategorieën heen.
Vanuit het departement werden 27 webinars georganiseerd samen met de verschillende sectoren rond heel diverse thema’s. Hiermee werden bijna 6000 landbouwers bereikt. Dat is dus heel positief. Er werd ook een lichte daling vastgesteld van de gemiddelde leeftijd van de deelnemers ten opzichte van de fysieke opleidingen. Dat effect is te zien.
De correlatie tussen een diploma en de kans op het hebben van een e-mailadres werd in bovenstaande analyse niet bestudeerd. Wel werd een verhoogde kans op het hebben van een e-mailadres genoteerd bij de landbouwers die minstens één opleiding volgden in een traject van naschoolse vorming.
Hoe moet de overheid daar nu verder mee omgaan? Het is eerst en vooral van belang klanten maximaal te begeleiden naar digitale communicatie. Om dat te bereiken, werd door het departement een handleiding gemaakt waarin de klant wordt geholpen om zelf een gratis e-mailadres aan te maken. Maar wanneer het departement niet over een geauthentiseerd e-mailadres van de klant beschikt, wordt belangrijke communicatie altijd verder op papier verstuurd.
Ook wordt alle ... (De verbinding met minister Hilde Crevits valt weg. De minister logt opnieuw in.)
Is dit nu beter? Mijn antwoord over het e-loket hebben jullie nog gehoord, veronderstel ik?
Tijdens de indieningsperiode van de verzamelaanvraag en ook voor andere steunmaatregelen staan de buitendiensten van het departement ter beschikking om landbouwers zonder computer of internet te ondersteunen.
Dat dit probleem zich net voordoet tijdens een internetvraag is ook wel bijzonder, natuurlijk.
Welke opleidingen zijn er om zich te bekwamen in computergebruik? De opleidingen worden aangeboden door de erkende centra voor landbouwvorming. De centra bieden een groot gamma aan informaticaopleidingen aan, gaande van basisgebruik van pc, tablet en smartphone en gebruik van algemene software, tot soms zeer technische specifieke landbouwtoepassingen. Ook het raadplegen van overheidswebsites zoals diverse landbouwloketten krijgt ruime aandacht.
Vanuit het departement is er een doorgedreven ondersteuning voor het gebruik van het e-loket Landbouw en Visserij. Zo zijn er een infolijn, mogelijkheid tot ondersteuning via mail en veel helppagina’s en demofilmpjes.
Digitalisering is superbelangrijk in het relanceplan Vlaamse Veerkracht. Ook voor de landbouwers hebben we 4 miljoen euro extra middelen voorzien om de digitalisering in de sector te versnellen. Hiermee zal onder meer worden ingezet op het ontwikkelen van nieuwe digitale toepassingen en het beter ontsluiten van data.
De landbouwsector staat aan de vooravond van zeer ingrijpende technologische veranderingen. Onze boeren gebruiken steeds vaker technologie om data op het bedrijf te verzamelen via sensoren, satellieten, robots, drones. Digitalisering zal dus in de toekomst alsmaar noodzakelijker worden.
Via sensibiliseringsacties kunnen voordelen van landbouwdigitalisering worden getoond. Boeren worden actief in het project betrokken om technologieën te demonstreren. Ook in het verleden werden deze projecten al ingezet om het gebruik te stimuleren van beslissingstools, voorspellingstools of platformen om data uit te wisselen.
Het departement wenst de klanten verder doorgedreven te begeleiden in het gebruik van het e-loket Landbouw en Visserij en het kunnen raadplegen van hun informatie op een laagdrempelige manier. Daarbij denkt het aan de introductie van een chatmogelijkheid op het e-loket en van een mobiele applicatie om informatie op maat van de gebruiker te kunnen raadplegen.
Er is dus al heel veel gebeurd, maar er staat ook nog heel veel op stapel.
De voorzitter
De heer De Roo heeft het woord.
Stijn De Roo (CD&V)
Dank u wel, minister voor uw antwoord. Ik ging er ook mee starten: dit is een vraag over digitalisering, bij computergebruik kan het voorvallen, maar overal kunnen er technische storingen zijn. Uw papieren kunnen ook wegwaaien als u alleen maar op papier werkt of ze kunnen nat worden en dan kunnen ze ook niet meer gebruikt worden. Dus elk systeem heeft natuurlijk zijn nadeel.
Ik ben tevreden met uw antwoord. Ik denk dat het heel terecht is om corona ook als een kans te zien voor de verder digitalisering. Dat er 4 miljoen euro extra vrijgemaakt wordt, is nodig. Maar we moeten wel blijvend inzetten op die digitalisering. U hebt ook terecht aangehaald dat de land- en tuinbouwsector vandaag heel digitaal is, dat er heel veel data worden verzameld, dat er heel wat sensoren op bedrijven aanwezig zijn. Maar ik denk dat die verdere opleiding van elke bedrijfsleider op dat vlak ook cruciaal is om ervoor te zorgen dat zij die data ook in handen kunnen nemen, en dat die niet enkel in handen zijn van een aantal bedrijven die zich toespitsen op die technologieën, die dan vaak ook nog eens internationaal georiënteerd zijn. Hoe meer we onze bedrijfsleiders kunnen opleiden richting beter digitaal gebruik, beter computergebruik, hoe groter de kans dat zij ook zelf met die data aan de slag zullen kunnen.
Ik ben ook tevreden om te horen dat er toch nog een aantal dingen per post kunnen voor diegenen die niet meekunnen – ik denk dat dat eigenlijk nog een grote groep is, ondanks de stijgende trend en het aantal e-mailadressen. Via de erkende centra en de opleidingen moeten we er alles aan doen om iedereen zo snel mogelijk op de kar te krijgen van het verder computergebruik. Ik zie positieve evoluties en ik zie vooral heel veel zaken die nog in de steigers staan, en ik wil dat ook ondersteunen.
De voorzitter
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Karolien Grosemans (N-VA)
Dank u wel, collega De Roo voor de interessante vraag. Die cijfers kwamen van 2010, denk ik. Dat was natuurlijk een heel ander digitaal tijdperk. Zeker na wat we allemaal hebben meegemaakt met corona, is dit allemaal in een versnelling gekomen. Ik vind uw vraag heel interessant omdat het heel goed is om een beeld te krijgen van de situatie tien jaar later. Ik denk dat het enorm belangrijk is om te weten of landbouwers al dan niet mee zijn in deze evolutie. Het is heel belangrijk, uiteraard ook in andere sectoren, te weten of zij toegang hebben tot het internet. Waar vinden zij die info? Vinden ze de weg naar de website van het departement? Ik denk dan bijvoorbeeld aan hoe en wanneer subsidies aanvragen of aan het volgen van webinars. Dat is enorm belangrijk. Die instrumenten moeten zeker toegankelijk zijn en blijven. Voor een heel groot stuk kan op die manier – en dat werd nog niet aangehaald – de administratieve last verminderen. Administratieve last is toch in heel wat sectoren, ook bij ons, een bron van stress.
Ik ben dus heel blij, minister, dat u daar aandacht aan besteedt en dat blijft monitoren. Zoals u aanhaalde: digitalisering is enorm belangrijk geworden en zal zeker niet aan belang verminderen, integendeel, niet alleen in landbouw, maar in heel wat sectoren. Ik neem aan, minister, dat u dit blijft monitoren, misschien ook via de adviseurs van Boeren op een Kruispunt, die regelmatig ook bedrijfsbezoeken doen en wellicht ook het thema digitalisering meenemen.
De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Minister, een beetje in dezelfde lijn sluit ik aan bij het belang van digitalisering. Het is goed om te zien dat digitalisering echt z’n opmars vindt en dat er ook heel wat toegang komt voor mensen die de weg naar de digitale trein vroeger wat moeilijker vonden. Ze kunnen uiteraard via een aantal partners, zowel ‘in house’ – familie – als extern – Boeren op een Kruispunt – dan wel tegen betaling de weg vinden. Maar we moeten hen verder ondersteunen en de drempels detecteren. In welke mate kan het agentschap Inter eventueel ondersteuning bij de digitale toegankelijkheid bieden?
College Grosemans had het ook al over de administratieve vereenvoudiging. We kennen ook de weg naar het e-loket. De landbouw was een van de eerste sectoren die met digitalisering echt aan de slag ging. Maar de vereenvoudiging daarvan was een lang proces. Uiteindelijk heeft dat wel zijn vruchten afgeworpen.
Er is toen voor gekozen om permanent te monitoren en bij te sturen. Twee legislaturen geleden was er een meerjarenactieplan om die administratieve last in de land- en tuinbouw met 20 procent terug te dringen. We zijn daar ook in geslaagd. Minister, moet u dat niet opnieuw bij de hand nemen, opnieuw opstarten, om op die manier de vinger aan de pols te houden? Ik dank u.
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
De problemen zijn hier nog niet helemaal opgelost. Maar ik heb de meeste vragen gehoord. Blijkbaar is de wifi in het gebouw vernieuwd, waardoor ik problemen ervaar.
De voorzitter
Het is blijkbaar verbeterd.
Minister Hilde Crevits
Ja, erg verbeterd. (Gelach van minister Hilde Crevits)
Misschien moeten ze mijn toestellen eens heropstarten. Dat zou een oplossing kunnen zijn.
Ik dank jullie voor de aanvullende vragen. Mijnheer De Roo, het is evident dat we blijvend moeten inzetten op digitalisering. We moeten er hierbij, net zoals in alle andere sectoren, ook wel over waken dat we elke boer mee hebben. Daarom heeft het departement al jaren een project rond e-communicatie lopen. Ook het valoriseren van data is een opportuniteit. We hebben het project DjustConnect van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) dat hieraan kan bijdragen om datastromen bij elkaar te brengen en toch tegelijk de boer eigenaar te laten blijven van de data. Want dat is superbelangrijk en de boeren zijn er ook extreem gevoelig aan.
Collega Grosemans, de boeren vinden de weg naar de website voor de subsidies wel. Er wordt immers zeer, zeer actief gecommuniceerd over de nieuwe oproepen, over de deadlines, over de indieningsdata. Onze landbouworganisaties doen natuurlijk spectaculair veel voor de ondersteuning van hen allemaal. Dat is positief, want ook hun bereik is bijzonder groot.
Collega Talpe, vereenvoudiging is inderdaad een belangrijk aandachtspunt. We zijn ook afhankelijk van de alsmaar complexere Europese regelgeving. In het kader van het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) zullen we een systematische eenvoudigheidstoets uitvoeren om ervoor te zorgen dat de maatregelen niet alleen doelgericht en betaalbaar zijn, maar ook controleerbaar en uitvoerbaar. Voor dat e-loket wordt nu ook heel sterk ingezet op demofilmpjes. Zo werd dat bijvoorbeeld bij de lancering van de nieuwe VLIF-toepassing (Vlaams Landbouwinvesteringsfonds) recent zeer actief ingezet om te vermijden dat de boeren de weg kwijt zouden geraken.
Dus: wordt vervolgd. Er staat nog heel wat op stapel.
De voorzitter
De heer De Roo heeft het woord.
Stijn De Roo (CD&V)
Voorzitter, ik vond het interessant dat er een wending werd genomen richting administratieve last en administratieve vereenvoudiging. Je moet dan natuurlijk altijd bekijken op welk vlak je administratief zult vereenvoudigen en waar die last terechtkomt. In die eerste fase van de digitalisering de afgelopen jaren hebben we vooral gezien dat die terechtkwam bij land- en tuinbouwers of bij hun adviesbureaus, om digitaal een aantal gegevens in te voeren. Het is nu inderdaad zaak om die digitalisering ook aan te wenden om systemen slim met elkaar te kunnen laten communiceren. Ik heb het dan over overheidssystemen. Uiteraard moet daarbij, zoals de minister zei, de privacywetgeving in acht worden genomen.
Er is dus nog veel werk aan de winkel. Laten we daar allemaal onze schouders onder zetten. Ik dank u.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.