De voorzitter
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Minister, ik wil het hebben over een studie van de KU Leuven bij een 20.000 consumenten uit 18 Europese landen, waaruit blijkt dat landbouwers het meeste vertrouwen krijgen van consumenten, en dit in vergelijking met andere sectoren binnen de voedselsector. Dat de coronacrisis het feitelijke belang van de landbouw als strategische sector duidelijk maakte, heeft daar zeker toe bijgedragen. Concreet toont die studie aan dat er een stijging is van het consumentenvertrouwen bij zowel landbouwers, maar ook bij retailers, voedselverwerkingsbedrijven en autoriteiten. We zien dat de stijging het minst groot is bij de landbouwers, maar dat is omdat zij al een groot vertrouwen kregen. De verwerkingsbedrijven en autoriteiten krijgen dan weer wat minder vertrouwen als je het globaal bekijkt.
Wat concludeert het onderzoek ook? Consumenten willen steeds meer die duurzame producten kopen, maar het vertrouwen in die producten ligt erg laag. Een van de redenen daarvoor zijn de verschillende labels die op de markt bestaan, waardoor men door de bomen het bos niet meer ziet. Die wildgroei, die onoverzichtelijkheid van allerhande labels was in het verleden ook al vaker het voorwerp van kritiek. De onderzoekster zegt dat er een belangrijke rol voor overheden is om een duidelijke labeling te voorzien bij duurzame producten en ze verwijst onder meer ook naar de Europese Green Deal, waar men werkt aan een meer geharmoniseerde labeling. Er is daar dus wat werk aan de winkel.
Ik wil u hierover dan ook een aantal vragen stellen.
Hoe schat u de resultaten in van de Europese studie over het consumentenvertrouwen in onze landbouwproducten? De wildgroei van het aantal labels rond duurzame producten is een oud zeer. Hoe wilt u komen tot meer uniformiteit en vereenvoudiging in het aantal labels? Wat verwacht u van het Europese niveau met het oog op de harmonisering van de labeling? Zult u dit aankaarten tijdens Europese ministerraden?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Het klopt dat het EIT Food Trust Report, waar onder meer de KU Leuven aan heeft meegewerkt, een toename in vertrouwen vaststelt in de landbouwers. Zoals u ook aangeeft, is dit een breed opgezet onderzoek, waarbij consumenten verspreid in heel de EU bevraagd zijn en ook consumenten in een aantal andere landen.
Ik vind het zeer bemoedigend dat binnen de voedselketen de landbouwers het meeste vertrouwen genieten. Twee derde van de respondenten vertrouwt hen. Dat ligt een stuk boven de andere spelers in de keten, die rond 50 procent schommelen. Als minister van Landbouw ben ik blij met die resultaten en wil ik enthousiast meewerken om dat percentage te doen stijgen.
Onderzoeken van het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) bevestigen bovendien deze trend. Uit een recente bevraging van VLAM blijkt dat de Vlaming het belang van een sterke inlandse land- en tuinbouw beseft: 86 procent vindt dit belangrijk. Daarnaast geeft 82 procent aan bewondering te hebben voor landbouwers en zegt 78 procent een positief beeld te hebben over land- en tuinbouw. Er is wel wat bezorgdheid over milieuaspecten: 33 procent meent dat de land- en tuinbouwsector milieuvervuilend is. 70 procent denkt wel dat de land- en tuinbouwsector de jongste jaren met steeds meer respect voor het milieu produceert en maar liefst 81 procent dat landbouw hier in de toekomst een positieve bijdrage kan leveren.
Uit hetzelfde VLAM-onderzoek blijkt dat de coronacrisis het consumentenvertrouwen in inlandse land- en tuinbouwproducten versterkt heeft. Als belangrijkste redenen om voor inlandse voedingsproducten te kiezen, geven de Vlamingen de steun aan de inlandse economie en het milieu aan. Waar vroeger vooral het milieu steeds vaker als argument werd aangegeven om lokaal te kopen, is dat nu vaker de steun aan lokale economie.
Een ander bewijs van het stijgende consumentenvertrouwen is het boomen van de omzet in de korte keten. De omzet van de hoevewinkel en de boerenmarkt steeg in het tweede kwartaal van 2020 met maar liefst 88 procent ten opzichte van dezelfde periode het jaar voordien. Dat is spectaculair.
VLAM voerde in november 2020 een diepteonderzoek over het thema duurzaamheid. In december organiseerde VLAM een webinar over de impact van COVID-19 op het aankoop- en consumptiegedrag van de Belg.
Er heerst wantrouwen omdat er een overvloed is aan labels, complexe informatie en claims vanuit verschillende stakeholders. Consumenten zetten momenteel hoofdzakelijk kleine en gemakkelijke stappen, zeker wanneer die op een of andere manier aangemoedigd worden of wanneer het hen gemakkelijk wordt gemaakt. In de afwegingen die de consument maakt tijdens het winkelen, moet duurzaamheid het nog vaak afleggen tegenover andere aspecten die hem een groter voordeel opleveren.
Er is dus nood aan duidelijkheid over het concept duurzaamheid. Eenduidige communicatie en een uniform label met betrekking tot duurzaamheid kan volgens de consument helpen. In het project ‘Voedsel verbindt boer en burger’ dat VLAM in mijn opdracht coördineert, zitten 23 voedingsfederaties, van landbouw tot horeca, samen om die gevoeligheid voor lokale en duurzame producten te verhogen. Een van de toekomstige projecten hierin kan de labeling zijn.
Er zijn een aantal pistes zoals het vooropstellen van duidelijke criteria, het ontwikkelen van ‘umbrella’-labels die verschillende bestaande labels groeperen aan de hand van deze criteria. Ik geloof ook sterk in een Europese aanpak op dit vlak. In een eengemaakte markt kan dit het best Europees geregeld worden, maar zo ver zijn we nog niet.
De Farm-to-Forkstrategie zet in op de bevordering van duurzame voedselconsumptie. Om dit te doen zal de Europese Commissie onder meer maatregelen voorstellen om consumenten te helpen gezonde en duurzame voeding te kiezen door hen beter te informeren. Dat vereist ook een duidelijke en uniforme etikettering.
De Nederlandse overheid heeft in december 2020 een Europese conferentie georganiseerd waar de eerste discussies over labeling zijn gevoerd. Dat was het startpunt van Europese werkgroepen waarbij de criteria en vorm van deze labels verder afgestemd worden. Het uiteindelijke doel van dit label is te komen tot een systeem dat vrijwillig en internationaal kan worden gebruikt en dat orde kan scheppen in alle mogelijke en bestaande labels, onder meer inzake dierenwelzijn. Hopelijk kan dit het startpunt betekenen voor een verdere Europese harmonisering van labels.
Ik zal aandacht blijven hebben voor de problematiek en vooral voor de zorg over een eerlijke, uniforme, ambitieuze en toch haalbare regeling. Mijn diensten werken hier zeer actief aan mee.
De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Minister, van de bemoedigende resultaten van het onderzoek word ik welgezind. Dat perspectief voor de sector is belangrijk. Uiteraard heeft de boost van de korte keten daar zeker toe bijgedragen.
Transparantie en een duidelijke labeling zijn bijzonder belangrijk. De consumenten willen correct worden geïnformeerd om een weloverwogen keuze te maken van de voeding die ze willen kopen. Op het Europese niveau wordt de benaming steeds belangrijker. Gisteren las ik in de pers dat er mogelijk Europese beperkingen komen voor het gebruik van het woord ‘romig’ voor bepaalde plantaardige zuivelproducten. Dat is natuurlijk een andere problematiek, maar het leeft toch op welke manier we onze producten presenteren.
Inzake labeling zijn er de voorbije jaren al stappen gezet zoals de nutriscore. De onderzoekster van de KU Leuven doet op dat vlak de suggestie om zo'n nutriscore uit te werken om de duurzaamheid van een product te categoriseren. Hoe staat u tegenover de suggestie om op die manier met een soort uniformiteit aan de slag te gaan? Ik weet dat dat in combinatie moet gebeuren met de federale minister, maar goed, dat is maar aan de overkant van de straat.
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Sorry, maar de wifi op mijn kabinet is vernieuwd, met als gevolg dat het hier niet meer werkt. Ik weet niet wat er aan de hand is en ik ben me al de hele morgen verschrikkelijk aan het opjagen omdat er niets werkt.
De voorzitter
Rustig blijven, minister.
Minister Hilde Crevits
Het is natuurlijk zeer opmerkelijk hoe afhankelijk we worden van zulke toestanden. Ik zal vanavond aan zelfreflectie doen.
De uniformiteit met de nutriscore zal ik opnemen met mijn federale collega. Het is echt van belang om wildgroei te vermijden. Het eindresultaat van het project dat VLAM trekt, moeten we toch afwachten. Ik zal dat meenemen in de volgende stappen rond labeling. Weet dat er een groot draagvlak voor is. Dat is belangrijk om initiatief te kunnen nemen.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.