Eind vorig jaar - voor het contracteren van oogst 2021 - werd binnen de aardappelsector een kleine daling van het Europees aardappelareaal geraamd van 2% tot hooguit 5%. Een analyse van de marktexperts van DCA leert dat deze situatie is gekanteld. In Noordwest-Europa wordt uitgegaan van een krimp die 6% tot 9% bedraagt. Dit is nog altijd minder dan waartoe belangenbehartigers zoals NEPG oproepen. Zij ambiëren een daling van minstens 15%.
Daling in nieuwe teeltgebieden
De grootste daling van het areaal frietaardappelen voor de hoofdoogst van 2021 wordt verwacht in de relatief nieuwe teeltgebieden: Wallonië en Noord-Frankrijk. In Nederland en Vlaanderen wordt een minder sterke daling verwacht. Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Polen zitten tussen deze 2 scenario's in.
In Duitsland speelt mee dat aardappeltelers weer vaker kiezen voor tafelaardappelen. Ook de zetmeelaardappelteelt toont zich stabiel. Het midden vroege segment krimpt naar verwachting in Duitsland en België.
Rassen als Signora, Zorba en Felsina nemen af in oppervlakte, gebaseerd op een verminderde vraag naar pootgoed. Telers kiezen eerder voor een ras als Fontane. Deze kan zowel af land worden afgeleverd als opgeslagen, wanneer de markt hier om vraagt. Pootgoed van dit ras vindt in Europa goed zijn plek. Wat ook meespeelt is een afnemende interesse in het ras Innovator. Bij verwerkers is dit ras populair maar de hectareopbrengst is bij veel telers de laatste 3 jaar teleurstellend geweest. Dit zie je in heel Europa.
Verwerking valt mee
Ook in 2021 is er onzekerheid voor aardappelverwerkers. Zij hebben een turbulent jaar achter de rug met diepe dalen. Maken we de balans op dan zijn de dalingen in de verwerkingscijfers minder groot dan eerder verwacht. In Nederland werd 10,5% minder verwerkt (3,4 miljoen ton) en in België 4% minder (5,08 miljoen ton). Ook zetten meerdere verwerkers in op groei van hun productiecapaciteit met de uitbreiding van bestaande fabrieken of de bouw van nieuwe. In hun contracten zoeken zij daarom stabiliteit, maar wel bij een lager prijsniveau.
Nederland: meer tarwe op klei
Naar verwachting neemt het consumptieaardappelareaal met 3% tot 5% af. Dit betekent een daling van 2.275 tot 3.780 hectare, waarna het totaal uitkomt op 72.000 tot 73.500 hectare. In de kleiteeltgebieden hebben akkerbouwers iets meer wintertarwe ingezaaid, ingegeven door een stabiel prijsniveau. In het zuidoosten en oosten van Nederland wordt eerder gekozen voor maïs, of akkerbouwers pionieren meer met een gewas als uien. Het aanbod huurland wordt hier als ruim betiteld, waardoor 'gelukszoekers' soms hun kans pakken. Het areaal zetmeelaardappelen blijft stabiel. Dit segment geniet een positieve vraag.
Dat geldt ook voor vlokkenaardappelen. Toch is in deze contracten soms ook een prijsdaling zichtbaar.
België: vooral daling in Wallonië
In Vlaanderen fluctueert het aardappelareaal traditioneel gematigd. DCA gaat daarom uit van een daling tussen de 3% en 5%. In Wallonië ligt dat anders. Vooral grote aardappeltelers daar minderen in de teelt. Een verlaging van 10% wordt mogelijk geacht. Grondbezitters hebben door de afwachtende houding van hun huurders ervoor gekozen vaker graan te zaaien. Daarnaast hebben sommige telers problemen om aan hun financiële verplichtingen te voldoen. Hierdoor zijn grondeigenaren afhoudend met het verhuren van grond.
Frankrijk: akkerbouwer kiest zekerheid
Net als in Franstalig België kiezen Franse akkerbouwers dit seizoen eerder voor granen in het bouwplan. De risico's zijn laag en de positieve prijsontwikkeling op de granenmarkt zorgt voor verbeterde financiële inkomsten. Nu Franse akkerbouwers toch over neonics-gecoat zaaizaad kunnen beschikken daalt ook het areaal suikerbieten veel minder dan eerder ingeschat. Aardappeltelers hebben na lang wachten een klein beetje steun gehad voor oogst 2020. Zij hebben eveneens met een flink hogere kostprijs te maken door het wegvallen van CIPC. De contractprijs liggen in Noord-Frankrijk op een iets hoger niveau, maar dit trekt niet iedereen over de streep.
Duitsland: verschuiving in rassen
De beweging van het areaal in Duitsland zit tussen de eerder genoemde landen in. Naar schatting zo'n 5%. De segmenten zetmeel en tafelaardappelen blijven stabiel. De grootste krimp wordt bij fritesaardappelen verwacht. Daarbij wordt vaker gekozen voor een multifunctioneel ras als Fontane dat breed inzetbaar is in alle leverperiodes. In het zuidwesten van Duitsland kiezen steeds meer akkerbouwers ervoor om hun geluk in de uienteelt te beproeven. Ook in Duitsland heeft de bietenteelt meer hoop gekregen nu lokaal een onthef􀁿ng voor neonics-gecoat zaad gerealiseerd is. Daarbij is afgelopen herfst meer wintergraan gezaaid.
Polen: Moeilijke jaren hebben effect
De Poolse aardappelsector kent een aaneenschakeling van moeizame jaren. In 2018 en 2019 waren er misoogsten door grote droogte. 2020 begon historisch droog maar er viel op tijd regen waardoor de opbrengsten goed waren. Het areaal groeide volgens officiële cijfers met 5% tot 325.000 hectare. Deze groei wordt hoogstwaarschijnlijk dit jaar weer ingeleverd. Vooral grote frieitaardappeltelers schalen hun areaal af, omdat de contracten weinig kostendekkend zijn. Het eerste jaar zonder CIPC is voor velen een hard gelag. Het middel was moeilijk te krijgen en ervaringen zijn er niet. Bovendien zijn lang niet alle bewaarschuren geschikt.
Verenigd Koninkrijk: frites stabiele factor
Vooral aardappeltelers die product leveren aan fish & chips winkeltjes voor verse friet zien hun handel verdampen. De teelt van frietaardappelen voor verwerkers vindt bijna volledig op contract plaats.Telers kunnen hier goed mee overweg. Deze professionele bedrijven houden het areaal stabiel. Vooral de kleine teeltbedrijven minderen en zaaien meer graan. Het areaal neemt naar schatting met 2% tot 2,5% af.
Hierdoor komt de totale aardappelteelt op 106.000 en 120.000 hectare.
In 2020 bedroeg het areaal consumptieaardappelen in de EU-5 652.790 hectare. Bij daling van 6% tot 9% komt dit voor 2021 uit op 614.000 tot 594.000 hectare. In absolute cijfers zit de grootste krimp in Duitsland (10.300 ha) en Frankrijk (19.680 ha). Het EU-5 areaal zakt zo terug naar een niveau dat we in 2016 of 2017 hebben gezien. Dit betekent dat we bij een gemiddelde hectare-opbrengst van 45 ton praten over 27 miljoen ton aardappelen. Bij een volume van 28 miljoen ton is de Europese markt in balans, wat betekent dat verwerkers voldoende aardappelen hebben en er sprake is van een gezonde markt.