De voorzitter
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer De Roo heeft het woord.
Stijn De Roo (CD&V)
Minister, smartfarming en het gebruiken van data in combinatie met precisietechnieken winnen aan populariteit. Het aantal onderzoeken en projecten rond dit thema neemt jaar na jaar toe. Zo werd vorig jaar het project ‘Aan de slag met smartfarming’ afgesloten. Tijdens dit project werd meer dan 220 hectare gescand met een bodemscanner, waardoor enorm veel data van de bodem werden verzameld. Momenteel wordt een vervolgproject op poten gezet, getiteld ‘Smartfarming op het menu’, waarbij men eerst de bodem beter in kaart gaat brengen. Vervolgens wordt het gewas gemonitord door middel van gewassensoren of opbrengstmetingen, en tot slot worden de data aangewend voor precisietoepassingen.
Wanneer dronebeelden gecombineerd worden met satellietbeelden, neemt het aantal toepassingen met meerwaarde verder toe. Precisielandbouwtechnieken kunnen op dat moment als managementtool worden ingezet op het bedrijf. Er bestaan al voorbeelden op het vlak van precisiebemesting, precisiefruitteelt, ziektedetectie bij aardappelen en fruitteelt, onkruiddetectie in gewassen, enzovoort. Denk maar aan het project WikiLeeks, waarbij deze technieken in de preiteelt worden aangewend om plaatsspecifiek te bemesten, rekening houdende met de bodem en de gewastoestand.
Hoewel de projecten die lopen keer op keer aantonen dat technieken als dronebeelden, bodemscans, gewassensoren enzovoort, winsten geven op zowel het vlak van bedrijfsmanagement als op het vlak van milieu, vinden ze slechts gestaag ingang in de land- en tuinbouwsector. De huidige kostprijs is daar een belangrijke oorzaak van.
Minister, wat is uw visie op de evolutie op vlak van smartfarming?
Staan er in de nabije toekomst onderzoeksprojecten rond smartfarming gepland? Bij welke projecten participeert de overheid?
Op welke manier wilt u betaalbare smartfarming ingang laten vinden bij de land- en tuinbouwsector? Op welke manier denkt u deze technieken ingang te laten vinden in de land- en tuinbouwsector?
Op welke manier wenst u smartfarming verder te promoten in de sector?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega De Roo, zoals ik op 3 februari in antwoord op uw vraag om uitleg heb aangegeven, staan we voor een zeer belangrijke doorbraak met precisietechnieken, wellicht ook geholpen door de mogelijkheden van artificiële intelligentie. Belangrijk is dat de beloftevolle onderzoeksresultaten hun weg vinden naar onze land- en tuinbouwbedrijven.
Wat precisietechnieken betreft, gaf ik toen ook al aan dat er geen probleem is qua schaalgrootte van onze individuele Vlaamse bedrijven, maar dat de ‘schaalkleinte’ een issue is. Daarom is het uitermate van belang om ons collectief goed te organiseren, en om slimme ondersteuning te geven voor het toepassen van die technieken, zodat er een groot digitaal systeem van smartfarming in Vlaanderen ontstaat waarvan elke boer dan de vruchten kan plukken. En hierbij verwijs ik naar platformen zoals Djust Connect. Deze platformen moeten ook garanderen dat de boeren eigenaar blijven van hun eigen data. Dat is heel, heel belangrijk. Ik kom er nog even op terug omdat ik dit elementair vind in de hele discussie.
Smartfarming, artificiële intelligentie, big data zijn thema’s die in het verleden reeds aan bod kwamen in de landbouwtrajecten van het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) en die ook in toekomstige oproepen nog aan bod zullen komen. De bedoeling van deze landbouwtrajecten is om vanuit een concrete probleemstelling van een groep ondernemingen uit de land- en tuinbouwsector, innovatieve oplossingen aan te bieden die op relatief korte termijn toepasbaar zijn en resulteren in zichtbare veranderingen met een duidelijke meerwaarde.
Het Vlaams Instituut voor Landbouw, Visserij en Voeding (ILVO) participeert daarnaast in 17 projecten omtrent smartfarming. Wat de participatie van de Vlaamse overheid in onderzoeksprojecten betreft, kan ik met trots aangeven dat onze onderzoeksinstellingen er vaak in slagen op internationaal niveau samen te werken en daar ook Europese middelen aan te boren voor onderzoek dat ook onze Vlaamse land- en tuinbouw ten goede komt.
Daarnaast spelen ook de praktijkcentra een rol in het verder doorvertalen van de mogelijkheden van smartfarming naar de land- en tuinbouwbedrijven. Ik verwijs ook naar de demonstratieprojecten.
In het kader van Vlaamse Veerkracht voorzie ik een extra budget van 4 miljoen euro voor data en digitalisering.
De bestaande instrumenten van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) bieden al kansen om in te zetten op smartfarming. De investeringen worden gesubsidieerd aan 30 en aan 40 procent indien één van de bedrijfsleiders jonger is dan 41 jaar. Voorbeelden van investeringen in de veehouderij die verhoogd gesubsidieerd worden zijn stappentellers voor koeien, activiteitsmeters, herkauwmeters en samen hiermee ook halsbanden voor dierherkenning, maar ook bijvoorbeeld een automatisch monster- en analysesysteem voor melkparameters. Ik vind dat fantastisch, ik ben vooral gefascineerd door die stappentellers.
Binnen de plantaardige sector worden sinds 2015 heel wat precisielandbouwtechnieken verhoogd gesubsidieerd. Zeer beloftevol! Het gaat over precisielandbouw waarbij bijvoorbeeld het gelijkmatig over een perceel toepassen van gewasbeschermingsmiddelen beoogd wordt. Dit kan aan de hand van bestuurdersassistentie of ook via automatische sturing. Daarnaast bestaan oogstparameters inzake de waterbehoefte.
De VLIF-maatregel Projectsteun voor innovaties in de landbouw, waarvoor jaarlijks een oproep georganiseerd wordt, stimuleert onder andere de realisatie van duurzame innovatieve productiemethoden op land- en tuinbouwbedrijven. We merken dat het engagement vanuit de landbouw om te investeren in precisielandbouwtechnieken wel degelijk aanwezig is. Zo heb ik in 2020 twee projecten goedgekeurd rond innovatieve spuittechnieken op basis van gps-sturing en detectiesensoren, die kaderen binnen smartfarming.
Ook de steunmaatregel voor Europese Innovatiepartnerschappen waarbij landbouwers met onderzoekers in een operationele groep aan de slag gaan om innovatieve oplossingen te zoeken, kan aangewend worden in het kader van smartfarming. Via de ondersteuning voor demonstratieprojecten worden innovaties in het kader van smartfarming-technieken breed uitgedragen naar de landbouwsector.
Binnen het vormingsaanbod, zowel cursussen als korte vormingen, worden opleidingen rond smartfarming gesteund vanuit de overheid. Ook binnen de Gemeenschappelijke Marktordening (GMO) groenten en fruit loopt een en ander. Ik bekijk de mogelijkheden binnen het nieuwe GLB vanaf 2023 in deze context.
De voorzitter
De heer De Roo heeft het woord
Stijn De Roo (CD&V)
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik denk dat u terecht het belang van die nieuwe technieken hebt onderstreept en inderdaad hebben we het al eens gehad over ‘schaalkleinte’ en over het feit dat dat wel een drempel veroorzaakt in onze Vlaamse land- en tuinbouwsector om dergelijke dure technieken te gaan implementeren. Ik heb in uw antwoord een opsomming gehoord van heel veel zaken die al lopen. Ik denk dat dat een goede zaak is. Ik hoop dat die projecten ook de verdere uitrol kunnen versterken, waardoor er misschien op een iets grotere schaal dergelijke sensoren en dergelijke beelden die worden gebruikt, bijvoorbeeld satellietgegevens, ook verder ingezet kunnen worden, zodat de techniek ook betaalbaarder wordt en dat meer bedrijven er winsten door kunnen boeken en het effectief als een managementtool kunnen inzetten. Ik heb geen verdere vragen.
De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Ik pik even in, omdat de minister het had over de belangrijke rol van VLIF-steun wat betreft de smart farming, en dan neem ik de sprong naar de loonwerkers, die toch ook een belangrijke positie kunnen innemen in de landbouwwerking en smart farming. Zij hebben geen recht op VLIF-steun, zij vallen onder Economie. Dus, minister, kunnen zij op andere manieren ook binnen Economie rekenen op een zekere steun om te investeren, zodanig dat zij ook daar hun steentje kunnen aan bijdragen?
De voorzitter
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Karolien Grosemans (N-VA)
Minister, dank u voor uw antwoord. Onze fractie is uiteraard een groot voorstander van innovatie. U gaf zonet ook al de stappentellers voor koeien aan. Ik heb die zelf ook al eens gezien tijdens een bedrijfsbezoek en er uitleg over gekregen. Het is ongelooflijk welke mogelijkheden er zijn, er ging een hele wereld voor me open. Ik ben er ook van overtuigd dat, als we nog meer weten over de bodem, over teelttechnieken, over ziektes bij dieren, dat gaat leiden tot betere en kwalitatievere producten.
Collega De Roo, ik ben het eens met u, u haalt de drempel van de kostprijs aan. Ik denk inderdaad ook dat dat een drempel kan zijn voor landbouwers en dat die samenwerkingen en die projecten die u aanhaalt – u verwoordt het ook heel mooi: die ‘schaalkleinte’ – wel kunnen bijdragen om het platform te vergroten. Ik wil wel nog meegeven dat we er zeker over moeten waken dat we geen tweede drempel creëren. En dan verwijs ik even naar de planlast: we moeten er toch voor zorgen dat het delen en het ingeven van die data niet zal zorgen voor te veel administratieve lasten. Als dat niet het geval is, zullen misschien nog meer landbouwers geneigd zijn om in te stappen in die projecten.
Verder heb ik geen vragen. Alleen hoop ik inderdaad, net zoals collega De Roo al aanhaalde, dat u, minister dit project of gelijkaardige projecten kunt laten uitrollen over heel Vlaanderen.
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Ik merk veel enthousiasme voor wat er beweegt op dat vlak, ik ben er zelf eigenlijk ook wel enthousiast over.
Collega De Roo, we zetten zowel in op onderzoek als op demonstratie in de praktijk, maar ook op de bredere uitrol via het VLIF nadien. Ik neem uw bezorgdheid nog eens mee, maar eigenlijk denk ik dat we daar op goede sporen zitten.
Collega Talpe, wat betreft de loonwerkers: de algemene steunmaatregelen zoals de kmo-portefeuille en de ecologiesteun staan open voor alle sectoren, maar uiteraard moet elk individueel bedrijf wel aan de voorwaarden voldoen.
Collega Grosemans, ik ga ermee akkoord dat er geen nieuwe drempel mag zijn, de gebruiksvriendelijkheid is een van de elementen die steeds meegenomen worden, net als het kunnen verbinden van meerdere databronnen. Ook daardoor kan tijdswinst geboekt worden voor onze … (onverstaanbaar).
De voorzitter
De heer De Roo heeft het woord.
Stijn De Roo (CD&V)
Dank voor de aansluitende ondersteuningen. Ik denk dat het duidelijk is: meten is weten. Als we slim met data kunnen omgaan, zetten we werkelijk stappen vooruit, en daar bestaan zelfs stappentellers voor.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.