De voorzitter
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Steven Coenegrachts (Open Vld)
Minister, import van buitenlandse soja voor dierenvoeding ligt regelmatig onder vuur. Vaak ook terecht, omdat het mee verantwoordelijk zou zijn voor het kappen van onder andere het regenwoud. In België proberen we daar al een kleine vijftien jaar iets aan te doen, met een Actieplan Alternatieve Eiwitbronnen, geïntroduceerd door de mengvoederfabrikantorganisatie. Dat actieplan bevat het aankopen van duurzaamheidcertificaten die worden gegeven aan boeren die duurzame soja telen. België is daarin koploper geworden in de wereld. Mondiaal staan we in de top vijf en in Europa in de top drie.
Helaas ook hier geen rozen zonder doornen. Het is nog niet voldoende. Er is nog werk aan het certificeringssysteem, aan de controles die daarop worden uitgevoerd. Ook de impact van die certificaten verdient nuance.
Ongeacht het feit dat we weten dat er werkpunten zijn, dat het een uitdaging is om daar verder werk van te maken, moeten we niet defensief zijn. We lopen hiermee voorop in Europa. We mogen die leidersrol ook uitdragen.
Minister, is het niet nodig dat we van die aanpak ook een Europese aanpak maken? Niet alleen in het belang van onze eigen landbouwers, die daarmee ook een eerlijke concurrentiepositie zouden krijgen, maar ook van de duurzaamheid in Zuid-Amerika. Ik dank u.
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega Coenegrachts, ik ben zeker te vinden voor een Europese aanpak. We willen zeker een level playing field wat dat betreft. De Europese Commissie heeft in haar Farm-to-Forkstrategie heel expliciet aandacht voor die duurzame eiwitvoorziening in de veehouderij. Maar we doen het op zich in Vlaanderen niet zo slecht. Voor de inspanningen die tot nu toe gebeurd zijn, staan we in de internationale ranking inzake het gebruik in de veehouderij van duurzame, maatschappelijk verantwoorde soja op plaats 3, na Noorwegen en Nederland.
55 procent van alle soja die in België wordt verhandeld, valt dus onder zo een duurzaamheidscertificaat. Dat is op zich een goede zaak. Maar het kan nog een stuk beter. We willen eigenlijk tegen 2030 dat 100 percent van de soja duurzaam wordt. Ik zou heel graag hebben dat dat in een Europese strategie ingebed wordt. Mits innovatie kan dat zeker.
We kijken ook een beetje verder. Onlangs heb ik samen met heel wat organisaties een Vlaamse eiwitstrategie gepresenteerd. Het gaat dus over plantaardige eiwitten, niet alleen voor duurzame diervoeders maar ook voor menselijke consumptie. We hebben met zestien partners, gaande van landbouworganisaties tot leefmilieuorganisaties een aantal ambities geuit. Los van wat Europa doet, is het echt mijn bedoeling om substantiële stappen naar voren te zetten als het gaat over duurzame soja, maar ook globaal de duurzame productie van plantaardige eiwitten. We zien ook dat er voor menselijke consumptie heel veel interesse is van Vlamingen om plantaardige eiwitten te consumeren, dus is het voor ons ook interessant om te kijken in welke mate men dat hier kan telen en onze boeren daar enthousiast voor kan maken.
De voorzitter
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Steven Coenegrachts (Open Vld)
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Het is helemaal juist dat wat goed is voor onze runderen op dit vlak ook goed is voor de mensen. Het is zeker de moeite om daar verder in te investeren. Ik denk dat het goed zou zijn mochten we de import van buitenlandse soja op Europees niveau kunnen aanpakken, ook om daarvoor onze impact in het buitenland en onze economische slagkracht te gebruiken. Maar u hebt gelijk, ook hier in Vlaanderen hebben wij een steentje bij te dragen om een alternatief te vinden voor de buitenlandse soja.
Het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) heeft ondertussen twee soorten ontwikkeld die zouden moeten kunnen gedijen op Vlaamse bodem. Die zouden getest worden, als ik het zo mag zeggen, in een soort burgerschapsproject dat de duurzame sojateelt in Vlaanderen moet stimuleren. Er werden duizend huishoudens gezocht. Vijfduizend mensen hebben zich daarvoor kandidaat gesteld. Werden die twee Vlaamse sojasoorten ondertussen officieel erkend door Europa, want daar waren we nog wachtende op? Zijn de kandidaten van dat burgerschapsproject ondertussen geselecteerd? Op welke termijn mogen we daar testen en resultaten van verwachten?
De voorzitter
De heer Sintobin heeft het woord.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Minister, in de eerste plaats ben ik blij dat we toch in één wereldranking in de top 3 staan. Ik onderschrijf natuurlijk het level playing field voor die duurzame sojateelt. Ik wil ook nog even terugkomen op het onderzoek dat nog maar begonnen is, waarde collega. Ik heb hier de webstek voor mij. Dat zou starten in maart. Vanaf april zou dit echt van start gaan. Ik wilde ook vragen hoeveel mensen daaraan willen deelnemen. Hoe is dit gespreid over het grondgebied? Ik denk dat daar toch ook wel wat verschillen uit kunnen voortkomen.
De voorzitter
De heer Dochy heeft het woord.
Bart Dochy (CD&V)
Voorzitter, minister, collega’s, natuurlijk ondersteun ik graag de vraag, de opmerking, de suggestie en de ambitie van collega Coenegrachts om op Europees niveau een level playing field te creëren voor de sojaproductie. Maar ik wil toch wel even mijn bekommernissen en bezorgdheden uiten, die in andere fora ook al door collega’s geuit werden. Ik heb het over Mercosur. U weet dat vandaag al veel soja van daaruit naar hier geïmporteerd wordt. Als wij al moeite hebben, als wij akkoord gaan dat het moeilijk is om op Europees vlak een level playing field te creëren, wel, beste mensen, hoe zullen wij dan kunnen garanderen dat er een level playing field komt met de import uit de Mercosur-landen, die in de toekomst nog versterkt zal worden?
De voorzitter
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Jeremie Vaneeckhout (Groen)
Minister, dank u wel voor het antwoord op deze zeer pertinente vraag. Het is natuurlijk zo dat de import van soja er ook is omdat er een noodzaak is aan soja in onze Vlaamse velden en op Vlaamse boerderijen. Dat heeft natuurlijk ook te maken met onze zeer uitgebreide veestapel, die een bepaalde impact heeft. Minister, die veestapel is dus ten dele verantwoordelijk voor ontbossing in andere continenten. Wat ons altijd bijblijft, is dat die certificering op dit moment duidelijk nog niet volstaat en een aantal zaken nog niet verhindert, en dat we, in het kader van de eiwittransitie die u zelf hebt aangekondigd, misschien toch ook eens moeten nadenken, collega’s, over hoe we onze landbouwsector minder afhankelijk maken van soja uit andere continenten. Ik denk dat daar een groot deel van de opdracht ligt, namelijk: hoe kunnen we meer produceren? Dat is ook gedeeltelijk wat u zegt. Daarom vragen we u hoe u dat versneld zult doen. Want als we afhankelijk blijven, dan gijzelen we eigenlijk onze landbouwsector op lange termijn.
De voorzitter
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Cathy Coudyser (N-VA)
We hebben die eiwitstrategie inderdaad besproken. Onze ambitie in Vlaanderen ligt hoog op dat vlak. Biotechnologie is ook een belangrijke sector voor innovatie, onderzoek en ontwikkeling. Gent is echt toonaangevend in dat onderzoek. Er lopen verschillende onderzoeken over de teelt van soja.
Mijn vraag gaat eigenlijk verder op wat de heer Coenegrachts zei: die uniforme Europese aanpak moet er inderdaad komen. Op welke manier zien we echter de samenwerking met andere Europese landen inzake die duurzame sojateelt? Welke specifieke rol ziet u daarin voor Europa, minister?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Dank u wel, collega’s, voor de grote soja-interesse. Het is eens een ander thema. Er was vandaag een heel gevarieerd aanbod aan vragen. Dat doet me veel plezier.
Collega Coenegrachts en collega Sintobin, ik heb dat project inderdaad gelanceerd. Ik deed een oproep aan de Vlaamse bevolking om 1 vierkante meter van hun tuintje af te staan om te bekijken hoe sojaplantjes reageren op de grond. Er zijn vijfduizend mensen die 1 vierkante meter tuin afstaan. Onder andere mijn kabinetschef is wildenthousiast, maar hij staat op de reservelijst. We zijn nu aan het bekijken of het mogelijk is om meer dan duizend tuintjes te laten deelnemen. Collega’s, heel belangrijk: we moeten de verschillende grondsoorten in Vlaanderen selecteren. Ik ga niet zeggen dat alle West-Vlamingen mogen deelnemen en de rest niet. De tuintjes zijn verspreid over de verschillende types grondsoorten, omdat het zou kunnen dat die plantjes beter gedijen op plaats A dan op plaats B. Dat heeft ook te maken met stikstofverbindingen en dergelijke. Dat vergt een heel technische uitleg. Het is echter een heel interessant project. Ik leer daaruit dat onze mensen heel erg geïnteresseerd zijn om mee te doen aan zulke onderzoeken, als ze weten dat dit nieuwe successen kan opleveren qua productie. Het succes is dus veel groter dan we verwacht hadden. Dat is dus heel goed.
Collega Dochy, u maakte een opmerking over Mercosur. U weet dat ik vind dat we bijkomende garanties nodig hebben op het vlak van landbouw, arbeidsvoorwaarden en klimaat. Ik ben dus een koele minnaar van wat er nu op tafel ligt – dat weten jullie –, ook al is er een compensatiepakket voorzien voor landbouw. Uiteraard zullen we nooit tot een Europese strategie kunnen komen als andere kanalen zomaar opengezet worden. We moeten daar dus een heel moeilijk evenwicht vinden.
Collega Vaneeckhout, in verband met die veestapelopmerking: wij zijn natuurlijk ook afhankelijk van wat de consument wil. Dieren worden ook opgegeten, dus consumenten willen dat ook. Maar ik ben het er wel mee eens dat we volop onze innovatietechnieken moeten inzetten om te kijken hoe je die voeders ook anders kunt samenstellen.
Ik wil toch een langs breken voor de inspanningen die onze voederbedrijven doen. Vorig jaar heb ik een eerste voorstel gezien om echt tot enorme reducties over te gaan. Ze hebben nu opnieuw een gesprek met mij gevraagd naar aanleiding van het stikstofdebat, om te kijken wat ze nog allemaal kunnen doen. Dat is voor mij ook wel belangrijk. Want als je daar ook een stukje innovatie in kunt gebruiken, kun je meerwaarde creëren. Ik ben dus zeker bereid om die pistes verder te bewandelen, en te kijken of we daar nog vooruitgang in kunnen boeken.
Maar ik ben blij met het enthousiasme en de aandacht van iedereen om rond plantaardige eiwitten, zowel voor dierlijke als menselijke consumptie, serieuze investeringen en innovaties te doen.
De voorzitter
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Steven Coenegrachts (Open Vld)
Ik denk dat het zaak is om op die twee sporen te werken. We moeten proberen om Europees een aanpak te creëren richting meer duurzaamheid van buitenlandse soja, die ethisch verantwoorde soja die we importeren. We moeten het economisch blok gebruiken en inzetten om ook in andere continenten te zorgen voor een gedragswijziging. Tegelijkertijd moeten we zorgen dat we hier in Vlaanderen en Europa een eigen productie kunnen opstarten, zodat we daarmee op weg kunnen. Dan worden we minder afhankelijk van die buitenlandse producten, zodat we mens en dier kunnen voeden met eigen soja.
De voorzitter
De actuele vraag is afgehandeld.