‘De inzet van drones maakt deel uit van de modernisering van de jacht’, zegt Maarten Goethals, de woordvoerder van de HVV. De wildbeheereenheden, de landbouwers en twee commerciële dronebedrijven zullen daarvoor het hele jaar door samenwerken. ‘In het voorjaar willen we vooral de jonge dieren op de akkers, zoals reekalfjes, hazen of patrijzen, beschermen tegen de maaimachines. Vroeg op de ochtend vliegen de drones dan over de te maaien akkers om te kijken of er leven is. Is dat zo, dan proberen we de dieren dat in eerste instantie te verjagen. Lukt dat niet, dan gaan we de plek markeren zodat de landbouwer eromheen kan maaien.’
Voor het project zijn acht wildbeheereenheden geselecteerd: Dessel en Essen in Antwerpen, Tussen Schelde en Leie en het gewest Aalst in Oost-Vlaanderen, het Hageland, Ter Rijst en Holland en het Velpedal in Vlaams-Brabant en Bocholt in Limburg.
Om het project te doen slagen, is een goede communicatiestroom tussen alle actoren nodig. ‘De dronefirma moet snel en flexibel inzetbaar zijn en binnen de wildbeheereenheid moeten vrijwilligers klaarstaan om gedetecteerd wild te gaan redden wanneer de landbouwer laat weten dat hij die dag gaat maaien’, zegt Andy Pieters, de woordvoerder van Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA). De vrijwilligers hebben de toestemming om wild te verplaatsen. ‘Dat moet altijd gebeuren conform de richtlijnen, met jutezakken, gras of handschoenen. De moeder moet haar jongen achteraf opnieuw willen opnemen.’ In het najaar kan het systeem ingezet worden om bijvoorbeeld everzwijnen in de maïsvelden op te sporen.
Voor het project is 45.500 euro vrijgemaakt uit het Jachtfonds.