Waarom moeten we het probleem aanpakken?
Onbekend is onbemind. Bij dit hardnekkige onkruid spreken we beter van "bekend en onbemind", want hoe sneller we dit ongewenste onkruid herkennen, des te sneller we het probleem en de verdere verspreiding ervan in de kiem kunnen smoren. Helaas blijft knolcyperus bij heel veel landbouwers nog onbekend of onherkend. Daardoor blijven besmettingen vaak onopgemerkt en is het moeilijk om ze te voorkomen.
De quarantainestatus van knolcyperus mag dan al sinds 2016 zijn opgeheven, het komt wel nog voor in de IPM-checklist, met onder andere een verbod op het telen van wortel-, knol- en bolgewassen. Op 01/04/2021 is een vierjarig VLAIO LA-traject opgestart om meer kennis over dit onkruid te verzamelen en te bekomen, zodat je dit lastige onkruid in de toekomst beter gewapend kunt aanpakken.
Knolcyperus is een woekeronkruid!
Knolcyperus (Cyperus esculentus) is een erg competitief en lastig te bestrijden invasief schijngras dat in staat is om massaal langlevende stengelknolletjes te produceren. Sinds zijn accidentele introductie begin de negentientachtiger jaren is het onkruid gestaag in opmars. Sinds 2016 is er geen meldingsplicht meer, maar wel een verplichte bestrijding. Een aantal aspecten zijn expliciet opgenomen in de IPM-checklist. Ondertussen neemt de verspreiding van het onkruid wel verder toe en is er dringend actie nodig, niet in het minst omwille van de oplopende bestrijdingskosten en opbrengst- en kwaliteitsverliezen.
Foto: Besmetting met dit woekeronkruid in een maisperceel
In de checklist van de IPM-richtlijnen zijn maatregelen opgenomen om de verspreiding van knolcyperus te voorkomen. Als voornaamste geldt een verbod op het telen van wortel-, knol- en bolgewassen, de bestrijdingsplicht en het voorkomen van verdere verspreiding. De gebruiker moet schriftelijk op de hoogte gebracht worden bij uitwisseling van een besmet perceel.
Onderschat de gevolgen niet
Op vandaag wordt geschat dat ongeveer 50.000 ha akkerland besmet is met knolcyperus. Insleep in percelen gebeurt vooral via grond(deeltjes) op eigen machines of loonwerk en via tarragrond die terugkeert. Gezien de economische impact van het onkruid zou elke perceelsbetreder zich moeten afvragen of hij wel voldoende maatregelen neemt om de insleep te voorkomen. Want eens aanwezig op het bedrijf en bij gebrekkige aanpak, heeft dit grote gevolgen voor het teeltschema en de rendabiliteit. Knolcyperus chemisch bestrijden kan maar in een zeer beperkt aantal teelten (in eerste instantie in mais) en is op zich ook geen mirakeloplossing. Een geïntegreerde aanpak dringt zich op om het onkruid succesvol terug te dringen binnen de kortst mogelijke tijd.
Onderzoekers slaan de handen in elkaar
Er zijn nog tal van vragen over de vermeerdering van het onkruid.
- Gebeurt de voornaamste verspreiding via knollen of spelen ook zaden een rol?
- Welke geïntegreerde beheersingssystemen laten toe om de knollenvoorraad in de bouwvoor snel te verlagen?
- In welke mate doden bladherbiciden moederknollen en reeds gevormde nieuwe knollen?
- Hoe kunnen we de werking van bladherbiciden verbeteren via de keuze van spuitvolume en behandelingstijdstip?
- Zijn alle knol- en zaadpopulaties even gevoelig voor bodem- en bladherbiciden?
- Welke factoren bevorderen de verspreiding?
- Zijn er effectieve innovatieve bestrijdingsmogelijkheden beschikbaar?
- Welke geïntegreerde bestrijdingssystemen zijn het meest succesvol in de strijd tegen knolcyperus?
- Waar kan je alle informatie over dit onkruid terugvinden
Knollenvoorraadreducerende geïntegreerde beheerssystemen centraal
De projectpartners willen een veertigtal besmette praktijkvelden in Vlaanderen opvolgen. Dat moet toelaten om het effect van bestrijdingssystemen die elke teler individueel op zijn veld toepast, te bepalen. Elke teler past immers een eigen bestrijdingsstrategie toe, waarvan hij denkt dat het de voorraad knolletjes in de bodem kan reduceren. Op die praktijkvelden zullen we jaarlijks de voorraad knolletjes bepalen in een vaste meetzone van 15 m op 15 m. Door de evolutie van de knollenvoorraad in de tijd te koppelen aan het door de landbouwer gevoerde geïntegreerde bestrijdingssysteem (gegevens worden opgevraagd), kunnen we de systemen identificeren die het meest succesvol zijn in het uitputten van de knollenvoorraad in de bodem.
Wil je meer informatie en/of ben je bereid om mee te werken als proefveldhouder/uitbater, contacteer dan een van de projectpartners. Het helpt jezelf en de sector vooruit. Wij verzekeren een 100% discrete samenwerking.