|
14 apr 2021 |
13:05 |
|
Maatregelen tegen bruinrot in Antwerpen en Limburg
Bruinrot is een ziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie Ralstonia solanacearum en vooral de aardappelteelt treft. Deze bacterie werd reeds aangetroffen in waterlopen in de provincies Antwerpen en Limburg en kan daar helaas niet meer worden uitgeroeid.
|
|
Door het risico op de besmetting van de aardappelteelt via oppervlaktewater zijn de telers uit bepaalde gemeenten in deze provincies verplicht om beschermende maatregelen te nemen.
De bacterie tast enkel bepaalde plantensoorten aan en wordt niet overgedragen op mensen.
100.000 hectare, dat is de oppervlakte waarop in België aardappelen worden geteeld. Het FAVV volgt, in samenwerking met de gewesten en de telers, deze teelten van nabij op om uitbraken van quarantaineorganismen al in een vroeg stadium op te sporen en indien nodig uit te roeien. In 2019 nam het FAVV 2.567 monsters die in het kader van deze monitoring werden geanalyseerd.
De Belgische aardappelteelt is de laatste jaren vrij gebleven van bruinrot, maar de bacterie Ralstonia solanacearum is nog steeds aanwezig in waterlopen in de provincies Antwerpen en Limburg. Het is onmogelijk om deze bacterie uit te roeien in oppervlaktewater. De enige manier om uitbraken in de aardappelteelt te voorkomen is dus om de beschermende maatregelen strikt toe te passen. Wanneer men de bacterie ontdekt in aardappelen (zowel poot- als consumptieaardappelen) wordt, naast andere maatregelen, een verbod op het planten van deze partijen opgelegd en is het verplicht om deze partijen enkel onder quarantainevoorwaarden te bewerken. Indien deze verplichtingen niet worden nageleefd kunnen de aardappelen worden vernietigd.
Verplichte beschermingsmaatregelen
Alle aardappeltelers uit de 45 betrokken gemeenten (PDF) moeten beschermende maatregelen naleven. Zo mogen ze in geen geval oppervlaktewater gebruiken voor irrigatie, of andere doeleinden, bij de teelt van aardappelen, tomaten en aubergines.
Naast de beschermende maatregelen moet ook elk beteeld perceel met een oppervlakte van meer dan 10 are verplicht worden aangegeven. Sinds dit jaar is een aangifte bij het FAVV niet meer nodig indien de teler dit al heeft gedaan bij het Vlaams Gewest in het kader van de GLB-premies (voor het Waals gewest gelden geen beschermingszones).
Meer informatie over de verplichte beschermingsmaatregelen zijn terug te vinden op de website van het FAVV of rechtstreeks via dit document (PDF).
Aardappeltelers kunnen het FAVV contacteren via de Lokale Controle-eenheid (LCE) waaronder ze vallen.
Alle betrokken telers zijn verplicht om zich strikt aan deze maatregelen te houden. In geval van besmetting kunnen zij anders volledig aansprakelijk worden gesteld. In dat geval kan het recht op de schadevergoeding in het gedrang komen (Koninklijk besluit van 5 december 2004 tot vaststelling van de door de aardappelproducenten verschuldigde tijdelijke crisisbijdragen voor het vergoeden van verliezen ingevolge maatregelen tegen schadelijke organismen).
Het FAVV en de plantengezondheid
De bewaking van de plantengezondheid is een belangrijke taak van het FAVV. Dit wordt georganiseerd op basis van vooraf gedefinieerde programma’s die kaderen in een globaal sanitair beleid.
Het doel van dit toezicht is om eventuele uitbraken van quarantaineorganismen al in een vroeg stadium op te sporen en uit te roeien. Dit zorgt er voor dat onze planten en plantaardige producten ook op internationaal niveau voldoen aan de regelgeving. Elk jaar worden hiervoor meer dan 7.500 monsters genomen. |
|
|
|
|