De voorbije weken uitten verschillende landbouwers hun bezorgdheid over het stikstofarrest en over de dwingende Europese natuurdoelen. Terecht rijst de vraag of we eigenlijk nog een levendige landbouwsector willen in Vlaanderen?”
We hoeven er geen doekjes om te winden: de stikstofproblematiek is een ernstige zaak. De juridische onzekerheid die ontstaan is door het arrest rond het pluimveebedrijf in Kortessem dwingt de politiek te zoeken naar een werkbare, maar effectieve oplossing. Die moet tegemoet komen aan de terechte bekommernis om de stikstofuitstoot te beperken maar ook oog hebben voor de toekomstige leefbaarheid van onze landbouw. Beide doelstellingen gaan ons ter harte: we zijn bezig met het beschermen van onze natuur, maar ook met het beschermen van onze boeren. Waarom zou het ene het andere uitsluiten?
Duurzaam is broodnodig
Ook wij willen volmondig inzetten op verduurzaming, maar dan wel via drie dimensies: ecologisch, economisch en sociaal. Deze zijn met elkaar verbonden: een boer is de eerste belanghebbende van het onder controle brengen van leefmilieu en klimaat! We ijveren dus voor systematische inspanningen ter verbetering van het leefmilieu, en dit op voorwaarde dat de boeren de gelegenheid én rechtszekerheid krijgen om te werken aan een businessmodel op maat dat hen een leefbaar bedrijfsinkomen verschaft. Vijf jaar geleden al nam het Vlaams Parlement kamerbreed een resolutie aan waarin het concept schaalvergroting werd vervangen door schaalverandering. Dat het alleen maar groter moet, is een achterhaald idee. Niet louter omwille van de nefaste ecologische impact maar evenzeer omdat het boeren economisch kan meetrekken in een negatieve spiraal. Omgekeerd zien sommigen alleen maar heil in strikt biologische teelt en in kleinschaligheid door producten af te zetten via de korte leveringsketen. Maar de waarheid is echter veel complexer dan een keuze tussen ‘megafarms’ en keuterboertjes. Daartussen ligt een breed scala van bedrijfstypes, als ze maar economisch en ecologisch duurzaam zijn.
Om dat divers landschap in stand te houden dient de overheid een flankerend regulerend kader rond bijvoorbeeld overnames te creëren waarbij tegelijk ook rekening wordt gehouden met de nood aan verduurzaming van de landbouwsector. De gemiddelde Vlaamse boer is een vijftiger. Amper 12% van de boeren heeft een vermoedelijke opvolger. Die 12% moeten we oog op een betere toekomst bieden. Tegelijk moeten we de sector attractief houden voor nieuwe starters. Het goede nieuws is dat de geïnteresseerde jongeren doorgaans hoger geschoold zijn én openstaan voor verduurzaming. In één beweging biedt deze verandering ook een mooie opportuniteit om het vrouwelijk ondernemerschap in de landbouw verder te bevorderen. Het hoeft heus niet altijd de ‘oudste zoon’ te zijn die vader opvolgt. Nieuwe boeren kunnen even goed bekwame en creatieve boerinnen zijn.
Naar een evenwichtig compromis tussen landbouw en natuur
We moeten duurzame landbouw en natuur met elkaar verzoenen. Niemand heeft gezegd dat die zoektocht a walk in the park wordt. Maar bij de pakken blijven zitten is geen optie. De sector wéét dat!
We mogen niet vergeten dat onze eigen landbouw vandaag de onmisbare basis vormt voor onze voedingsindustrie die met goed 95.000 werknemers de grootste industriële sector in dit land is. Samen staan landbouw en de agro-voedingsindustrie garant voor een jaaromzet van
62 miljard euro en een overschot op onze handelsbalans van meer dan 6 miljard euro, waarvan liefst 85% in Vlaanderen gegenereerd wordt!
Onze landbouwers moeten, vanuit een liberale gedachtegang, de vrijheid en de ruimte krijgen om duurzaam te ondernemen. Een landbouwer heeft ruimte nodig. Alleen is dat in ons kleine, dichtbevolkte, verstedelijkte Vlaanderen al lang niet meer zo evident.
De natuur heeft in principe veel te bieden aan de landbouw. Landbouwers worden geacht vergroenings- en verduurzamingseisen na te komen op hun gronden, maar tegelijk bieden de natuurgebieden ook opportuniteiten voor landbouwers. In het kader van wat wij een ‘vreedzame co-existentie’ zouden noemen, dient er daarom ook vanuit natuurhoek actief mee te worden gezocht naar het creëren van kansen voor landbouwers als landschapsbouwers in de natuurgebieden die zich daartoe lenen.
Het stukje van de puzzel
Tijdens deze Covid-pandemie heeft de consument het strategisch belang van de landbouw als voedselproducent herontdekt. En als we de ecologische voetafdruk ervan willen temperen, moeten we ook respect hebben voor lokale land- en tuinbouwproducten. Ons landbouwmodel zal moeten evolueren én innoveren teneinde beschouwd te worden als deel van de oplossing eerder dan de oorzaak van het probleem. Een gezond evenwicht tussen landbouw en natuur is broodnodig om ervoor te zorgen dat onze boeren een mooi inkomen halen uit hun volgehouden arbeid. Er zijn vast al eenvoudigere maatschappelijke puzzels gelegd. Om deze ruimtelijke puzzel af te werken zal elk stukje op de juiste plaats terecht moeten komen. Zeker dat van de stikstof en natuur, maar ook dat van de landbouw…
Opinie: Francesco Vanderjeugd & Tineke Van Hooland