|
30 apr 2021 |
14:36 |
|
Gesprek vzw De Mestverwerkers en VLM-Mestbank
Eind maart is De Mestverwerkers vzw opnieuw in gesprek gegaan met de VLM-Mestbank. De Mestverwerkers vzw blijft ijveren voor een pragmatische benadering van de controle op mestverwerking.
|
Hierbij zijn een aantal voorstellen gedaan vanuit de verwerkers die een tegengewicht moeten bieden aan de controles die momenteel in een aantal gevallen zeer stroef verlopen waarbij de middelen die door de VLM worden ingezet jegens de verwerker niet in verhouding zijn met het doel die ze willen bereiken.
Volgende punten werden hierbij besproken:
• Het feit dat burenregeling van dierlijke mest naar een mestverwerkingsinstallatie nog steeds mogelijk is, zorgt ervoor dat de controle op aanvoer van mest niet steeds sluitend is volgens de Mestbank. Het afschaffen van deze uitzondering op de transportwetgeving zou kunnen zorgen voor een correctere massabalans op de verwerkingsinstallatie en is bespreekbaar voor de verwerkers.
• De mestwetgeving legt de verantwoordelijkheid van aanvoer mest op de verwerkingsinstallatie volledig bij de mestverwerker, waarbij de mestverwerker de boete opgelegd krijgt. Echter wanneer een inbreuk wordt vastgesteld omtrent de aanvoer, is het meestal de aanbieder en/of de transporteur die een sleutelfiguur spelen of verantwoordelijk zijn voor deze inbreuk. Het is belangrijk om steeds alle partijen te betrekken om na te gaan waar de fout is gebeurd. De mestverwerker kan enkel verantwoordelijk worden gesteld voor de afvoer. Bij de aanvoer heeft de verwerker niet alles zelf in de hand.
• Ook werkt het systeem van staalname bij laden (via zijbuisapparaat) het probleem in de hand, gezien het resultaat van een analyse meestal pas gekend is eens alle aanvoer al gerealiseerd is. De mestverwerker krijgt dus veel te laat zicht op welke nutriëntensamenstelling wordt aangenomen in de installatie, waardoor deze de kans niet meer krijgt om deze te weigeren. Echter is de mestverwerker wel verantwoordelijk. In de praktijk is het niet altijd mogelijk om te wachten tot de analyse gekend is.
• Het zou goed zijn als bij handhaving door de Mestbank er een automatische controle komt op de nutriëntensamenstelling van ruwe mest. Net zoals de analyse van dikke fractie, effluent en slib bij de mestverwerkers nauwgezet wordt gecontroleerd, zou dit ook moeten gebeuren bij analyses van ruwe mest. Landbouwers krijgen nu al een waarschuwing bij onrealistische waardes, maar dit zou nog niet consequent gebeuren of meestal blijft de analyse wel geldig. Vooral bij aanvoer van mengsels dierlijke mest wordt in de praktijk regelmatig een onrealistische inhoud vastgesteld.
• De verplichte plaatsing van debietmeters bij bewerkings- of verwerkingseenheden is reeds beslist, maar De Mestverwerkers vzw blijft hameren op het feit dat dergelijke registratie niet noodzakelijk een realistische beeld van de praktijk zal geven. Ondanks veelvuldig aandringen van De Mestverwerkers vzw is met onze argumenten geen rekening gehouden. Aangezien er geen verdere mogelijkheden zijn om de wetgeving om te buigen, blijven we overleggen met de VLM-Mestbank om tot een realistische interpretatie te komen van deze wetgeving door middel van een praktisch haalbare opstelling van de debietmeters en door middel van een realistische interpretatie van de meetgegevens. In dit kader werd in de gesprekken met de VLM-Mestbank aangegeven dat andere, eenvoudiger te controleren parameters ook nuttig kunnen zijn zoals: controle op parameters zoals het percentage slibafzet (afhankelijk van type scheiding) en afzet dikke fractie (in correlatie met de droge stof), of controle van het elektriciteitsverbruik per kg geproduceerd N-gas lijkt veel correcter te zijn om het proces van mestverwerking te controleren ipv debietmeters bij elke overgang.
|
|
|
|