De klimaatverandering doet vragen rijzen over de duurzaamheid van geïmporteerd eiwit uit het zuidelijk halfrond. Bovendien wil de EU meer zelfvoorzienend zijn in de eigen eiwitbehoeften en moedigt de Europese Commissie de lidstaten aan om zelf aan de slag te gaan met de ontwikkeling van een nationale strategie voor eiwitten.
Het eerste Vlaamse actieplan 2011-2015 vloeide voort uit de engagementsverklaring rond maatschappelijk verantwoorde diervoederstromen die Vlaams minister-president Kris Peeters en BFA op 25 februari 2010 ondertekenden. BFA zette zich in voor de uitwerking van een internationale, geharmoniseerde standaard voor soja en de aankoop van certificaten voor duurzame soja. Twee andere doelstellingen, de maximale valorisatie van bestaande eiwitbronnen van dierlijke en plantaardige oorsprong en de vermindering van de afhankelijkheid van de import van buiten de EU, werden verder uitgewerkt in het tweede actieplan (2016-2020).
Vlaams minister van Landbouw en Voeding Hilde Crevits: “De terugblik op het tweede actieplan alternatieve eiwitten sterkt ons in het geloof dat we, samen met de sector, nog stappen vooruit kunnen zetten richting een meer duurzame eiwitvoorziening. Zowel voor directe menselijke consumptie als voor de dierlijke productie blijven we, via innovatie en circulaire waardecreatie, inzetten op autonome eiwitvoorziening van Vlaamse bodem.”
Dit zijn enkele resultaten van het tweede actieplan:
· In 2020 kocht BFA voor 424.000 ton aan certificaten voor duurzame soja aan. BFA werkte via de European Feed Manufacturers' Federation (FEFAC) ook mee aan een Europees referentiekader voor duurzame soja. In de Soy Sourcing Guidelines (SSG) staan de duurzaamheidsvoorwaarden waaraan verwerkte soja moet voldoen voor de Europese mengvoedersector. De richtlijnen bevatten eisen rond het gebruik van pesticiden en arbeidsvoorwaarden en nemen ook ontbossing en de conversie van waardevolle natuurgebieden onder de loep.
· België doet het beter dan andere lidstaten binnen de EU als het gaat om de afhankelijkheid van de overzeese import van plantaardige eiwitten. Ons land dankt die goede score aan de valorisatie van nevenstromen. 51% van de gebruikte eiwitten in de mengvoedersector (cfr. Inventaris 2018 BFA) zijn afkomstig van bijproducten uit de voedings- en biobrandstoffenindustrie. Het gaat voornamelijk om nevenstromen van oliehoudende zaden (zonder sojaschroot in rekening te brengen). Zo draagt de diervoedersector niet alleen bij aan de kringloopeconomie in België, de sector gebruikt ook zo weinig mogelijk grondstoffen die ingezet kunnen worden voor humane voeding. Bovendien is het eiwitverbruik in diervoeders de laatste jaren gedaald onder de 3 miljoen ton.
· Onderzoekers hebben volop gewerkt aan de verbetering van de diervoeders. Het Feed Design Lab, een onderzoek- en educatiecentrum voor innovatie en verduurzaming binnen de diervoederindustrie, heeft tot een beter resultaat bijgedragen.
· Vlaanderen maakt werk van de productie van meer plantaardige eiwitten van eigen bodem zoals soja. Dat vraagt inspanningen, want de teelt moet aangepast worden aan ons klimaat en moet voldoende rendabel zijn. Onderzoek heeft alvast geleid tot betere resultaten qua opbrengst en eiwitgehalte.
· Naast onderzoek over de sojateelt lopen/starten er ook nog onderzoeksprojecten over andere eiwithoudende gewassen en andere pistes om de afhankelijkheid van invoer te verlagen en het eiwitgebruik in diervoeder te verminderen. Er werd ook volop ingezet op het sensibiliseren van de landbouwers en veevoederindustrie via diverse studiedagen, demonstraties, opleidingen en publicaties.
· Er zijn hoopvolle ontwikkelingen binnen de insectenteelt. Het strategisch platform insecten zet in op samenwerking tussen onderzoek, sector en beleid en dat werpt vruchten af. Verder onderzoek is nodig om insecten op grote schaal duurzaam en voedselveilig te kunnen kweken. Bovendien wordt de Europese wetgeving aangepast, zodat er meer insecteneiwitten in diervoeders kunnen verwerkt worden.
Deze samenwerking is een belangrijke bouwsteen geworden van de recent door de minister aangekondigde eiwitstrategie. Eén van de 6 doelstellingen is duurzaam diervoeder. Tegen 2030 moet alle soja in de Belgische diervoederindustrie een duurzaamheidslabel hebben en moet de helft van de gebruikte grondstoffen voor veevoeder bestaan uit nevenstromen van de voedings- en biobrandstoffenindustrie. Landbouwers moeten zelf meer eiwitrijk diervoeder produceren: veldbonen, erwten, lokale soja, klaverrijke graslanden en mengteelten.
De uitwerking van de eiwitstrategie van veld tot bord past binnen de Vlaamse voedselstrategie, waarmee minister Crevits, samen met BFA en heel wat andere partners, het voedselsysteem de komende jaren veerkrachtiger en innovatiever wil maken en wil klaarstomen voor de toekomst. De strategie kadert ook in het relanceplan waarmee de Vlaamse regering wil bijdragen tot het economische herstel en de ontwikkeling van nieuwe mogelijkheden voor alle schakels in de agrovoedingsketen.
Meer info op over de eiwitstrategie op https://lv.vlaanderen.be/nl/beleid/vlaamse-kost/eiwitstrategie.