Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 19 mei 2021 15:00 

Labeling van producten van landbouwbedrijven in de omschakeling naar bioteelt


Vraag om uitleg over de labeling van producten van landbouwbedrijven in de omschakeling naar bioteelt van Emmily Talpe aan minister Hilde Crevits

De voorzitter

– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.

Mevrouw Talpe heeft het woord.

Emmily Talpe (Open Vld)

Groente- en fruitveiling BelOrta introduceerde recent EARTH. Dat is een nieuw concept dat de coöperatie producten in omschakeling naar bio groepeert en vermarkt. EARTH staat voor ‘Environmentally friendly, Always improving, Rooted in nature, Towards a prosperous future for people and planet, Healthy enjoyment’. Dat is dus een mondvol, maar belangrijk is wel de opportuniteit die dit label creëert voor de boeren.

Wanneer een teler de stap wil zetten naar bioteelt, moet hij of zij immers de landbouwgronden gedurende een bepaalde periode gaan omschakelen. Tijdens deze periode moet de teler vanaf dag één voldoen aan de bioregelgeving, maar mogen de producten nog niet als biologisch verkocht worden. De hogere productiekost voor groenten en fruit die op biologische wijze geteeld worden, gecombineerd met een vaak lagere verkoopprijs voor een omschakelproduct, zorgt ervoor dat omschakelen naar bio vaak een extra zware stap is voor de teler.

Dit nieuwe label kan dat leed verzachten, weliswaar op voorwaarde dat de consument mee is in het verhaal. Vandaag is het begrip ‘product in omschakeling’ nog vrij onbekend bij consumenten. De communicatie met de consument hierover is ook niet zo eenvoudig. Met een label als EARTH kan hieraan gewerkt worden en dit kan de waardering voor verse groenten en fruit in omschakeling, maar ook voor de boeren die de stap durven wagen van regulier naar bio, echt vergroten.

Minister, hoe evalueert u dit initiatief EARTH? Zal ook het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) dit signaal van BelOrta oppikken om zelf actief en breder werk te maken van communicatie- en promotiecampagnes naar de consument, zodat die ook vertrouwd wordt met het concept ‘product in omschakeling’?

Wordt er nagegaan welke concrete financiële inspanning een overgang van reguliere naar bioproductie voor een landbouwer met zich meebrengt en in welke mate dit aspect hem of haar tegenhoudt om die stap te zetten?

Geeft dit initiatief ook aanleiding om verder na te denken over eventuele flankerende maatregelen die voor boeren de stap van regulier naar bio moeten faciliteren door de inkomensverliezen en extra uitgaven tijdens de omschakelingsperiode beter onder controle te houden?

De voorzitter

Minister Crevits heeft het woord.

Minister Hilde Crevits

Dank u wel, collega Talpe, voor de vraag. Kort en krachtig: ik evalueer dit initiatief als bijzonder positief. De actie is ook conform het Strategisch Plan Bio waarbij niet enkel de overheid, maar ook de private sector de overstap naar biologische productie ondersteunt en bewerkstelligt. Marketingtechnisch stelt VLAM vast dat ‘bio in omschakeling’ naar de consument tot nu toe een moeilijk verhaal is. Er zijn dus wel kansen voor een goed concept zoals EARTH.

Wat uw tweede vraag betreft, VLAM pikte dit signaal op vanuit de hele biosector en riep daarvoor onder andere de wedstrijd BIOVLAM in het leven. Uit vijftien dossiers zijn er vijf innovaties in de biosector geselecteerd die zullen dingen naar de BIOVLAM-award. De laureaat is in september gekend. VLAM zal met allesoverbio.be sowieso een consumentgerichte artikelenreeks wijden aan de genomineerden.

VLAM werkt in het algemeen altijd in overleg met de sector en de activiteiten worden ook mee onderschreven door de sector. In die zin is het aan de sectoren zelf om signalen te geven. In een breder kader dan enkel het EARTH-label is BelOrta vertegenwoordigd in de stuurgroep Groenten en Fruit, net zoals in de federatie van de veilingen, het Verbond van Belgische Tuinbouwcoöperaties (VBT) en in de stuurgroep Bio. In beide posities kan BelOrta zelf meehelpen om het beleid van VLAM richting te geven.

Wat de labels in het algemeen betreft: uit de jaarlijkse tracking van VLAM is gebleken dat labels beter zijn dan geen label, zelfs al is het label niet duidelijk. Bio in omschakeling is altijd een moeilijkheid geweest in de groei van bio. Om die reden onthaal ik dergelijke initiatieven ter ondersteuning van de groei van de biologische productie heel positief.

Wat betreft uw derde vraag: het is hier belangrijk om te weten dat het financiële aspect waar u naar verwijst slechts een deeltje van het verhaal is. Uit contacten met potentiële omschakelaars weten we dat er bij de beslissing om al dan niet om te schakelen altijd drie afwegingen terugkomen. Ten eerste is er de bedrijfssituatie. Bijvoorbeeld bedrijven die net een nieuwe stal gebouwd hebben die niet voldoet aan alle biologische productienormen hebben een moeilijkheid. Ten tweede is er de onzekerheid om de stap te zetten. Je moet veel nieuwe kennis verwerven en een nieuw netwerk opbouwen. Ten derde is er het financiële en bedrijfseconomische aspect waar u zelf naar verwijst.

We moeten dus niet alleen inzetten op dat financiële aspect, maar ook op maatregelen en acties die de boeren helpen om de eerste twee obstakels te overwinnen. Er zijn al wel heel wat stimuli om de gangbare landbouwer de kans te geven om over te schakelen naar biologische productie. Zo is er bijvoorbeeld de omschakelingssteun, die u allen wellicht kent. In 2020 hebben we 444 landbouwers biohectaresteun voor een totaal van iets meer dan een miljoen euro kunnen geven. Ook ging er 776.000 euro naar omschakelingssteun voor 257 boeren. De instrumenten worden dus wel gebruikt.

Uw laatste vraag: uiteraard geeft dit initiatief aanleiding om verder na te denken over maatregelen om de stap van gangbaar naar bio nog beter te faciliteren. Om de inkomensverliezen en extra uitgaven tijdens de omschakelingsperiode onder controle te houden, zijn er ook financiële middelen voorzien in het kader van het GLB. Er valt een degelijk inkomen te halen uit biologische productie. Zoals ik al toelichtte, zien we wel dat de stap naar de omschakeling voor onzekerheid zorgt, zowel op het vlak van kennis, het nieuwe netwerk en de financiële impact. Veelal moet men ook andere afzetkanalen zoeken en andere inputkanalen. Als in de toekomst meer en meer afzetkanalen zowel gangbare als biologische producten afzetten, zal de afzet ook minder onzekerheden met zich meebrengen. Collega’s, we gaan stapsgewijs vooruit en we proberen om de mogelijkheden die er zijn zo optimaal mogelijk te laten benutten.

De voorzitter

Mevrouw Talpe heeft het woord.

Emmily Talpe (Open Vld)

Dank u wel, minister, voor het duidelijk antwoord. We zijn uiteraard ook heel positief. We zien ook dat het label een pak kansen biedt. Dat zal voor VLAM inderdaad een uitdaging zijn, maar ik hoor dat ze onder andere al bezig zijn met een award rond dit thema om de consumenten op de hoogte te brengen van het bestaan van het label, het belang en de bedoeling ervan. U verwijst naar de drie elementen die een landbouwer wat terughoudend maken om de overstap te maken naar bio, onder andere het bedrijf op zich: de vorm en de structuur. Voorts is er de onzekerheid. Het is een stap die je moet zetten, vaak een stap in het duister. Ik neem aan dat je je daar ook goed voor kunt laten begeleiden. Ook is er het financiële aspect.

U zegt dat die drie op ons pad liggen. Is dat informatie die komt van de landbouworganisaties? Hebben zij daarover een bevraging gedaan? Misschien kunt u wat duiden vanwaar die vaststelling komt over de houding van onze landbouwers tegenover dit initiatief, of beter gezegd rond deze overstap. Want het initiatief heeft uiteraard de bedoeling om een commercieel model voor die moeilijke en onzekere overgangsperiode te bezorgen.

En kunt u misschien nog zeggen of dit initiatief ook meegenomen wordt in het nieuwe nationale programma ter uitvoering van het komende gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB)?

De voorzitter

De heer Steenwegen heeft het woord.

Chris Steenwegen (Groen)

Dank u wel. Ik denk dat dit inderdaad een heel belangrijke problematiek is. In Vlaanderen is het niet zo gemakkelijk om deze overstap te maken, vooral omdat we met een zeer intensieve landbouw zitten. In andere landen, waar het wat extensiever is, is de kloof misschien wat kleiner. De stap is moeilijk voor onze landbouwers. Dat is vaak ook afhankelijk van over welke sector we spreken. In die zin vind ik het ook een interessant initiatief.

Ik heb er wel een paar vragen bij. Het is misschien spijtig dat dit label nog maar eens een extra label is, er zijn er al zoveel. Maar ook het feit dat dit label niet verwijst naar ‘bio’. Ik wil een parallel trekken met Frankrijk, waar er iets is wat men ‘bio demain’ noemt. Bio morgen. Op de producten zelf – die dus ook in omschakeling zijn – zie je duidelijk de link naar het feit dat men evolueert naar bio. Daar staat dan, bijvoorbeeld als het gaat over bloem: ‘cette farine n’est pas encore bio’, maar we zijn wel op weg naar bio. Dat vind ik wat spijtig bij EARTH. In de vraagstelling werd al aangegeven dat EARTH staat voor heel veel, maar dat het in se niet verwijst naar bio. Dat vind ik jammer. Het was beter geweest om die link wat meer te leggen, en dus ook aan te geven dat men bezig is met de omschakeling richting bio. Ik denk dat dat beter geweest zou zijn.

Tot slot heb ik ook een specifieke vraag, minister. Voor zover ik begrepen heb, kunnen alle producten van een land- of tuinbouwbedrijf dat in omschakeling is dat label krijgen, ook vanaf dag één van de omschakeling. Binnen de biosector mag men tijdens het eerste omschakelingsjaar dergelijke producten nog niet ‘in omschakeling’ noemen. Men mag ze nog niet ‘bio’ noemen. Men zegt daar dat het eerste jaar nog zo dicht tegen het gangbare is, dat men in dat eerste jaar eigenlijk nog niet mag spreken over ‘in omschakeling zijn’. Ik vroeg me af of daar rekening mee gehouden is. Is daar overleg over geweest? Doordat het niet direct linkt naar bio ga ik ervan uit dat het waarschijnlijk formeel geen probleem is, maar het is toch een beetje verwarrend binnen de sector, denk ik.

De voorzitter

De heer Coel heeft het woord.

Arnout Coel (N-VA)

Dank u voor de vraag, collega Talpe. Ik denk dat het een goed initiatief is van de sector, om die producten in omschakeling toch zoveel mogelijk proberen te waarderen of te valoriseren in de verkoop. Dat is een goed duwtje in de rug van de bedrijven die proberen om te schakelen.

Collega Steenwegen heeft al de opmerking gemaakt dat we moeten opletten met te veel labels, en ook de minister ging daar al op in. Maar ik wil dit een beetje opentrekken, naar de bedrijven in de gangbare landbouw, die een aantal initiatieven nemen om wat milieubewuster te boeren. Daar heb je eigenlijk een gelijkaardige problematiek.

Ik was gisteren nog op bezoek bij een jong koppel dat de boerderij van de vader aan het overnemen is. Het is een vrij groot akkerbouwbedrijf, en de zoon wil wat milieubewuster te werk gaan. Hij heeft ook geïnvesteerd in machinerie om aan mechanische onkruidbestrijding te doen. Hij zou dus minder willen sproeien. Maar als je dan kijkt hoeveel het relatief maar kost om je veld ‘proper’ te houden met besproeiing, ten opzichte van de uren werk die ernaartoe gaan – en de aankoop van de extra machinerie – om onkruid mechanisch te bestrijden, dan valt de balans dikwijls uit in het voordeel van de minder milieuvriendelijke werkwijze.

Er is eigenlijk weinig mogelijkheid om die inspanning op de markt te valoriseren. Ik denk dat we ook daar eens moeten naar kijken, hoe we bedrijven kunnen ondersteunen die niet finaal willen overschakelen naar bio, maar die wel een aantal inspanningen willen doen. Eventueel via een aantal maatregelen in het gemeenschappelijk landbouwbeleid, met de subsidiemogelijkheden daar, om de kloof te kunnen dichtrijden tussen de inspanningen die ze willen doen, het engagement dat ze willen nemen, en de moeilijkheid om dat te valoriseren bij de verkoop. Ik wou eens horen, minister, of er daarrond ideeën zijn, om dat aan te pakken?

De voorzitter

Minister Crevits heeft het woord.

Minister Hilde Crevits

Ik dank de collega's voor de aanvullende vragen.

Mevrouw Talpe, de drie uitdagingen waarnaar ik verwees, komen uit een analyse van onze eigen administratie en komen ook voort uit overleg met de sector. We zullen deze vaststellingen uiteraard meenemen in het nieuwe GLB en in het nieuwe strategische plan bio. Dat is absoluut de bedoeling.

Mijnheer Steenwegen, u hebt uiteraard gelijk. U hebt mij zien knikken dat het inderdaad om een extra nieuw label gaat, maar het gaat om een privaat initiatief. Het is aan BelOrta om duidelijk te communiceren waar het wel of niet voor staat. Het is geen overheidsinitiatief. Ik kan er wel mijn licht over laten schijnen, maar het is een privaat initiatief. Het klopt dat het label op EARTH slaat, maar het is privaat. Dat is misschien ook de reden waarom er niet is gekozen voor een directe link naar bio in de naam. Het is van belang dat er helder over gecommuniceerd wordt, ook om het te doen aanslaan. In die zin volg ik wat u zegt.

Mijnheer Coel, u had het over de gangbare initiatieven. Het klopt dat we omzichtig moeten omgaan met een wirwar aan labels. Consumenteninformatie is superbelangrijk en verwarring is niet goed. Dat is ook wat de heer Steenwegen aankaart. Ik vind het wel goed dat initiatieven een algemeen label hebben en dus niet echt verticaal gebonden zijn om zo producten in de markt te kunnen zetten. Dat is op zich niet verkeerd.

We stimuleren boeren om te investeren in milieuvriendelijke technieken via investeringssteun en via directe steun, maar het is aan de markt om die inspanningen financieel te belonen. We zullen de markt niet sturen. Via het landbouwbeleid en het ondersteunen van sterke keteninitiatieven kunnen we wel ons steentje bijdragen, maar het is sowieso altijd de markt die er op inpikt of niet.

We zeggen het te weinig, maar heel wat van onze boeren nemen deel aan lastenboeken waarin specifieke eisen op het vlak van milieu, dierenwelzijn en kwaliteit worden gesteld. Het systeem van die lastenboeken is net bedoeld om een meerwaarde te kunnen creëren, maar de markt moet bereid zijn om die meerwaarde ook te betalen. Dat knelpunt moet verder opgenomen worden. Dat is de reden waarom in mijn project ‘Vlaamse Kost’ de hele keten is betrokken, want we zien vaak dat de boer slachtoffer is van problemen met de prijzen.

De voorzitter

Mevrouw Talpe heeft het woord.

Emmily Talpe (Open Vld)

Het is voor mij duidelijk. Ik dank de minister om het initiatief te omarmen, het nader op te volgen, te bekijken hoe we de omschakeling voor landbouwers die de stap willen wagen, kunnen faciliteren en om de communicatie naar de consument mee te ondersteunen. Voorts zijn al mijn vragen beantwoord, waarvoor dank.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.



  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer