|
29 mei 2021 |
09:39 |
|
Europese Green Deal op boereniveau
De onderhandelingen over een Europees landbouwbeleid zijn gisteren mislukt. Het moet anders, lijkt de consensus, maar hoe? ‘Wat op tafel ligt, staat haaks op de Green Deal’, zegt Europarlementslid Sara Matthieu (Groen). ‘Ik vraag me af of jij een partij vertegenwoordigt die opkomt voor de boeren’, zegt Tom Vandenkendelaere (CD&V).
De Standaard
|
Sara Matthieu: ‘Er zijn zoveel achterpoortjes ingebouwd in de vergroeningsmaatregelen dat dit plan het verschil niet zal maken.’
Europa heeft afgesproken om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. Zal dit landbouwplan voor de komende zeven jaar daartoe bijdragen, als je weet dat landbouw goed is voor 10 procent van de broeikasgassen in de EU?
Sara Matthieu: ‘Wat nu op tafel ligt, staat haaks op de Green Deal. Dat is een teleurstelling. Uit studies van onder meer de Europese Rekenkamer blijkt dat het vorige landbouwbeleid een maat voor niets was inzake klimaat en natuurbescherming, omdat de maatregelen te vrijblijvend waren. Er moest dus een ommekeer komen. Wat het Europees Parlement vorig jaar voorstelde, was een achterkamertjesdeal tussen christendemocraten, sociaaldemocraten en liberalen en dat volstond al niet. De lidstaten gingen daar nog eens onder. Dan weet je dat het bij de finale onderhandelingen onmogelijk wordt om dat nog om te draaien.’
Het nieuwe landbouwbeleid wordt een slag in het water voor de Green Deal?
Tom Vandenkendelaere: ‘Niet akkoord. Landbouwbeleid moet in de eerste plaats over de Europese landbouwer gaan. De weg naar verduurzaming is definitief ingeslagen, maar in de Green Dealsfeer die terecht in de EU heerst, zijn we de landbouwer aan het vergeten en aan het verliezen. Dit nieuwe landbouwbeleid gaat heel ver voor boeren. Ze krijgen subsidies op basis van het aantal hectare grond dat ze hebben. Dat geld krijgen ze pas als ze voldoen aan een aantal groene maatregelen, zoals grasland aanhouden (zie kader). Tot nu golden die groene voorwaarden maar voor 30 procent van die subsidies, nu voor 100 procent. Ik vind dat verregaand. Daarbovenop komen de ecoregelingen (groene doelen, red.)waarop de boeren vrijwillig kunnen intekenen.’
Maar als de EU van die Green Deal de topprioriteit maakt, moet alles toch in functie daarvan staan? Frans Timmermans, die binnen de Commissie verantwoordelijk is voor de Green Deal, liet al weten dat dit nieuwe landbouwbeleid niet volstaat en terug naar de tekentafel had gemoeten.
Vandenkendelaere: ‘Ik begrijp dat de Green Deal de leidraad is voor alle beleidsaspecten, maar de verduurzaming zit duidelijk in dit landbouwbeleid. Daarbij komen nog eens de strategieën inzake biodiversiteit en “van boer tot bord”, ook met ambitieuze doelstellingen.
Maar een van die doelstellingen, 25 procent biolandbouw tegen 2030, zit niet eens in dit landbouwbeleid.
Vandenkendelaere: ‘Nee, maar het komt straks wel weer bij de boer terecht, net als de reductie van pesticiden met de helft tegen 2030.’
Waarom zegt u dan dat we hiermee de klimaatdoelstellingen niet zullen halen?
Matthieu: ‘Als je voor die Green Deal gaat, moet je dat overal in je wetgeving verankeren. Het is toch absurd dat je voor 25 procent biolandbouw wilt gaan, maar je beleid daarvoor niet aanpast? Er zijn zoveel achterpoortjes ingebouwd in die vergroeningsmaatregelen dat dit het verschil niet zal maken. Dat zegt een studie van de commissie Landbouw in het Europees Parlement. Er is nog altijd te veel manoeuvreerruimte in de directe inkomenssteun. En lidstaten mogen zelf bepalen wat precies onder die ecoregelingen valt, er zijn geen afdwingbare doelstellingen of indicatoren. Dit is eigenlijk business as usual. Het Europees Parlement had de doelstelling voor die ecoregelingen op 30 procent gelegd, terwijl het volgens ons 40 procent zou moeten zijn. De lidstaten wilden niet verder gaan dan 20 procent. Het wordt weer een compromis dat niet zal volstaan.’
Denken de Groenen genoeg aan de boeren, die het al met minder geld moeten doen en steeds meer verplichtingen op zich moeten nemen? Een boer kan niet groen zijn als hij in het rood staat, zegt Vandenkendelaere.
Matthieu: ‘Wij zijn net de verdedigers van de boeren. De voorbije 30 jaar is twee derde van onze familiale landbouw verdwenen. We zitten met een enorme veroudering van de stiel, de gemiddelde leeftijd is 54 jaar. En we evolueren steeds meer naar grote agro-industrie: 80 procent van de directe inkomenssteun gaat naar 20 procent van de boeren – heel grote landbouwbedrijven. Om dat te kunnen veranderen, moet je een plafond zetten op het bedrag dat je kunt krijgen uit directe inkomenssteun.’
Vandenkendelaere: ‘Sara, het gaat gebeuren.’
Matthieu: ‘Het gaat helemaal niet gebeuren.’
Vandenkendelaere: ‘Vlaanderen krijgt vanaf volgend jaar jaarlijks 12 miljoen euro landbouwgeld minder. De boeren zullen dat voelen. Als subsidies voor 100% worden gekoppeld aan groene maatregelen en als je weet dat een deel van het landbouwgeld weggezet wordt voor ecoregelingen die tot meer vergroening moeten leiden, kun je niet spreken van business as usual. Als ik je dat hoor zeggen, vraag ik me af of jij de vertegenwoordiger bent van de partij die opkomt voor de boeren.’
Matthieu: ‘Maar waar gaat het geld naartoe?’
Vandenkendelaere: ‘Er wordt onderhandeld over het aftoppen van de subsidies voor de grootste bedrijven of een afbouw van de steun vanaf een bepaald aantal hectare, en over een herverdeling tussen grotere en kleinere boeren. Dan moet je mij uitleggen waarom dit beleid geen rekening zou houden met kleine boeren.’
Uit cijfers van het Europees Parlement blijkt dat in 2019 in België veilingen, het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (Vlam) en de Tiense suikerraffinaderij het meeste geld kregen. Geen spoor van een boer.
Matthieu: ‘Daar gaat het over. De lidstaten stelden een plafond van 1,25 miljoen euro voor. Wij hadden 60.000 euro voorgesteld, omdat dat meer zou overeenkomen met de realiteit van wat een gemiddeld familiaal boerenbedrijf krijgt. Die pot die dan vrijkomt, bedraagt 13 miljard euro. Dat zou je kunnen herverdelen onder de kleine boeren om hen te ondersteunen wanneer ze klimaat- en natuurmaatregelen nemen. Dat ligt niet op tafel en daar maak ik me heel kwaad over.’
Vandenkendelaere: ‘Er moet een gezonde mix zijn. Het Europese landbouwbeleid geeft grotere en kleine bedrijven ruimte. Grote bedrijven kunnen kapitaalintensiever op innovatie inzetten. Maar willen we aanmoedigen dat het die kant opgaat en dat de kleintjes ertussen uitgaan? Nee. Maar in de bredere context van vrijhandelsverdragen en prijzenoorlogen zie je dat sommige boeren minder weerbaar zijn dan andere. Met ons beleid moeten we proberen rechtszekerheid te bieden aan al die modellen en kiezen voor verduurzaming. En we moeten ook onze vrijhandelsakkoorden rechtvaardiger maken.’
Matthieu: ‘In de praktijk zien we dat het systeem nu gestoeld is op schaalvergroting, dat boeren steeds meer grote investeringen moet doen die ze niet altijd kunnen dragen, waardoor ze kopje-onder gaan. Ik zie die ommezwaai niet. In 2018 zaten we aan 1,3 procent biolandbouw, in 2019 aan 1,4 procent. In Oostenrijk zitten ze al aan 25 procent. Ik zie alleen een voortzetting van wat we al jaren doen en van wat niet werkt.’
Als de landbouw de uitstoot drastisch wil verminderen, zal de veestapel moeten verkleinen. Maar ook dat moedigt het beleid niet aan.
Matthieu: ‘Klopt. 70 procent van het landbouwareaal wordt gebruikt voor de veestapel – om te kweken of voor de teelt van voedergewassen. Als je een groot deel van die gronden voor voedselproductie zou voorzien, zou dat een groot verschil maken inzake uitstoot én voedselvoorziening. Ik begrijp dat dat moeilijk ligt als je daarin geïnvesteerd hebt. Daarom moet je financiële steun bieden om die intensieve landbouw af te bouwen en om te schakelen. We zullen minder vlees moeten eten en een groter deel van het areaal voor duurzame voedselproductie moeten voorzien. De Green Deal is het vlaggenschip, maar men handelt niet consequent. Kijk naar ons handelsbeleid: de Commissie sluit de Mercosur-deal, waardoor we akkoord gaan met de import van goedkoop vlees én de gigantische import van CO2.’
Minder vlees, meer voedsel. Akkoord?
Vandenkendelaere: ‘Het voordeel van de Groenen is dat ze duidelijk zijn, maar ook cynisch. Er moet minder vlees gegeten worden en de boer moet zich daar maar naar schikken. We moeten de discussie over de veestapel met open vizier voeren. Maar als boeren geïnvesteerd hebben in koeienstallen, moet er ook geld tegenover staan zodat die boer zich kan heroriënteren. De cijfers over zelfdoding bij landbouwers zijn dramatisch. Je kunt niet zeggen dat je voor de boeren bent en geen rekening houden met het sociale aspect.’
Lidstaten zullen meer te zeggen krijgen over waar het geld voor landbouw naartoe gaat. Een goede zaak?
Vandenkendelaere: ‘Ja. Dezelfde Europese regels voor alle boeren, dat was niet werkbaar. Het voordeel is dat er meer maatwerk mogelijk wordt. De Commissie moet dan wel controleren of de nationale plannen volstaan en of er een gelijk speelveld is. Niet alle controle-instanties werken even ijverig als de Vlaamse.’
Landen als Tsjechië en Hongarije zullen de lat voor de ecoregelingen lager kunnen leggen dan Vlaanderen. De controles van de Commissie gebeuren pas achteraf. Met de discussie over de rechtsstaat hebben we gezien hoe moeilijk het is om dan nog dingen recht te trekken.
Matthieu: ‘Ik maak me daar veel zorgen over. Europa had het veel meer moeten afbakenen. Er waren al grote misbruiken: de Italiaanse maffia die rijk werd door subsidies, Viktor Orban die zijn vriendjes geld toestopte.’
Hoe groen zijn al die ecoregelingen? Je kunt geld krijgen voor de bouw van een diervriendelijke stal, waardoor de veestapel nog zal groeien. De universiteit van Wageningen berekende dat sommige regelingen de boer meer kosten dan ze opleveren.
Vandenkendelaere: ‘Dat mag niet de bedoeling zijn. De landen kunnen zelf bepalen welke vergoeding ze geven voor welke maatregel. Ik pleit voor een systeem van gelaagdheid: hoe ambitieuzer de ecoregeling, hoe meer middelen je ervoor krijgt.’
Het is belangrijk dat jonge boeren meer gesteund worden. Nu is voorzien dat 2 tot 4% van de begroting naar hen zal gaan. Is dat genoeg?
Vandenkendelaere: ‘We zullen landen op 3 procent en je kunt ook via investeringssteun jonge boeren helpen. Of het genoeg is voor een verjonging? Nee. Maar ik zie vooruitgang.’
Matthieu: ‘Ik zie die vooruitgang niet. Hoeveel jonge boeren kunnen nog starten? Het is duidelijk dat er meer middelen naar jonge boeren moeten gaan. Ik snap niet dat we volharden in de boosheid en middelen geven aan de grote industrie in plaats van aan jonge boeren.’
Waarom is het zo moeilijk om het landbouwbeleid te moderniseren in het voordeel van de actieve boer?
Matthieu: ‘Ik zie een gigantische lobbymachine, onder meer van (de belangengroep voor Europese boeren) Copa-Cogeca, dat zowel ministers als Europarlementsleden in zijn zak heeft zitten. Ik begrijp niet waarom sommige ministers niet hun eigen boeren verdedigen, maar eerder die industrie. Ik ben al zwaar teleurgesteld in het voorstel van het Europees Parlement. Het gaat om enorm veel geld. Kijk hoeveel geld er via die subsidies in de Franse economie wordt gepompt.’
Vandenkendelaere: ‘Dat is te kort door de bocht. Je doet alsof alles door Copa-Cogeca geregeld wordt. Ook ngo’s lobbyen, Greenpeace voerde woensdag nog actie aan het Europees Parlement. Precies omdat landbouw het oudste Europese beleid is, is het heel moeilijk om radicale veranderingen door te voeren. Dat gaat veel tijd kosten. Het landbouwbeleid is zeer uiteenlopend in de verschillende lidstaten, en dus ook de belangen.’
Welke landen zijn wel bereid voor een innovatief beleid te kiezen, zoals Timmermans vraagt?
Vandenkendelaere: ‘Vlaanderen is bij uitstek een regio die die keuze wil maken, zeker als je vergelijkt met Polen of Spanje. Ook Oostenrijk kiest voor kleinschalig hoevetoerisme, biolandbouw en de korte keten.’
Veel boeren voelen de financiële onzekerheid omdat ze moeten produceren tegen wereldmarktprijzen. Als je naar een ander model gaat waarin je boeren betaalt voor het behalen van klimaat- en natuurdoelen, kies je voor meer zekerheid.
Vandenkendelaere: ‘Oké, maar dan moet je er ook geld tegenover zetten, terwijl we nu de pot met 9 procent verminderen.’
Of je moet het geld herverdelen.
Matthieu: ‘Die herverdeling zal er met dit voorstel niet komen. Vóór het begin van de onderhandelingen bleek uit een bevraging dat 94% van de bevolking en 67% van de boeren zelf vindt dat het beleid groener moet worden. Het is nu verleidelijk om voor de status quo en zekerheid te kiezen – en ik begrijp dat. Maar wie als boer een toekomstgericht bedrijf wil, moet blij zijn met meer maatregelen voor klimaatneutraliteit. Veel boeren hebben die klik al gemaakt. Ik hoop dat de volledige sector het licht gaat zien, zoals de auto-industrie. Ik vrees dat het nu een maat voor niets is voor de komende zeven jaar.’
55 miljard per jaar
Het Europese landbouwbudget bedraagt jaarlijks 55 miljard euro, een derde van het hele EU-budget. België krijgt daarvan 273 miljoen euro.
Het grootste deel gaat naar rechtstreekse inkomenssteun, subsidies per hectare. Boeren moeten aan groene voorwaarden voldoen: onder meer hun grasland niet omploegen omdat zo meer koolstof in de bodem wordt behouden, aan gewasrotatie doen (geen monocultuur) en 5 procent van hun grond niet bewerken (wat goed is voor de biodiversiteit).
Daarnaast wordt een deel van het geld voorbehouden voor zogenaamde eco-regelingen: o.a. bomen planten, diervriendelijke stalsystemen, omschakeling naar bio, koolstofopbouw. Die financiële stimuli moeten landbouwers aanzetten om extra inspanningen te doen voor milieu en klimaat. Er is nog grote discussie over hoeveel procent van het budget het zal gaan (tussen 20 en 30 procent).
Er is een apart potje om jonge boeren te steunen, ongeveer 3 procent van het budget.
Het EU-parlement wil dat het geld alleen naar actieve boeren gaat, maar raakt het niet eens over wat een actieve boer is.
Om het geld te herverdelen wil het EU-parlement een plafond op het bedrag dat grote bedrijven kunnen krijgen. Ook over het bedrag is men het niet eens.
|
|
|
|