|
12 jun 2021 |
17:43 |
|
Uien 'nu' verwennen
Na een koud en nat voorjaar hebben veel uienpercelen een achterstand opgelopen. Plaatselijk kwamen daar nog extreme weersomstandigheden als hagel en stofstormen overheen. Kees Jacobs en Michiel van Mol adviseren over optimale teeltomstandigheden voor de komende periode.
|
"Als je je nu niet focust op optimale teeltomstandigheden wordt het heel erg lastig om een geslaagde uienteelt te krijgen." Michiel van Mol windt er geen doekjes om. "Normaal gesproken hebben de uien begin juni 5 à 6 pijpjes. Nu hebben de beste percelen er 3 à 4. We lopen dus flink achter met de ontwikkeling van het loofapparaat." Volgens de uienexpert van Syngenta is het vooral belangrijk om de uien de komende periode zonder stress te laten doorgroeien. Van Mols collega Kees Jacobs onderstreept dat. "Vanaf de langste dag gaat de ui zich concentreren op de bolvorming. Dus de komende weken moeten we optimaal gebruiken voor loofgroei."
Volgens de teeltadviseurs zijn er 4 belangrijke aandachtspunten voor een vlotte groei van de uien. Allereerst de bemesting. "Wacht niet langer met de tweede gift", adviseert Jacobs, "En geef misschien een beetje meer stikstof dan je eerst van plan was. De overvloedige neerslag in mei heeft waarschijnlijk tot uitspoeling geleid." Het tweede punt is de onkruidbestrijding. Daarbij is vooral behoedzaamheid het toverwoord. "De bodemherbiciden hebben door de overvloedige neerslag goed gewerkt", stelt van Mol. "Plaatselijk zelfs te fel want er is ook plantuitval door ontstaan. Daarom moet je de uien vanaf nu niet meer plagen dan nodig is. Wees dus voorzichtig met de contactmiddelen en spuit alleen tegen onkruiden die er werkelijk staan. Doe een inspectierondje voor je op de spuit klimt en spuit met een groffe druppel."
In tegenstelling tot de uien zelf hebben de plaaginsecten dit jaar geen achterstand. "In plantuien zijn al trips gesignaleerd", weet van Mol. "Dus ga er maar van uit dat de populatieopbouw in de zaaiuien ook al is gestart. Als je maar half vermoedt dat de trips ook in jouw uien zitten, moet je nu beginnen te spuiten. Vergeet ook niet dat de systemische middelen een week nodig hebben voordat ze in de hele plant actief zijn." Volgens Jacobs maken telers bij de middelenkeuze vaak nog de verkeerde afweging. "Ze vinden het zonde om een duur insecticide te spuiten op een klein gewas. Maar dat is de verkeerde beredenering. Als je wacht totdat er meer loof staat, heeft de trips zijn eerste vermeerderingsrondje er al op zitten. En dan blijf je achter de feiten aan lopen en is de financiële schade groter." Een lagere dosering toepassen is volgens Jacobs wel een optie. "Maar", waarschuwt hij, "dan moet je ook het spuitinterval inkorten." Verder attendeert hij op de naderende oogst van de winterplantuien. "En eind juni zijn de gewone plantuien alweer aan de beurt. Op die momenten heb je een grotere kans op het invliegen van trips in je zaaiuien."
Ook de uien- en de bonenvlieg vragen deze periode de aandacht. "Er zijn al wel wat incidentjes gemeld, maar het valt tot nu toe nog wel mee", stelt Jacobs. "Het schadebeeld is lastig te herkennen dus het beste advies is om af en toe samen met je adviseur je gewas te inspecteren en kijken of je de insecten vindt."
Het laatste aandachtspunt is de vochtvoorziening. De uien moeten het op dit moment nog hebben van het vocht in de bovenste 10 centimeter. Bij de weersverwachting voor de komende periode heeft het gewas al snel weer een tekort. "Dus hou de haspel paraat", adviseert van Mol. "En als je gaat beregenen, doe dat dan met kleine beetjes tegelijk en met een fijne druppel. Daar lijdt het gewas het minste onder. Ook op percelen met druppelirrigatie, en dat zijn er steeds meer, is in dit stadium een kleine gift voldoende."
Samenvattend komt het erop neer dat de uien de komende periode gewoon een beetje verwend moeten worden. "Nu groeien ze lekker, dus hou dat vast", besluiten de adviseurs.
|
|
|
|