De laatste jaren wordt de Vlaamse varkenssector geconfronteerd met een opeenstapeling van problemen. In september 2018 begon het met de vaststelling van AVP (Afrikaanse Varkenspest) in ons land, dit zorgde voor het stilvallen van zo goed als alle export naar derde landen. In een land waar 2/3 van de geproduceerde varkens op de export moet, zorgt dit natuurlijk voor de nodige problemen. We hadden geluk dat onze buurlanden meer exporteerden en wij binnen de EU konden blijven leveren, zo werd na enige tijd een evenwicht gecreëerd; maar wel tegen een bepaalde kostprijs (de Belgische prijzen bleven ver onder het Europees gemiddelde).
De intrede van Covid-19 en de AVP in Duitsland in de loop van 2020 heeft het evenwicht op de markt grondig verstoord in Europa, wat in het najaar 2020 leidde tot historisch lage varkensprijzen.
In december 2020 kwam het verlossende nieuws: België verkreeg terug het attest van “vrij van AVP bij wilde en gedomesticeerde varkens”. Vanaf dan zetten alle Belgische autoriteiten, samen met het FAVV, alles in het werk om zo snel mogelijk het embargo tegen ons varkensvlees bij de betrokken exportlanden op te heffen. Dit leidde tot enkele snelle resultaten en het heropenen van de markt met bijvoorbeeld de Filippijnen en Maleisië.
De Covid-19 pandemie heeft er ook voor gezorgd dat de prijs van quasi alle producten/diensten ter wereld sterk gestegen is. Om te kunnen exporteren bijvoorbeeld, zijn zeecontainers nodig. De prijs om een container te verschepen is van 4000 euro voor Covid-19 naar 15 000 euro gestegen. Dit terwijl de prijs voor voeding in de winkel weinig gestegen is.
Komt daarbij ook de serieus toegenomen grondstofprijzen, mede veroorzaakt door de massale opkoopstrategie van de Chinezen. Een kilo varkensvlees produceren kost de varkensboer hierdoor ongeveer 30 cent meer. Dit is nog zonder calculatie van andere gestegen kosten. Deze gestegen kosten hebben zich niet vertaald in een voldoende hogere verkoopsprijs. De rekeningen van menig varkenshouder kleuren hierdoor bloedrood.
Ons Vlaams varkensvlees voldoet aan de hoogst gestelde eisen ter wereld, zowel op vlak van dierenwelzijn, milieu, duurzaamheid, traceerbaarheid als gezondheid en moet zeker niet onderdoen voor de productie in andere landen. Maken we echter de vergelijking met onze buurlanden dan zien we dat de varkenshouders in onze buurlanden gemakkelijk 18 cent per kg varkensvlees meer krijgen dan onze Vlaamse varkenshouders. Dit is een onhoudbare situatie. Een keten is maar zo sterk als de zwakste schakel!
De varkenshouder is al een geruime tijd de zwakste schakel in de keten, terwijl alle andere schakels hun marges behouden. Zo kan het niet langer, wij eisen dat varkenshouders een marge mogen behalen. Slachthuizen, verwerkers en handelaars hebben de taak om varkens te slachten, te versnijden en te vermarkten aan een correcte prijs. Een correcte prijs, die voor onze kwekers de vergelijking met onze buurlanden kan doorstaan en niet de dumpingprijzen die nu op de kap van de varkenshouder gehanteerd worden.
Willen de overige ketenpartners een toekomstgerichte en duurzame varkenssector, dan wordt het hoogtijd dat er een einde komt aan deze slechte margeverdeling doorheen de keten. Zo niet, dan breekt de ketting.