Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 25 jun 2021 08:21 

Wateroverlast door het hevige onweer van 4 juni 2021


Vraag om uitleg over de wateroverlast door het hevige onweer van 4 juni 2021
van Gwenny De Vroe aan minister Zuhal Demir

De voorzitter

– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.

Mevrouw De Vroe heeft het woord.

Gwenny De Vroe (Open Vld)

Een wolkbreuk en stortregens van ruim 20 minuten hebben op vrijdag 4 juni 2021 heel wat straten over heel Vlaanderen blank gezet. De riolen en waterlopen konden de enorme hoeveelheden water die in korte tijd viel, niet aan. Op de meeste plaatsen trok het water vrij snel terug. Toch zorgde de stortvloed op veel plaatsen voor aanzienlijke schade aan ondergelopen huizen, winkels en landbouwgronden. Dit zorgde op verschillende plaatsen voor heuse modderstromen, waarbij de modder uit hoger gelegen velden zich vermengde met de watermassa en zich zo op straten en in en rond huizen ophoopte.

Op acht gemeenten na hebben alle Vlaamse gemeenten een significant, hoog of zeer hoog overstromingsrisico voor minstens 1 van de 4 aspecten: economisch, sociaal, ecologisch of cultureel.

Vanwege de specifieke situatie van Vlaanderen, dat sterk dooraderd wordt door vele kleine waterlopen, een relatief vlak reliëf heeft en een grote bebouwingsdichtheid kent, is het overstromingsrisico in Vlaanderen wijd verspreid.

Er is de afgelopen jaren heel wat werk verricht – ook in deze commissie – rond de problematiek van waterschaarste en -overlast, met heel wat rapporteringen en opvolgingsvergaderingen. Zo identificeren we onder meer de initiatieven rond waterrobuust bouwen of verbouwen, de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW), de gemeentelijke hemelwaterplannen, en recent ook, minister, de uitrol van de Blue Deal. Deze Blue Deal wijdt een groot deel aan waterconservering en infiltratie om zulke taferelen te vermijden. Toch merken we ieder jaar wanneer we een zwaar onweer – zoals op 4 juni – meemaken, dat de inspanningen momenteel nog onvoldoende baten om schade door wateroverlast te voorkomen. En in de toekomst zullen we, door de klimaatverandering, dit soort van onweders nog vaker meemaken.

Vandaar de volgende vragen, minister:

Welke specifieke maatregelen uit de Blue Deal kunnen op korte termijn al een oplossing bieden voor de problematiek die we, bijvoorbeeld op 4 juni, kennen?

Op welke manieren kunnen grondeigenaars, los van de aangekondigde maatregelen in de Blue Deal, nu al proberen zulke situaties te voorkomen?

In welke mate is erosiebestrijding voldoende gekend bij grondeigenaars? Hoe kan dit versterkt worden?

Experts wijzen onder meer op de nood aan meer gecontroleerde overstromingsgebieden die stroomafwaarts zones tegen wateroverlast beschermen. Houthakseldammen, buffergrachten of erosiepoelen kunnen op hun manier dan weer verhinderen dat water en modderstromen van akkers voor overlast zorgen. Nog al te vaak zien we dat de inrichting daarvan – we hebben het ook vaak gezien doordat we meer gaan wandelen zijn – een vrijblijvend karakter heeft.

In welke mate meent u dat initiatieven hierrond moeten kunnen worden opgelegd aan de gemeentebesturen zodat grotere schade preventief vermeden kan worden?

In welke mate zijn de lokale besturen momenteel voldoende gewapend met een erosiebestrijdingsplan en eventueel een erosiecoördinator om dit probleem aan te pakken?

Ten slotte: in de Blue Deal lezen we dat eind 2019 er slechts 31 gemeenten waren die een basishemelwaterplan klaar hadden voor minstens een gedeelte van hun gemeente. Vlaanderen gaat daarom het ambitieniveau van de hemelwaterplannen verhogen. Daarover hadden we het hier in de commissie ook al, minister. Vanaf 2024 zal een gemeente enkel nog toegang hebben tot watergerelateerde subsidies wanneer er een hemelwater- en droogteplan werd opgemaakt van een voldoende hoog niveau. Daar worden de eisen dus hoger gelegd.

Hoe zult u de lokale besturen bijkomend aanmoedigen om hier effectief werk van te maken, inclusief het bereiken van een voldoende hoog ambitieniveau en onderlinge afstemming van de plannen?

De voorzitter

Minister Demir heeft het woord.

Minister Zuhal Demir

Dank u wel. Collega, u weet dat heel wat maatregelen in de Blue Deal gericht zijn op infiltratie, omdat die bijdragen tot een betere bescherming tegen wateroverlast. Maar er is ook de aanleg van groenblauwe aders door dorpen, steden en open ruimte, en een goede inrichting van waterlopen. Denk maar aan hermeanderen en een slimme sturing van de bestaande en nieuwe infrastructuur. Ik kan misschien een voorbeeld geven van 1 project – want de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) is met heel veel verschillende projecten bezig – en dat betreft de werken rond de Demer in Diest.

Daar zullen onder meer grachten gedempt worden, drempels worden geplaatst in de waterlopen, en plasbermen worden aangelegd, zodat het gecontroleerd overstromingsgebied een bufferend vermogen van 3,7 miljoen kubieke meter water zal hebben.

Maar ook wordt een bestuurbare stuwklep tussen de oude en de omgelegde Demer aangelegd zodat we het waterpeil kunnen sturen en worden stadsvijvers in verbinding gebracht met de Demer, zodat er meer water gebufferd kan worden. Dit is slechts één voorbeeld, maar het geeft goed aan hoe we, ook in en nabij bebouwde omgeving, ruimte geven aan water en een betere bescherming geven tegen overlast.

Eigenaars kunnen maatregelen nemen om hun huizen of schadegevoelige infrastructuur ook te beschermen. Een verdere uitrol van de individuele bescherming van gebouwen om de schade als gevolg van overstromingen te reduceren, is dan ook wenselijk.

Sinds de invoering in 2005 van de randvoorwaarden in het gemeenschappelijk landbouwbeleid, zijn landbouwers verplicht om op percelen met een ‘zeer hoge’ erosiegevoeligheid maatregelen te treffen om erosie te voorkomen. In 2014 werd dit uitgebreid tot percelen met een ‘hoge’ erosiegevoeligheid. Het maatregelenpakket is afgestemd op de teeltcategorieën en laat de landbouwer ruimte om de eigen expertise te integreren in de erosiebestrijding.

Daarnaast kunnen landbouwers met de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) beheerovereenkomsten ‘erosiebestrijding’ sluiten. Ook via de provincies wordt ondersteuning voorzien, onder meer via het plaatsen van houthakelementen. De verschillende instrumenten zijn er dus en, volgens mijn informatie, ook voldoende gekend.

Ik kom tot uw vierde vraag. Vanwege hun terreinkennis zijn de lokale besturen het beste geplaatst om de plaatselijke erosie- en overstromingsgevoelige punten te kennen en in te schatten. Het Erosiebesluit en de eerder genoemde ondersteuning vanuit VLM bieden een goede mix om lokaal met dit probleem aan de slag te gaan.

Het Erosiebesluit richt zich op gemeenten en omvat financiële ondersteuning vanuit Vlaanderen voor drie onderdelen: de opmaak van een gemeentelijk erosiebestrijdingsplan, de aanstelling van een coördinator en de uitvoering van de erosiebestrijdingswerken. 115 gemeenten hebben een gemeentelijk erosiebestrijdingsplan opgemaakt en 1 plan is nog in opmaak. Hieronder vallen alle zeer sterk – rood – en sterk – oranje – erosiegevoelige gemeenten. De coördinator begeleidt en ondersteunt de gemeenten bij de uitvoering van het gemeentelijk plan, en werkt telkens minimaal voor twee gemeenten die op dit vlak structureel samenwerken. In gemeenten waar een erosiecoördinator actief is – er zijn 20 coördinatoren actief, in 136 gemeenten in Vlaanderen –, is deze persoon het eerste aanspreekpunt.

Wat de hemelwaterplannen betreft, weet u dat we die willen uitbreiden en opschalen naar iets ambitieuzere hemelwater- en droogteplannen, die als voorwaarde zullen gelden om toegang te krijgen tot watergerelateerde subsidies. Voor de uitwerking hiervan werd eind 2020 de CIW-projectgroep Hemelwater (Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid) opgericht. Deze projectgroep beoogt volgende outputs: een blauwdruk voor de opmaak van een hemelwater- en droogteplan, een voorstel tot goedkeuringsprocedure, een voorstel tot aanpassing van de wetgeving, een voorstel tot subsidieregeling voor acties uit een hemelwater- en droogteplan.

In de projectgroep, getrokken door de Vereniging van de Vlaamse Provincies (VVP), zitten vertegenwoordigers van VVP, de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), de Vereniging van Vlaamse Polders en Wateringen (VVPW), De Vlaamse Waterweg, de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), Aquaflanders, Aquafin, het Departement Landbouw en Visserij, het Departement Omgeving, Vlaamse Rioleringen (VLARIO), de CIW, Universiteit Antwerpen, KU Leuven en veertien lokale besturen. Dat is een hele boterham, maar het is goed dat we wat meer samenwerken tussen alle partners en dat iedereen ook mee in de groep zit.

Een voorstel tot blauwdruk wordt normaal voorgelegd aan de CIW op 30 juni 2021. De andere outputs worden later dit jaar verwacht.

De voorzitter

Mevrouw De Vroe heeft het woord.

Gwenny De Vroe (Open Vld)

Dank u wel voor uw reactie, minister.

We hebben in deze commissie al hard gewerkt rond deze problematiek, waarvan we weten dat die in de toekomst alleen nog zal verergeren. We hebben enkele legislaturen geleden in deze commissie ook gewerkt aan een waterresolutie, een resolutie betreffende het beheersen van de wateroverlast. En de voorbije jaren is er effectief meer aandacht gegaan naar droogte. Dat stond ook in de resolutie, maar dat is de voorbije jaren fel verergerd, waardoor de lokale besturen moeten worden aangezet om daar meer aandacht aan te besteden.

Waarom haal ik de resolutie van 2011 eventjes aan? Omdat daar toen ook al heel wat maatregelen in stonden ter bestrijding van erosie. De wolkbreuk die er op 4 juni geweest is, heeft, ook in mijn omgeving, meer modderstromen veroorzaakt. Daarom heb ik deze vraag specifiek in dat kader benaderd. U hebt terecht gewezen op het feit dat lokale besturen daar in de toekomst meer aandacht voor moeten hebben. Maar ik las in de resolutie ook dat we moeten kijken naar een schadevergoedingsregeling wat erosie betreft, maar daar heb ik in de documenten nergens nog een terugkoppeling naar gezien. Is daar iets mee gebeurd? U gaat daar misschien niet direct op kunnen antwoorden, omdat het ook landbouwmaterie is, maar het is wel belangrijk dat u dat ook eventjes oppikt en dat bespreekt met uw collega-minister.

Ik heb vernomen dat er vanmorgen in het kader van de Blue Deal in de commissie Landbouw wel een aantal zaken werden gecommuniceerd die de landbouwers gaan aanzetten tot het meer vasthouden van water. Dat ligt in de lijn van de resolutie van toen en van de Blue Deal, die veel recenter is.

In de commissie Landbouw van maart zei uw collega, minister Crevits, dat een expertengroep Erosie, onder leiding van het Departement Omgeving, aan een evaluatie van die erosiebestrijdingsmaatregelen werkt. Ik wilde gewoon even verder informeren naar details wat dat betreft. Hoe kunnen we daar nog meer de actuele stand van zaken van kennen? Kunt u ons dat eventueel nog schriftelijk overmaken?

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Collega De Vroe, dank u wel voor uw interessante vraag over erosie. Ik ben uiteraard ook benieuwd naar de evaluatie en de bijsturing, waarover u daarnet een bijkomende vraag gesteld hebt.

Maar ik had nog een andere vraag, niet noodzakelijk gelinkt aan erosie, wel aan de bouwshift, want de bouwshift is natuurlijk ook een van de belangrijkste maatregelen die in de Blue Deal naar voren komt. Minister, ik heb vernomen dat de taskforce is opgericht. Ik wilde van u eigenlijk vernemen wie er in die taskforce zit, binnen welke timing die taskforce een product zal neerleggen en hoe de opvolging van die taskforce zal gebeuren. Zal er in het parlement een rapportage van tussentijdse resultaten kunnen plaatsvinden?

De voorzitter

Mevrouw Rombouts heeft het woord.

Tinne Rombouts (CD&V)

(Slechte geluidskwaliteit)

Ik wil eerst en vooral de minister bedanken voor het antwoord en de collega voor de vraag.

Ik wil kort even de link leggen naar het waterloopbeheer en de diverse beheerders in dezen, de provincies, Vlaanderen en de Vereniging van Vlaamse Polders en Wateringen. Zij hebben in dezen ook de rol om de waterlopen te onderhouden en het waterbufferend vermogen van onze waterlopen maximaal te gebruiken en goed uit te bouwen. Zij moeten ook onze waterlopen robuuster maken.

Denk bijvoorbeeld aan het idee – u hebt er zelf net naar verwezen – van het eventueel plaatsen van stuwen, om op die manier meer gericht water te kunnen ophouden en loslaten. Minister, in welke mate kunnen deze waterloopbeheerders, de provincies, maar ook de Vereniging van Vlaamse Polders en Wateringen rekenen op ondersteuning vanuit Vlaanderen, vanuit de Blue Deal, om op die manier die waterlopen meer robuuster te maken?

Twee, heb een vraag in verband met de opmaak van de hemelwaterplannen. Het is belangrijk dat alle noodzakelijke partners in een gebied – brandweer, bedrijfsleiders, provincies, landbouwers enzovoort – maximaal worden betrokken bij zo’n hemelwaterplan. We kijken inderdaad uit naar een blauwdruk van de methodologie om de hemelwaterplannen op te maken. Ik heb begrepen dat die op 30 juni wordt bekendgemaakt. We kijken daarnaar uit. Minister, is er maximaal aandacht voor de betrokkenheid van de partners? Op welke manier wordt die verwerkt in de blauwdruk?

De voorzitter

Mevrouw De Coninck heeft het woord.

Inez De Coninck (N-VA)

Mevrouw De Vroe, ik dank u voor deze interessante vraag. Velen onder ons hebben dit weekend het belang van erosiebestrijding kunnen vaststellen. Vele gemeenten hebben te kampen gehad met modderstromen. Deze vraag toont nogmaals het belang aan van de Blue Deal. Ik heb het hier al meermaals gezegd, ter vervanging van mijn collega Freya Perdaens, die deze materie normaal opvolgt. Het is duidelijk dat die Bleu Deal zo belangrijk is voor de gecoördineerde aanpak op verschillende vlakken, vooral om concrete acties te ondernemen op het vlak van waterproblematiek, droogteproblematiek, verharding enzovoort.

Minister, ik merkte dat er op het vlak van hemelwaterplannen toch wel regionale verschillen zijn. Hoe zult u dat aanpakken? Het is goed dat er wordt gewerkt rond die hemelwaterplannen en droogteplannen. Maar zult u specifiek waar er achterstanden zijn nog extra inspanningen doen?

Tot slot heb ik een vraag. U zei hoeveel erosiecoördinatoren er zijn. In onze provincie, Vlaams-Brabant, is de erosiecoördinator voor toch wel een veertigtal gemeenten verantwoordelijk. Er werd gesproken over twintig coördinatoren. Maar die tellen dus voor meerdere gemeenten, althans in onze provincie.

De voorzitter

Minister Demir heeft het woord.

Minister Zuhal Demir

Ik dank jullie voor de vele vragen. Ik zal niet meteen op alles kunnen antwoorden.

Mevrouw De Vroe, u vraagt naar het erosiebesluit. Dat is momenteel inderdaad in evaluatie. De timing is dit najaar. Het is de bedoeling om de diverse instrumenten te bekijken.

De verschillende waterloopbeheerders zijn binnen de CIW ook betrokken bij de Blue Deal. Hun ondersteuning en betrokkenheid worden mee gevat.

Wat betreft de regionale verschillen rond hemelwaterplannen, is het net daarom goed dat die werkgroep er is, met verschillende partners. Iedereen zit daarin om die verschillen weg te werken, van elkaar te leren en de beste praktijken overal in Vlaanderen uit te rollen. Dat zit goed. Want wateroverlast houdt niet op aan de grenzen van een gemeente. Het spreekt voor zich dat we dat wat ruimer zien.

De taskforce is opgestart. Ik zal overmaken wie er allemaal in zit, want dat is een hele lijst. Ze zijn al samengekomen. Op 18 juni 2021 vond er een vergadering plaats waarbij diverse externen werden gehoord en waarbij er van gedachten werd gewisseld over verschillende elementen die deel uitmaken van zo’n bouwshift. Hierop hebben gemeenten en provincies hun reflecties gegeven. Normaal gezien is er volgende week een globaal overleg met de taskforce en de klankbordgroep om verdere afspraken te maken.

De voorzitter

Mevrouw De Vroe heeft het woord.

Gwenny De Vroe (Open Vld)

Ik heb niet onmiddellijk nog bijkomende vragen, minister, maar ik kijk uit naar de verdere evaluatie en realisaties inzake dit dossier, en we volgen het uiteraard kort op.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.



  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer