Het gebruik van CIPC op aardappelen is niet meer toegestaan sinds 1 juli 2020. Door de historische verontreiniging van opslagplaatsen met CIPC heeft de Europese Commissie een tijdelijk maximumresidugehalte (MRL) van 0,4 mg/kg toegestaan. De aardappelindustrie heeft ook een saneringsprotocol opgesteld. Als gevolg daarvan heeft een groot aantal landbouwers zijn installaties al gereinigd.
De MRL voor chloorprofam voor granen komt overeen met de minimumwaarde van 0,01 ppm, aangezien dit product nooit in granen is gebruikt. Maar sinds januari 2021 zijn er verschillende waarschuwingen uitgestuurd binnen het sectorale bemonsteringsplan van FEGRA voor overschrijdingen met chloorprofam. Deze overschrijdingen hebben geleid tot de vernietiging van het lot.
Er is nog steeds een groot risico voor versleping als gevolg van hardnekkige CIPC in aardappelopslagplaatsen, zelfs na reiniging van de loodsen. Daarom raadt FEGRA af om granen op te slaan in een loods waarin in het verleden met CIPC behandelde aardappelen werden opgeslagen.
Als het niet mogelijk is om het graan in een andere schuur op te slaan, raadt FEGRA de landbouwer aan om contact op te nemen met zijn handelaar om na te gaan of het graan niet rechtstreeks aan hem kan worden geleverd.
Handelaren mogen een beëdigde verklaring verlangen van hun handelspartner waarin staat dat het geleverde graan niet is opgeslagen in een loods waar zich in voorgaande jaren met CPIC behandelde aardappelen opgeslagen werden.