|
07 jul 2021 |
08:30 |
|
FAVV sust over PFOS op basis van verouderde waarden
Nadat duidelijk was geworden dat op verschillende locaties in Zwijndrecht hoge concentraties van de ‘eeuwige’ chemische stof PFOS in de bodem zitten, kwam het federaal voedselagentschap FAVV vorige week met het ‘geruststellende’ nieuws dat in eieren, melk en vlees ‘geen overschrijding’ werd vastgesteld van de limieten die het agentschap voor PFOS hanteert. Voor veel bewoners en zeker voor landbouwers was dat een opluchting, nadat hen twee weken eerder door de Vlaamse overheid en de UAntwerpen was aangeraden niet langer eieren te eten van eigen kippen en voorzichtig te zijn met groenten. ‘Ik heb die boodschap van het FAVV als heel positief ervaren’, zegt fruitteler Frans Verhelst, die haar ook zag opduiken in vaktijdschriften voor landbouwers. ‘Die boodschap gaf perspectief. Want het FAVV zou zoiets toch niet zeggen als het niet absoluut zeker is?’
|
Toch duiken nu vragen op bij de communicatie van het FAVV en bij de waarden waarop het zich baseerde. De limieten die het voedselagentschap voor PFOS hanteert, werden in 2017 opgesteld door het Wetenschappelijk Comité van het FAVV. Ze zijn bepaald op basis van de ‘toelaatbare dagelijkse inname’ voor PFOS, die aangeeft hoeveel van de stof een mens per dag mag binnenkrijgen zonder dat daar gezondheidsrisico’s mee gepaard gaan. De toelaatbare dagelijkse inname waarop het FAVV zich baseerde – 150 nanogram PFOS per kilogram lichaamsgewicht per dag – werd dertien jaar geleden door het Europees Voedselagentschap (EFSA) voorgesteld.
Aangevuurd door nieuwe wetenschappelijke inzichten in de gezondheidseffecten van PFOS is die toelaatbare dagelijkse inname die EFSA hanteert sindsdien 238 keer strenger geworden. In 2020 schoof het EFSA een nieuwe richtwaarde van 4,4 nanogram per week naar voren, of 0,63 nanogram per dag. Deze keer niet alleen voor PFOS, maar voor de som van vier chemicaliën, waarvan PFOS er één is.
De limiet op basis waarvan het FAVV vorige week zijn ‘geruststellende’ nieuws bracht, lijkt dus achterhaald. Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) zei gisteren in de Kamer: ‘We weten dat die limieten verouderd zijn en dat die op basis van het voortschrijdend inzicht als eerder hoog beoordeeld moeten worden.’ Vandenbroucke voegde eraan toe dat hij dan ook verwacht dat de limieten verlaagd, en dus strenger gemaakt, zullen worden. Welke impact dat zou hebben op de aanbeveling over de consumptie van vlees, melk en eieren in de omgeving van de 3M-fabriek in Zwijndrecht, is momenteel onduidelijk.
Nieuw onderzoek FAVV
‘Ik vind het onvoorstelbaar wat hier is gebeurd’, zegt PVDA-Kamerlid Greet Daems, die minister David Clarinval (MR), bevoegd voor onder meer Voedselveiligheid en Landbouw, volgende week in de Kamer zal ondervragen. ‘Dit roept ernstige vragen op over de communicatie door het FAVV, dat mensen geruststelde op basis van achterhaalde inzichten.’ Groen-Kamerlid Barbara Creemers spreekt van een ‘te lakse’ houding van het FAVV tegenover PFOS.
Minister Clarinval wijst in een reactie naar Europa, ‘dat zo snel als mogelijk normen voor PFAS (de groep chemicaliën waartoe PFOS behoort, red.) in levensmiddelen moet vastleggen, die dan in alle Europese lidstaten gelden’. Die zijn er nu niet. Clarinval zegt dat hij er samen met het FAVV bij de Europese Commissie op heeft aangedrongen om daar zo ‘spoedig mogelijk’ verandering in te brengen. Naar verwachting tegen de zomer van 2022 zouden Europese normen beschikbaar moeten zijn.
Intussen verzamelt het voedselagentschap bijkomende monsters bij 37 producenten van vlees, melk en eieren in een straal van 15 kilometer rond de 3M-fabriek. Als de limieten die het FAVV hanteert daarin overschreden zijn, kan het maatregelen opleggen aan de lokale landbouwers. Zij zouden bijvoorbeeld bijkomende analyses op hun producten moeten laten uitvoeren. De kosten daarvan zouden de landbouwers zelf moeten dragen, terwijl ze nu al financieel getroffen worden doordat hun klanten wegblijven (DS 29 juni). ‘Het zou een groot drama zijn als zij hun producten niet langer zouden mogen verkopen’, zegt Daems. ‘Maar dat neemt niet weg dat de overheid eerlijk tegenover haar burgers moet communiceren.’
|
|
|
|