|
15 jul 2021 |
18:53 |
|
Overvloedige regenval en onweders ramp voor akker- en tuinbouw
Het kan nog regenen!!
De zware regenval eist zijn tol. Op meerdere plaatsen is er waterschade aan de gewassen, die soms weinig of erg zichtbaar is. Verwacht wordt dan we later nog meer schade zullen zien in bepaalde gewassen.
|
In de aardappelteelt zijn veelvuldige behandelingen nodig tegen de aardappelplaag. Kleine foutjes in spuittechniek, laaggelegen velden, plaatsen achter hagen of onder bomen zijn de eerste waar er vlekken van aardappelplaag tevoorschijn komen. Zelfs bij de nauwkeurige gps gestuurde spuiten zien we soms streepjes die net iets minder behandeld werden. De oplossing hier kan erin bestaan om de overlapping daar waar mogelijk eens op een andere plaats te leggen.
Ook minder geslaagde behandelingen door afregenen zijn gevaarlijk. Vooral de laat geplante percelen die nog maar net in de opkomst stonden, zijn moeilijk plaagvrij te houden.
De gerst is rijp, maar het is wachten op droge weersomstandigheden om ze ook voldoende te laten opdrogen voor de oogst. De eerste oogsten zijn matig met zeer lage hl-gewichten.
In tarwe zien we aarfusarium verschijnen. Dit is typisch wanneer de bloei in natte omstandigheden gebeurt. Behandelen hiertegen kan, maar dient kort voor of na de besmetting te gebeuren om effectief te zijn. De huidige kennis is niet toereikend om dit tijdstip te gaan bepalen.
Tarwe na maïs en een ploegloze teelt is ongunstig.
De eerste ziektesymptomen in bieten (cercospora, roest) zijn reeds waargenomen. Controleer dus uw bietenvelden, zeker de percelen met de meer gevoelige rassen. Rode bieten in volkstuinen duiden erop dat we waakzaam moeten zijn.
Maïs
Op meerdere maïspercelen zien we reactie van de planten op onze herbicidenschema’s. Vooral wanneer er op grotere maïsplanten gespoten wordt, zien we dit fenomeen. Dit is een tijdelijke misvorming of kleving van de bladeren die voorkomt bij zeer snelle groei.
In vlasvelden is er op veel plaatsenlegering opgetreden door de buien met hevige wind. De afrijping gebeurt uiteraard aanzienlijk trager, zodat we afstevenen op een laat oogstseizoen. gezien de slechte weer aanhoudt (en dan vooral in Wallonië) rot het vlas in het veld; het trekken is een zware tegenvaller.
Ook de graszaadteelt krijgt zware klappen.
De bonenzaai die uiterlijk tegen 21-25 juli dient te gebeuren staat onder druk. Dit is voor zowel de teler als de diepvriesindustrie zeer vervelend. De uitzaaiperiode is dit jaar bijzonder kort.
Dit jaar is de eerste uitzaai zonder beschermd zaaizaad. Dit leverde al meteen zware bonenvliegaantasting op, ondanks de toepassing van Force 1,5 GR (tefluthrin) granulaat en de vochtige weersomstandigheden die de werking van dit granulaat toelieten.
De schade gebeurt in de kiem- en opkomstfase. De bonenvliegmaden boren gaten in de kiem en vreten deze van binnen uit, waardoor deze wegrotten. Ook de groeipunten kunnen ze wegvreten. Dan komen de kiemlobben nog boven, maar er gebeurt geen verdere ontwikkeling meer (soldaatjes). Andere waardplanten zijn vooral graan, maïs, spinazie en ui. De vrouwelijke vliegen leggen enkele honderden eitjes die vrij snel (na een paar dagen) reeds larven worden. Dit stadium duurt enkele weken. Bij ons komen een drietal cyclussen voor in zuiderse landen, 5 à 6 per seizoen. De lengte van de cyclus is bij 10 °C 85 dagen, bij 20°C 24-25 dagen en bij 25°C 16-17 dagen.
Tot vorig jaar werd gezaaid met Pyristar 250 CF(250 g/l chloorpyrifos) ontsmet zaaizaad. Dit middel werd aan 100 ml per 250.000 zaden (ongeveer 1 ha) aangebracht. We slaagden er dus in om met 25 g actieve stof per hectare nooit problemen te hebben! De bonenvliegmaden kruipen in de bonenkiem en eten deze van binnen uit.
Het uitplanten van sluitkolen loopt vertraging op. Ook de tweede teelt bloemkool voor de verwerkende industrie kon (te) laat afgerond worden. Vooral omdat we in deze teelt met het latere ras Giewont werken, houdt dit risico in naar zeer late oogstbeurten. Als plantdatum wordt hier ten laatste 5 juli op zwaardere gronden en 10-12 juli op lichtere gronden geadviseerd. Velen werden echter buiten deze periode geplant.
In de preiteelt werd er nauwelijks geplant de laatste weken. De omstandigheden waren niet ideaal om ruggen te trekken, wat later risico inhoudt bij zeer droge zomerse omstandigheden naar het vlot weggroeien van de planten.
|
|
|
|