De voorzitter
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Sofie Joosen (N-VA)
Voorzitter, minister, collega’s, de coronacrisis zorgde voor uitpuilende aardappelstocks door het wegvallen van horeca, evenementen en andere grote afnemers van aardappelproducten. Het mondiale karakter van deze problematiek had als gevolg dat er wereldwijd een enorme stock werd opgebouwd, die onder meer in de handel van diepgevroren producten voor de nodige verschuivingen zorgde. De aardappelprijzen kregen logischerwijs een flinke optater en die situatie dreigt, net als in de varkensvleessector, nog een tijdje aan te houden zolang de stocks zo hoog blijven en de consumptie niet exponentieel toeneemt.
De North-Western European Potato Growers (NEPG) deed daarom in oktober de aanbeveling aan haar aangesloten leden om hun uit te planten areaal aardappelen in 2021 met 15 procent te doen dalen, om de stocks te kunnen verkleinen en het aanbod in overeenstemming te brengen met de effectieve marktvraag.
Enkele weken geleden maakte de NEPG kenbaar dat het uitgeplant areaal binnen de EU-4 ‘slechts’ 3 tot 5 procent lager zou liggen, wat allicht te weinig zal zijn om de marktvraag serieus bij te sturen.
Uiteraard valt de redenering van de telers te begrijpen: er is vooral naar de collega’s gekeken om die areaalvermindering te doen en te hopen dat zo de prijzen voor het eigen, niet-ingeperkte areaal zich rechttrokken.
Minister, hoe evalueert u momenteel de evolutie van de aardappelprijzen? Hoe schat u de impact in van eventuele stocks die nog op de markt moeten worden gebracht? Meent u dat een vrijwillige reductie van het areaal de marktprijs duurzaam had kunnen herstellen?
In hoeverre voorzien de Vlaamse en/of Europese landbouwbeleidsmechanismen in een mogelijkheid om een collectieve areaalreductie te doen? Gaan jullie dat faciliteren of eventueel afdwingen?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega’s, een groot aantal aardappeltelers hebben een moeilijk jaar achter de rug door corona. Onze Vlaamse aardappelsector is sterk exportgericht: 90 procent van onze diepvriesfrieten zijn bedoeld voor export. Het wegvallen van afzetkanalen in het buitenland heeft dan ook meteen een zeer grote impact.
Het Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt vzw (PCA) geeft aan dat de voorraad in april dit jaar vergelijkbaar is met dezelfde periode vorig jaar. De voorraad ligt wel 20 procent hoger in vergelijking met de voorbije vijf seizoenen. Hierbij merkt PCA op dat deze toename voornamelijk te verklaren is door de hogere voorraden van aardappelen die onder contract liggen en deze zullen normaal gezien tijdig weggewerkt worden.
De coronapandemie heeft er dan ook voor gezorgd dat voor het eerst in jaren het Vlaamse areaal aardappelen daalt met 6,5 procent tegenover 2020. Ook in onze buurlanden verwachten we een areaaldaling van dezelfde grootteorde, wat dus minder is dan de aanbevelingen van de NEPG, die opriep tot een daling van 15 procent. Wat de oogst zal brengen dit jaar, daarvoor moeten we uiteraard nog even wachten.
Het Europese mededingingsrecht verbiedt in principe elke overeenkomst tussen marktdeelnemers die de mededinging beperkt. Een georganiseerde areaalreductie is dus in principe niet mogelijk.
Vanwege de relatief zwakke positie van boeren in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen, staat de landbouwwetgeving van de EU echter bepaalde uitzonderingen op de mededingingsregels toe. Zo krijgen erkende producentenorganisaties de mogelijkheid om aan productieplanning te doen door bijvoorbeeld af te spreken het areaal in te perken. In België zijn er momenteel echter geen erkende producentenorganisaties in de aardappelsector. En het zal altijd vanuit het initiatief van een groep landbouwers moeten starten. Als minister juich ik wel het gebruik van zo’n producentenorganisaties en gecoördineerde marktimpulsen toe. Er is ten slotte wel een brancheorganisatie erkend – Belpotato –, maar brancheorganisaties kunnen niet van deze uitzondering genieten.
De voorzitter
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Sofie Joosen (N-VA)
Minister, intussen zijn inderdaad ook de Vlaamse cijfers bekend. Er is voor het eerst een daling met 6,5 procent maar mogelijk – u hebt dat gezegd – is dat nog altijd niet in overeenstemming met de vraag. We zoeken natuurlijk nog altijd naar diezelfde uitweg, die opslag. We doen dat voor melk, voor vlees en in dit geval ook voor aardappelen. Ik blijf herhalen dat dit slechts tijdelijke oplossingen zijn. Op een bepaald moment moet die stock opnieuw op de markt komen. We zien vaak dat dit geen heiligmakende oplossing is op die momenten.
Ik hoop natuurlijk dat de heropening van de horeca en de markten al wat soelaas kan bieden voor de volgende periode, dat dit een verschil kan maken voor onze aardappeltelers en dat er de volgende weken een betere prijs kan worden overeengekomen. Maar ik vrees dat we er met hoop alleen niet zullen komen. Ik denk dat we echt moeten nadenken over de manier waarop we omgaan met die opslag en moeten bekijken of we daar geen structureel alternatief of een verbetering kunnen aanbrengen. Dat is een discussie die echt wel heel vaak terugkomt.
De eerste signalen inzake de prijs zijn gelukkig iets positiever dan initieel verwacht werd. U hebt ook verwezen naar het areaal dat vastligt via die contracten. Dat ziet er op het eerste gezicht toch iets positiever uit en ik hoop dan ook dat die evolutie zich de volgende weken doortrekt. Ik heb verder geen bijkomende vragen.
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega Joosen, ik dank u voor de aanvulling. Het klopt effectief dat de aardappelsector ook sterke impulsen kan krijgen door de heropening van de horeca, zowel van de kleinschalige horeca als van de evenementenorganisatie, bijvoorbeeld frietjes die men kan eten op een festival. We zullen de toestand zeer nauwgezet opvolgen.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.