De voorzitter
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Van Hulle heeft het woord.
Bart Van Hulle (Open Vld)
Ik zal het kort houden, want elke vaccinatie is belangrijk. Ik denk dat de vaccinatie van de Vlaamse minister van Landbouw heel belangrijk is en ik wil haar dus niet te veel ophouden.
In navolging van een Europees burgerinitiatief dat pleit voor de afschaffing van kooien voor landbouwdieren, heeft de Europese Commissie beloofd tegen 2023 een voorstel te doen om die kooisystemen uit te faseren en geleidelijk te verbieden.
De Europese Commissie zal volgend jaar een openbare raadpleging doen en een uitgebreide effectbeoordeling. Die plannen van de Europese Commissie zullen wel verstrekkende gevolgen hebben voor Vlaamse bedrijven die daarbij betrokken zijn, bijvoorbeeld voor hun investeringen. Zoals u weet, werd er in 2012 overgeschakeld van legbatterijen naar verrijkte kooien en zijn die investeringen soms nog niet afbetaald.
Ook de internationale concurrentiepositie is heel belangrijk. Import uit het buitenland zal dan namelijk goedkoper zijn. Dat baart me toch wat zorgen.
Het Vlaams regeerakkoord maakt gewag van het bestuderen van de afschaffing van de kooihuisvesting in de pluimveehouderij. Er staat ook wel bij dat dit gepaard moet gaan met een economische impactmeting, redelijke overgangstermijnen en flankerende maatregelen. Dat stemt me dan weer positief.
Ik heb hierover enkele vragen, minister.
Hoe zult u omgaan met die informatie uit Europa?
Zullen er gesprekken opgestart worden met de Vlaamse subsectoren?
Zullen ook de Vlaamse dierenhouders betrokken worden bij die openbare raadpleging?
Zal er ook bij ons een economische impactanalyse uitgevoerd worden?
Minister, hoe ziet u die overgangstermijnen in de realiteit? Zal dit echt ingevoerd worden in 2027 of later?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega Van Hulle, ik hoop dat u mij hoort. Ik ben hier op een creatieve manier aan het antwoorden. Een mens moet soepel zijn in het leven.
Er zijn verschillende diergroepen die, al dan niet tijdelijk, in kooisystemen worden gehuisvest. Hoe sterk de gevolgen van een verbod zullen doorwegen, hangt onder meer af van de definitie van een kooi en van de gehanteerde overgangstermijnen.
Bedrijven die de afgelopen jaren hebben geïnvesteerd in meer diervriendelijke systemen, zoals leghennenbedrijven die in verrijkte kooien hebben voorzien of konijnenhouders die hebben geïnvesteerd in een parkhuisvesting, zitten mogelijk nog met nog niet terugverdiende investeringen.
Ik moet even naar mijn auto maar ik probeer verder te praten in de hoop dat jullie mij horen.
De voorzitter
Absoluut, en we zien u zelfs ook voor een stuk.
Minister Hilde Crevits
De Europese Commissie zou eind 2023 met een wetgevingsinitiatief komen als reactie op dit burgerinitiatief. Het Departement Landbouw en Visserij zal de doelgroep op het gepaste moment via de geijkte kanalen over de openbare raadpleging informeren.
Gezien de nog geldende onzekerheden is een economische impactanalyse nu nog niet mogelijk. Hoe concreter het commissievoorstel wordt, hoe correcter de inschatting zal kunnen worden gemaakt. Ik bekijk samen met mijn administratie hoe en wanneer we dit het best in kaart kunnen brengen. Dat er een economische impactanalyse moet gebeuren is vanzelfsprekend een evidentie, zoals bovendien ook in het Vlaams regeerakkoord staat. Ook collega Weyts zal hierbij worden betrokken.
Wanneer we pioniers willen blijven aanmoedigen om de signalen van de maatschappij snel op te pikken en te vertalen en wanneer we de andere dierenhouders een haalbaar baken willen voorhouden, dan moeten de overgangstermijnen voldoende lang zijn.
Wanneer uitbatingswijzen onder andere op het vlak van dierenwelzijnseisen op relatief korte termijn ingrijpend wijzigen en niet alle betrokkenen zich in eenzelfde investeringscyclus bevinden, dan moet een flankerend beleid op bedrijfsmaat worden gevoerd. We hebben daar in Vlaanderen wel wat ervaring mee. Omdat de Europese Commissie het initiatief pas recent is opgestart, is het nog te vroeg om uitspraken te doen over de mogelijke financieringswijzen en -bronnen. Maar er zijn uiteraard een aantal bestaande instrumenten zoals het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) waar we dan naar kunnen kijken.
Dit is dus een work in progress, collega Van Hulle. Mijn excuses voor de turbulentie bij het beantwoorden van uw vraag maar ik probeer alle tijd tot aan mijn vaccinatie nuttig en efficiënt te besteden.
De voorzitter
De heer Van Hulle heeft het woord.
Bart Van Hulle (Open Vld)
Minister, het is heel positief dat u ook bezorgd bent over het feit dat dit allemaal niet snel moet gaan. Dit zal de bedrijven die actief zijn zeker pijn doen.
Ik heb nog een bijkomende bedenking en een bijkomende vraag. Wanneer we inzetten op dierenwelzijn, zou het kunnen dat dit een impact heeft op de stikstofproblematiek. Het zou kunnen dat die dieren uit die gesloten stallen naar buiten moeten worden gebracht. Er zal dan ook een impact zijn op de stikstofproblematiek. Men kan het immers niet controleren want het gaat naar buiten. Of ziet u meer in gesloten stallen? Ik denk dat we rekening moeten houden met die impact en ik vraag me af hoe we daarmee zullen omgaan. Ik denk dat dit een aandachtspunt is voor de toekomst.
De voorzitter
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Sofie Joosen (N-VA)
Ik ben natuurlijk tevreden dat het Europees Parlement de nodige aandacht heeft voor die kooisystemen. Het is uiteraard de bedoeling om Europees de lat hoog te leggen en dat zal zeker een grote uitdaging vormen voor een aantal lidstaten. Het is natuurlijk zo dat we in Vlaanderen al veel langer bezig zijn met deze problematiek over de verschillende kooisystemen en dat we daar al heel wat stappen in hebben gezet. Ik denk onder andere aan het uitfaseren van de kooien voor kweekkonijnen maar er zijn nog initiatieven. En natuurlijk is het denkbaar dat dergelijke initiatieven een impact hebben op onze landbouwers en op onze landbouwsector in het algemeen. Het is dan ook heel belangrijk dat we tijdens dit proces de dialoog openhouden met de sector, dat aanpassingen – als we die doen – zorgvuldig gebeuren en dat in de nodige overgangsmaatregelen wordt voorzien om die aanpassingen mogelijk te maken.
Ik wil ook nog de kanttekening maken dat uit divers onderzoek blijkt dat consumenten steeds bewuster aankopen, ook met dierenwelzijn in het achterhoofd. En dus denk ik dat hier wel degelijk een economische opportuniteit ligt voor onze landbouwsector. Dat lijkt me ook een element dat we niet mogen vergeten.
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
De dierlijke sectoren hebben sowieso te kampen met een aantal uitdagingen. We moeten daar niet flauw over doen. Het is zeker mijn ambitie om de verschillende uitdagingen in gedachten te houden. Bij het uittekenen van een toekomst voor de sector moeten we trade-offs in elke zin zoveel mogelijk vermijden.
Collega Joosen, het is evident dat we dit verder met de sector zullen bekijken maar ook met alle andere belanghebbenden.
Wat de opmerking over de consumenten betreft, moeten we, wanneer zich een opportuniteit voordoet, er alles aan doen zodat landbouwers die kunnen grijpen. Maar voor mij, en ik heb dat ook al tegen een aantal andere betrokkenen gezegd, is het level playing field belangrijk. Wanneer men hier maatregelen neemt waardoor iets zich gewoon verplaatst naar een land vlakbij en daar opnieuw wordt ingevoerd, dan is dat ook geen aan te bevelen situatie. Dit dossier wordt heel zorgzaam opgevolgd.
De voorzitter
De heer Van Hulle heeft het woord.
Bart Van Hulle (Open Vld)
De tussenkomsten stemmen me positief, onder meer het feit dat we dat traag zullen doen, met respect voor die bedrijven. Mevrouw Joosen, het is inderdaad zo dat er opportuniteiten zijn als we snel zijn. Wanneer we inzetten op dierenwelzijn, kunnen bedrijven een toegevoegde waarde creëren. Ik stel voor dat we dit de volgende jaren samen van nabij opvolgen met respect voor die bedrijven.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.