|
02 sep 2021 |
09:31 |
|
Regen en overstromingen zomer 2021 geven mestprobleem
Door de natste zomer aller tijden kunnen landbouwers hun mestoverschotten niet uitrijden. Maar Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) wil de uitrijperiode niet verlengen. ‘Dat zou onverantwoord zijn voor de waterkwaliteit.’
|
Op verschillende plekken in Vlaanderen liggen de akkers veel te nat voor de tijd van het jaar. De maïshoogte golft naargelang het veld verdrinkt. In Kortessem en Borgloon, in Limburg, verraden diepe voren en waterplassen dat de landbouwers er probeerden te bemesten. Een paar tientallen meter verder houden de sporen op of maken ze een bocht: het werk werd noodgedwongen gestaakt.
‘We mogen vloeibare mest uitrijden tot 31 augustus, maar dit jaar hebben we dat nauwelijks kunnen doen omdat de velden te nat zijn’, vertelt Philippe Martin. Hij runt een akkerbouwbedrijf in Sint-Truiden. ‘Sinds 1 juni is er 400 liter regen per vierkante meter gevallen. De mestwagens rijden zich vast en de percelen worden stukgereden omdat er nog snel drijfmest over gestrooid moet worden. Verschillende landbouwers moesten al een kraan laten komen om hun tractor uit de modder te trekken.’
Volgens de landbouwers laat de wet minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) nochtans toe om de uitrijperiode voor drijfmest te verlengen tot 10 september. ‘We willen niet méér mest uitrijden, we willen dat de periode verlengd wordt’, zegt Stefan Wauters, een andere akkerbouwer. ‘Nu er een paar zonnige dagen aankomen, zou dat al een deel van ons probleem oplossen. De minister weigert. Nochtans hebben Wallonië en Nederland wel een verlenging toegestaan.’
Volgens de Bilzense landbouwer Koen De Busschop zou de minister beter zelf eens de laarzen aantrekken om de situatie op het veld te bekijken. ‘Een landbouwer moet rekening houden met het weer, niet met data die door een ministerie opgesteld worden. Je kunt de natuur niet dwingen.’
De veehouders dreigen nu de factuur te krijgen, omdat ze hun mest moeten laten verwerken door een mestverwerkingsbedrijf. ‘Veel boeren hebben niet genoeg opslagcapaciteit om de mest tot volgend jaar bij te houden’, zegt Martin. ‘En al heel wat mestverwerkingsbedrijven zitten bovendien vol.’
De landbouwers vragen zich af wie de meerkosten van die mestverwerking of opslag gaat betalen. ‘De varkenshouders staat het water tot de lippen’, zegt Stefan Wauters. ‘Als we onze mest niet mogen uitrijden, zouden ze ons tenminste moeten helpen om de tijdelijke mestopslag te vergroten. Kan dat niet via het Rampenfonds?’
Nitraatrichtlijn
Minister Demir zegt dat ze begrip heeft voor de problemen, maar dat ze ook rekening moet houden met de staat van de waterkwaliteit. ‘Uit de evaluatie van vorig jaar blijkt dat die in Vlaanderen niet is verbeterd en soms zelfs is afgenomen. Dat maakt dat de wettelijk vastgelegde doelstellingen moeilijker haalbaar worden.’
Er is ook druk vanuit de Europese Commissie, die verwacht dat Vlaanderen niet alleen de nitraatrichtlijn versterkt, maar ook extra maatregelen neemt om de vastgestelde verontreiniging te beperken. ‘Uit onderzoek blijkt dat een late bemesting leidt tot een uitspoeling van nutriënten naar het oppervlakte- en grondwater. Een verlenging toestaan, zou onverantwoord zijn. Als de eigen mestkelders volzitten, zal de overtollige mest naar mestverwerkers moeten. Dat is vervelend voor de landbouwers, maar het algemeen belang en ons leefmilieu mogen we niet zomaar negeren.’ Volgens haar kabinet zijn er geen compensaties voorzien voor de extra mestverwerking. Het zegt ook geen weet te hebben van een tekort aan mestverwerkende capaciteit.
|
|
|
|