De voorzitter
De heer De Roo heeft het woord.
Stijn De Roo (CD&V)
Minister, de overstromingen van midden juli hebben vooral bij landbouwers uit de provincies Limburg, Antwerpen en Vlaams-Brabant ernstige schade veroorzaakt, zowel op korte als op lange termijn. De Vlaamse Regering heeft al aangegeven om de overvloedige regenval te erkennen als ramp. De schade die voortvloeit uit overstromingen is niet gedekt door de brede weersverzekering, omdat die niet verzekerbaar is als risico omdat ongunstige weersomstandigheden beschouwd worden als een natuurramp en dus in hoofde van land- en tuinbouwers een onverzekerd risico uitmaken.
In november vorig jaar stelde ik u een schriftelijke vraag over de evaluatie van de brede weersverzekering. U hebt toen geantwoord dat de evaluatie vijf jaar na de inwerkingtreding van het systeem zou plaatsvinden.
Werden de overstromingen van de maand juli in Vlaanderen erkend als ramp? Zo ja, voor welke gebieden? Wat zijn hiervan de gevolgen voor de land- en tuinbouwers in de getroffen gebieden? Welke administratieve formaliteiten moeten hiervoor vervuld worden door de getroffen land- en tuinbouwers?
Zijn deze overstromingen een aanleiding om de brede weersverzekering vroeger dan gepland te evalueren? Zo ja, wanneer?
Welke structurele maatregelen zullen op korte of op lange termijn genomen worden om dergelijke overstromingen te voorkomen?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega De Roo, ik zal vrij kort zijn, gelet op het feit dat collega Coenegrachts eenzelfde vraag gesteld heeft, die volgende week behandeld wordt door de minister-president. Het probleem is dat het dossier eigenlijk bij de minister-president en zijn administratie zit. Dat is veranderd in vergelijking met vroeger. Zij bereiden nu het erkenningsdossier voor de hevige regenval voor, en dat wordt dan voorgelegd aan de Vlaamse Regering.
De verzekeraars van de boeren die schade hebben geleden als gevolg van de wateroverlast, hebben de schadedossiers vandaag nog niet allemaal afgewerkt. We kunnen dus geen vervroegde evaluatie van de brede weersverzekering doen. Daarvoor is het nog iets te vroeg. Maar wij zetten via het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) uiteraard in op duurzaam waterbeheer. Recent zijn daar nog de mogelijkheden voor de niet-productieve investeringen verruimd. Onder andere peilsturing met peilbuizen en regelbare stuwen in drainagesystemen – het klinkt ingewikkeld, maar het is niet ingewikkeld – worden via het VLIF sterk gestimuleerd. Bepaalde onderdelen kunnen daar zelfs een investeringssteun tot 100 procent genieten. Dat is natuurlijk zeer belangrijk in functie van de toekomst.
Ook collega Lydia Peeters heeft een aantal structurele maatregelen, en ook collega Demir, maar het specifieke probleem waar u nu naar verwijst, wordt mee besproken in het voorstel dat de minister-president aan de regering zal doen. Daarvoor zal er nog een à twee weken tijd nodig zijn. Ik zou dus willen vragen dat u aansluit bij het antwoord van volgende week. Anders moet ik hier al voorschotten nemen, wat een beetje moeilijk is.
De voorzitter
De heer De Roo heeft het woord.
Stijn De Roo (CD&V)
Dank u wel voor uw antwoord, minister. Ik begrijp dat de bevoegdheidsverdeling ervoor zorgt dat u hier niet meer kunt zeggen. Ik wil dan wel van de gelegenheid gebruikmaken om een bijkomende vraag te stellen. Er wordt voorspeld dat er ook in de komende jaren meer intense regenbuien zullen zijn. Daar zal op verschillende vlakken en op verschillende beleidsdomeinen aan worden gewerkt, denk maar aan waterberging, soms het herstel van de rivieren, maar zeker ook het beheer van de waterlopen en rivieren. Het realiseren van dergelijke zaken zal wellicht meer tijd in beslag nemen dan de regenbuien die mogelijk zouden kunnen vallen. Een van de uitwijkmogelijkheden voor water die dan vaak in het vizier komen, zijn natuurlijke landbouwpercelen, zeker wanneer ze dicht bij rivieren gelegen zijn. En het gaat heus niet enkel over overstromingsgevoelige gebieden.
Lijkt het u nuttig om een soort regeling uit te werken die waarborgt dat alle geleden schade ook in de toekomst kan worden vergoed? Niet alles zal een grote ramp zijn, maar er zullen wel een aantal lokale rampen zijn, met heel veel schade op percelen, terwijl dat ervoor kan zorgen dat een aantal woningen worden ontlast en niet gaan overstromen en dat misschien ook een aantal belangrijke functies worden gevrijwaard, maar waarbij landbouw dan wel slachtoffer kan zijn. Hoe kijkt u naar het uitwerken van een regeling rond de geleden schade?
De voorzitter
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mieke Schauvliege (Groen)
Hartelijk dank voor uw interessante vraag, collega De Roo. Ik kijk ook uit naar het antwoord van de minister-president. Ik had hierbij ook nog een aansluitende vraag. Ik ben zelf landbouwingenieur en ik heb altijd geleerd dat je de juiste plant op de juiste plaats moet zetten. We zullen in de toekomst meer van dergelijke overstromingen meemaken. Wordt er ook over nagedacht om in overstromingsgevoelige gebieden teelten voor te stellen die die overstromingen aankunnen? Het gaat dan meer bepaald over grasland en weiland. Zullen daar ook afspraken en regelingen rond uitgewerkt worden? Dat lijkt me toch wel belangrijk, want zeker in overstromingsgevoelige gebieden zullen we daar continu mee te maken hebben. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat we daar in onze teeltkeuze dan geen rekening mee houden?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega De Roo, uw bijkomende vraag wordt ook meegenomen in de evaluatie. We moeten zorgen dat de boeren die zich verzekerd hebben, nu niet het slachtoffer worden van datgene wat gebeurd is. Dat is een van de dingen die mij zorgen baren, afhankelijk van hoe je het geheel bekijkt. Uw vraag is dus zeer pertinent, maar ze wordt dus ook meegenomen in de evaluatie die nu gebeurt.
Collega Schauvliege, ik vertelde net dat wij de mogelijkheden rond niet-productieve investeringen heel fors hebben verruimd. Het is de eerste keer dat die zo ruim zijn. De voorbeelden die u geeft, moeten de boeren net wapenen tegen allerhande klimaatgebeurtenissen.
Vorig jaar was het te droog en hebben we maatregelen moeten zoeken om voor voldoende water te zorgen. Nu is het te nat en moeten we zorgen dat het water weg kan. Het verschil tussen beide is een jaar en toch is het een totaal andere wereld. Onze boeren moeten worden gewapend tegen al die weersomstandigheden. Dat kan via investeringen maar ik hoef u niet te vertellen dat de marges bij onze boeren op dit ogenblik niet zo groot zijn. Vandaar dat we zelfs gaan tot een ondersteuning van 100 procent omdat die niet productief is, niet rechtstreeks gelinkt is aan de productiviteit van het bedrijf maar er wel voor kan zorgen dat de productiviteit hoog kan zijn. Het antwoord op uw vraag is dan ook dat we daar zeker rekening mee houden, ook in de wijze waarop we onze boeren ondersteunen.
De voorzitter
De heer de Roo heeft het woord.
Stijn De Roo (CD&V)
Minister, ik dank u voor uw aanvullend antwoord. Ik denk dat het heel belangrijk is onze boeren te wapenen tegen verschillende weersomstandigheden maar een aantal zaken kan men echt niet voorzien. In die zin lijkt het me belangrijk dat geleden schade, zeker bij onvoorziene omstandigheden, blijvend wordt vergoed en dat daar tijdig de nodige mechanismen rond worden uitgewerkt.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.