De voorzitter
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Sofie Joosen (N-VA)
Minister, in mijn schriftelijke vraag van 17 mei 2021 ging ik verder in op de problematiek van de zogenaamde distelwet voor onze landbouwers. Deze federale wetgeving legt een algemene bestrijding op van diverse inheemse distelsoorten als schadelijk gewas aan de eigenaars van de terreinen in kwestie, maar door een arrest van de Raad van State van 9 maart 2017 is er de facto een opheffing van deze vernietigingsplicht, die ook nergens meer wordt afgedwongen op de particuliere eigendommen of publiek domein van overheden.
Evenwel blijven landbouwers op hun gronden wel nog verplicht distels actief te bestrijden. De bestrijdingsplicht voor akkerdistelhaarden op graslanden is gekoppeld aan de Europese inkomenssteun voor landbouwers. Het niet-naleven leidt tot steunvermindering. In uw antwoord bevestigde u ook dat in 2020 11 landbouwers een vaststelling kregen voor in totaal 44 percelen met distelgroei.
U gaf in eerdere antwoorden aan dat u via overleg met de federale overheid een oplossing probeerde te vinden, maar die piste lijkt nu gestrand. U schoof recent een andere oplossing naar voren, namelijk dat bij overlast nog steeds het principe van goed nabuurschap zal worden gehanteerd, zoals omschreven in het Burgerlijk Wetboek. Ik citeer: “Eigendom is het recht om op de meest volstrekte wijze van een zaak het genot te hebben en daarover te beschikken, mits men er geen gebruik van maakt dat strijdig is met de wetten of met de verordeningen.”
Minister, hoe ziet u het goede nabuurschap concreet als oplossing voor de problematiek?
Ziet u eventueel nog oplossingen op Vlaams of Europees niveau voor deze problematiek? Landbouwers stellen vandaag nog altijd vast dat op de hen omringende graslanden van particulieren of overheden volop distels groeien die ook hun velden aansteken, maar dat zij daar als enige op worden afgestraft.
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega Joosen, het oude artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek werd vervangen door een nieuw artikel 3.101. Die bepaling stelt dat naburige eigenaars het recht hebben op het gebruik en het genot van hun eigendom, maar dat daardoor geen hinder mag ontstaan die de normale ongemakken uit het nabuurschap overtreffen.
Als een eigenaar op zijn grond de distels laat woekeren, zou dit kunnen betekenen dat hij daarmee bovenmatige hinder veroorzaakt bij zijn buur, omdat hij ook de gronden van zijn buur aansteekt. Het is de rechter die in elk concreet geval zal oordelen. Hierover zijn in het verleden al gerechtelijke uitspraken gedaan op basis van het oude artikel en in de toekomst blijft dit dus mogelijk op basis van het nieuwe artikel 3.101.
Landbouwers die in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) rechtstreekse steun ontvangen of die bepaalde betalingen uit het plattenlandsontwikkelingsbeleid van het GLB ontvangen, moeten de randvoorwaarden naleven. Die omvatten naast beheerseisen ook normen voor het in goede landbouw- en milieuconditie houden van landbouwgrond. De bestrijding van akkerdistelhaarden op graslandpercelen behoort tot deze normen.
Deze bestrijding blijft dus noodzakelijk gelet op het invasieve karakter van de akkerdistel, die het landbouwgebruik van grasland bemoeilijkt. Het is dus aangewezen om tijdig op te treden, zodat de ingezette bestrijdigstechnieken beperkt kunnen blijven en dus de overlast die de verspreiding van deze invasieve soort kan veroorzaken, beperkt blijft. Het niet-respecteren van deze norm betekent voor de landbouwer dat hij niet voldoet aan alle voorwaarden om de volledige steun te kunnen krijgen. Ook in het nieuwe GLB zullen we hier verder op inzetten.
De voorzitter
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Sofie Joosen (N-VA)
Minister, ik dank u voor uw antwoord. U dacht ongetwijfeld dat ik weer daar ben met mijn distels, maar ik blijf dit toch een bijzondere situatie vinden. Het arrest van de Raad van State wijst op het ecologisch nut van distels en op de geringe hinder door de mechanisering van de landbouw. Maar daartegenover staat dat landbouwers verplicht zijn om die distels te verwijderen. Zo niet, kunnen ze een boete krijgen in het kader van hun landbouwsteun. U bevestigde eerder dat er een oplossing nodig is maar in de realiteit lijken meerdere pistes dood te lopen.
Wat het nabuurschap betreft, kan ik u volgen: de oplossing is er door overlast van de buren maar het blijft een absurde situatie. Ik hoor u op het einde van uw antwoord echter toch een opening maken richting het nieuwe GLB. We zullen dat uiteraard verder opvolgen. Het zou jammer zijn indien deze absurditeit zou blijven bestaan.
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
U hebt me goed begrepen, collega Joosen. En ik zou helemaal niet durven oordelen over een vraag van een parlementslid.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.