Patricia De Clercq, secretaris-generaal van het departement Landbouw en Visserij, en Katrien Nijs, beleidsadviseur bij het departement Landbouw en Visserij), gaven aan de leden van de commissie Landbouw een stand van zaken over de nieuwe brede weersverzekering.
Tandem brede weersverzekering - Rampenfonds
Vanaf 2020 werd de tussenkomst van het Rampenfonds voor schade aan niet-verzekerde teelten enkel nog mogelijk op voorwaarde dat minstens 25% van het bedrijfsareaal (op basis van de hoofdteelt) verzekerd is via een erkende brede weersverzekering.
Indien 25 tot 50% van je areaal verzekerd is, kan je maximaal 40% van de berekende schade aan de niet-verzekerde teelten vergoed krijgen. Indien meer dan 50% verzekerd is, stijgt deze vergoeding naar 80%.
Als actieve landbouwer kan je voor het afsluiten van een erkende brede weersverzekering van 2020 tot en met 2022 een subsidie ontvangen die 65% bedraagt van de jaarlijkse verzekeringspremie.
Vanaf 2023 bedraagt de subsidie 65% van de premie voor de grootste verzekerde oppervlakte in de periode 2020-2022.
De premie voor bijkomende oppervlakte wordt gesubsidieerd in functie van het beschikbare budget.
Niet zo succesvol
Uit cijfers van het departement Landbouw & Visserij blijkt dat in 2020 3.000 landbouwers zich lieten verzekeren en de premie betaalden. Voor 2021 staat de teller op 2.400, maar er kan nog tot eind december worden ingetekend.
Als er nog 600 bijkomen, halen we het cijfer van verleden jaar , aldus Patricia De Clercq.
We zouden liever een stijgende trend zien, maar de verwachting is dat we voor 2021 iets lager zullen uitkomen.
Toch noemt het departement Landbouw & Visserij dat een succes.
In Nederland waren heel wat minder land- en tuinbouwers bij de opstart geïnteresseerd in zo’n brede weersverzekering. We besteden veel aandacht aan gepaste communicatie en dat zullen we ook blijven doen.
Zonder de kleinere bedrijven mee te rekenen, gaat het om 15 % van het totaal aantal bedrijven dat zich via de nieuwe brede weersverzekering laat verzekeren.
Betaalbaar?
In dat kader betaalde Vlaanderen 8,75 miljoen euro aan subsidie uit. De schade die door de erkende verzekeringsmaatschappijen werd uitbetaald bedroeg in 2020 al 18 miljoen euro. De hamvraag is of die situatie haalbaar blijft.
Verzekeringsmaatschappijen hebben aangegeven dat, als ze 3 jaar na elkaar zo’n hoog schadebedrag zouden moeten uitkeren, het niet meer betaalbaar zou kunnen zijn.
Dan zouden verzekeraars kunnen beslissen om geen brede weersverzekering meer aan te bieden of zouden de premies kunnen worden verhoogd. De vraag is of ook door de voorziene subsidie de erkende verzekeraars geen ‘hogere’ premie vragen aan land- en tuinbouwers.
Het laagste betaalde bedrag door een verzekeringsnemer was... 20 euro, het hoogste bedrag 255.000 euro, door een fruitteler die 300 ha liet verzekeren. De mediaan ligt op een betaalde premie van 1.500 euro. Bedrijven met een brede weersverzekering zijn in het algemeen grote bedrijven en hebben een iets jongere zaakvoerder , zegt beleidsadviseur Katrien Nijs.
Geografisch
Wat de geografische spreiding betreft van de verzekerde landbouwers per provincie, bedraagt dit in West-Vlaanderen 10,4%, in Oost-Vlaanderen 7,6%, in Vlaams-Brabant 7,8%, in Antwerpen 9,9% en in Limburg 12,9%. Dat laatste cijfer heeft vooral te maken met de fruitteelt. Bijna de helft van het areaal peren is via de brede weersverzekering verzekerd, 40 % wat de appelen betreft.
Het departement Landbouw & Visserij maakte ook een overzicht van waar de bedrijven in Vlaanderen liggen met een verzekering. 33 % ligt in West-Vlaanderen, 20% in Oost-Vlaanderen, 18 % in Limburg, 17% in Ant werpen en 9% in Vlaams-Brabant.
Uiteraard hebben die geografische verschillen te maken met welke teelten in welke provincies voornamelijk worden verbouwd.
Dan geven we nog de top-5 van 2020 per gewasgroep mee: fruit (38%), maïs (19%), aardappelen en voedergewassen (12 %) en bieten (11%).
De tekst van de hoorzitting in het Vlaams Parlement volgt