|
04 nov 2021 |
09:17 |
|
Met rode cijfers, kan er niet aan vergroening gedaan worden
De kritiek op Vlaamse landbouwers als zouden ze vasthouden aan vertrouwde productiemethodes en te weinig inzetten op innovatie, is onterecht. Dat heeft Hendrik Vandamme, voorzitter van het Algemeen Boerensyndicaat, donderdagavond 28 oktober gezegd tijdens het De Standaard-klimaatdebat over de voedingsindustrie. “Als de cijfers in het rood staan, komt de vergroening niet.”
|
Consumenten hechten volgens Vandamme te weinig waarde aan landbouwproducten en de prijzen laten niet toe om stevige investeringen te doen om de gevolgen voor het milieu in te perken. “Er is een keerzijde aan de medaille van goedkope basisproducten”, vindt de ABS-voorzitter en landbouwer.
De Vlaamse landbouw is niet enkel verantwoordelijk voor CO2-uitstoot, maar ook voor andere milieubelasting. In die zin is de klimaatopwarming een uitdaging, maar het kan ook een kans zijn. “Studies tonen aan dat de opwarming van het klimaat ook opbrengstverhogend kan werken”, zegt Vandamme. “En er zullen nieuwe gewassen geteeld worden in Vlaanderen.”
Het stikstofprobleem betekent volgens Vandamme dat de veestapel afgebouwd moet worden of dat zware investeringen in nieuwe technieken nodig zijn. “Je ziet dat middelmatige en kleine bedrijven niet bij machte zijn om die investeringen te doen. Vanwege de moeilijke marktomstandigheden, maar ook vanwege van de omvang. Een luchtwasser (een toestel dat uitstoot in een stal vermindert, red.) kost bijvoorbeeld al snel 100.000 euro.”
Ook Colruyt-directeur Stefan Goethaert ziet daar een uitdaging, maar onderstreept het belang van zowel kleine als grootschalige landbouw. “Wij werken met kleinschalige landbouwers samen. Maar je hebt ook grootschalige landbouw nodig om iedereen te voeden. Wij verkopen elke week 100 ton aardappelen. Je kan van een kleine boerderij niet verwachten dat zij dat produceren.”
“Er is nood aan zelfreflectie binnen de sector”, vindt Vandamme. Die denkt aan aandacht voor kleinschaligheid en het vermijden van overdreven export. “Dat is nodig om het draagvlak bij de bevolking niet te verliezen en onze toekomst veilig te stellen.” De huidige prijzen voor voeding staan een duurzame consumptie in de weg, vonden de meeste deelnemers aan het debat. Hoe dat moet worden bijgestuurd en welke factoren de prijs moeten bepalen, is geen uitgemaakte zaak.
Stefan Goethaert van Colruyt verzet zich tegen het vernauwen van de discussie tot een CO2-taks. “Het is veel ruimer dan dat.” De middelen die Europa vrijmaakt voor landbouw moeten vooral een duurzame transitie ondersteunen. Dat gebeurt het best niet met bijvoorbeeld een prijsverhoging van voedingswaren. Ook Vandamme ziet een grote groep mensen die vandaag al onvoldoende bezit om groenten en fruit te kopen. Hij pleit voor een BTW-nultarief op die producten. Dat is een betere aanpak dan ongezonde producten, of producten die zo gezien worden, duurder te maken, tenzij de bijkomende kost ten goede komt aan het verbeteren van productieprocessen. Vandamme verwijst daarmee naar een Duitse belasting waarvan de opbrengst gaat naar varkenshouders. Die kunnen met de bijkomende middelen het dierenwelzijn verhogen. “Dat is beter dan wanneer ze gewoon gebruikt worden om de staatskas te vullen.”
Debora van der Zee, vicepresident Foods Benelux bij multinational Unilever, ziet een belangrijke rol weggelegd voor de overheid. “Subsidieer het goede en belast het foute. Maak het foute duur en het goede goedkoper.”
Het ABS laat niet na om op de rol van de retail te wijzen en vindt dat bepaalde producten in de warenhuizen te goedkoop worden verkocht. Een klassiek voorbeeld zijn uiterst lage prijzen die warenhuizen als Albert Heijn, Aldi en Lidl vragen voor een basisproduct als melk.
“Het is niet vol te houden om primaire productie te gebruiken om klanten te winnen en te binden.” Vandamme vindt niet dat voeding per definitie goedkoop moet zijn, en vindt de verspilling van zowat 30 % van het beschikbaar voedsel in ons land ‘misdadig’.
|
|
|
|