De voorzitter
De heer Dochy heeft het woord.
Bart Dochy (CD&V)
Minister, het mentale welzijn van landbouwers is iets wat u als minister na aan het hart ligt. U hebt heel wat inspanningen gedaan en hebt ook al op verschillende fora gezegd dat de polariserende beeldvorming voor u ook een element is dat meespeelt in het welbevinden van land- en tuinbouwers.
Ook vanuit BOK wordt er heel hard gewerkt rond deze problematiek. Zij zetten zich in om de beeldvorming rond land- en tuinbouw correct te maken. Ook landbouworganisaties organiseren jaarlijks infodagen over land- en tuinbouw, open bedrijvendagen, Dag van de Landbouw enzovoort, om een correct beeld te proberen vormen van die sector.
Nu was ik nogal met verstomming geslagen toen ik in kennis werd gesteld van een publicatie voor leerlingen van het derde leerjaar. Het gaat om ‘Wouw 3’ van Die Keure, waarin men een beeld geeft van landbouwers, onder de titel ‘Boeren blokkeren de snelweg’. Ik lees u even voor wat daar in de lesopdracht meegegeven wordt. Ik weet het, het gaat over wat staken en demonstreren is. Maar het verschil tussen staken en betogen wordt daar niet geduid, wetende dat landbouwers als zelfstandigen niet kunnen staken. Ze kunnen op de baan komen om te betogen, maar ze kunnen niet staken.
Ik lees het toch even voor: “Alle koeien, varkens, kippen ... produceren samen veel mest. Boeren gebruiken die mest ook op het land. Dat vervuilt de grond, de lucht en het water op onze aardbol. De minister wil dat de boeren machines gebruiken om de mest minder schadelijk te maken. Maar de boeren gaan niet akkoord met de dure en strenge regels van de minister. De boeren blokkeren daarom de snelweg met hun tractoren.” Hier wordt mest dus heel eenduidig als een vergif bestempeld en boeren als mensen die niet bereid zijn op vragen om duurzamer te produceren. Terwijl u maar al te goed weet, minister, dat dat niet zo is. Er gebeuren heel wat inspanningen. U voert ook promotie rond innovatie en dergelijk meer. De sector doet dus een inspanning. Er zijn natuurlijk problemen. Soms wordt er eens betoogd – dat zal wel zo zijn. Maar in elk geval heeft elke medaille twee kanten. Het wordt hier bijzonder eenzijdig voorgesteld. Daarom durf ik te spreken van een systeem van bashen, waarbij men die zaken – ik vrees moedwillig – in een verkeerd daglicht stelt. En als men dat doet voor leerlingen van een derde leerjaar, dan weet je ook wat zij daarvan meedragen: zij geloven wat er wordt geschreven, ze geloven wat de meester op dat moment zegt. Ik vind het compleet onverantwoord om op die manier met tendentieuze taal in schoolboeken te komen.
Minister, hoe staat u tegenover dergelijke beelden en teksten in werkboeken van kinderen in de lagere school?
Hoe kan er eventueel voor worden gezorgd dat tijdens de opleiding van onze kinderen de aspecten van de landbouw correct worden belicht? Ik vraag geen verheerlijking van de landbouw, ik vraag enkel en alleen een correct beeld.
We stelden reeds diverse vragen aan collega-ministers, onder andere aan uw collega Weyts in verband met agribashing rond dierenwelzijn. Kunt u een initiatief nemen om dit fenomeen in een breder kader te plaatsen en om het welbevinden te verbeteren? Kan dat worden opgenomen in het actieplan welbevinden dat u aan het opmaken bent?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega Dochy, ik heb het voorbeeld waarnaar u verwijst ook in mijn mailbox gekregen en gelezen. Ik betreur enorm hoe de boeren in een negatief daglicht worden gesteld. Ik zal u één uit het leven gegrepen voorbeeld meegeven. Ik was onlangs te gast in Oost-Vlaanderen, voorzitter, bij een jonge boerin die in korte keten varkensvlees verkoopt, in een winkeltje. Dat vlees is trouwens heel lekker, ik heb er natuurlijk wat van gekocht. Zij heeft een dochter en die droeg een sweater die de buurvrouw had gemaakt. Daarop stond ‘fiere boerendochter’. De boerin vertelde: ‘Gelukkig is onze dochter zeer assertief, maar je houdt het niet voor mogelijk welke verwijten ze hele dagen naar het hoofd geslingerd krijgt. En dat zet toch wel heel wat mentale druk op onze boerenstiel.’
We hebben het hier al vaak over gehad. We zullen het debat hier dus niet opnieuw voeren. Ikzelf en ook mijn voorgangers hebben al een aantal initiatieven genomen om een correct beeld te scheppen van onze Vlaamse land- en tuinbouw. Er is een schitterend online educatief pakket van het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) ‘Wat komt er op je bord’. Recent werd het project Oog voor Lekkers gelanceerd in de scholen dat melk, groenten en fruit aanbiedt op school, maar ook informatie over het landbouwleven meegeeft. Daarbij richten we ons op het basisonderwijs, maar ook op het secundair onderwijs en het hoger onderwijs. Er zijn dus zeer veel initiatieven. Maar toch word je dan met zo’n schoolboek geconfronteerd.
Naar aanleiding van wat we meemaakten begin dit jaar, collega’s, heb ik een schrijven gericht aan alle uitgevers om eens rond de tafel te zitten. U mag raden hoeveel uitgeverijen er hebben gereageerd op mijn vraag: één. Maar één is beter dan geen, zegt men vaak. We zijn dus nu in gesprek met één uitgeverij om nauwer te gaan samenwerken om die landbouwrealiteit niet altijd op een negatieve, maar ook op een positieve manier in de kijker te zetten. Ik zal in ieder geval verdere initiatieven nemen om ook met de andere uitgeverijen te spreken. Ik vind het immers natuurlijk wel belangrijk dat de informatie die wordt gegeven, ook correct is.
Het imago van onze sector is in het ILVO-onderzoek, dat u allen kent, geïdentificeerd als één van de zeven grote stressfactoren die een impact hebben op het welbevinden van de Vlaamse boeren en boerinnen. Ik sprak dus met uitgeverijen, maar ik heb als minister geen vat op wat ze schrijven. Dat bepalen ze zelf. Maar ik vind het wel van belang dat we daar wat aandacht voor hebben.
Daarnaast is er natuurlijk het actieplan welbevinden dat geactualiseerd wordt. Daar wordt in de komende maanden verder aan gewerkt.
De voorzitter
De heer Dochy heeft het woord.
Bart Dochy (CD&V)
Dank u wel voor deze duiding, minister, en voor de aandacht die u hebt voor deze problematiek in het actieplan welbevinden.
Ik heb er geen zicht op hoeveel uitgeverijen er actief zijn op het vlak van dergelijke leerboeken, maar ik hoop toch dat er – misschien op basis van een bijkomende oproep – rond de tafel gezeten kan worden met die uitgeverijen. Ik weet dat ik ook een meldpunt heb waar mensen kunnen aangeven wat hen tegen de borst stoot, of wat ze effectief opmerken, hetzij in schoolboeken, hetzij op andere plaatsen. Ik heb daaromtrent al een aantal reacties binnengekregen en ik probeer dat wat te bundelen. Dat geeft toch wel aan dat het bij mensen uit de sector heel gevoelig ligt.
Ik herhaal nogmaals: ik vraag niet dat er een beeld gegeven wordt van verheerlijking van de landbouwsector. Ik vraag gewoon dat er een correct beeld gegeven wordt, en dat men ook de nuances en het wederwoord in deze meeneemt, zelfs in leerboeken.
De voorzitter
De heer Sintobin heeft het woord.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Collega Dochy, je moet altijd opletten met het opzetten van meldpunten. Voor je het weet wordt het een ‘kliklijn’ genoemd. Wij hebben daar alle ervaring mee. Maar ik heb u van in het begin gesteund met uw meldpunt. Ik heb dat ook op sociale media gezet, want ik vind het een regelrechte schande, wat hier gebeurt. Er worden natuurlijk wel meer dwaasheden verkondigd in ons onderwijs. Ik verwijs maar naar de hinderwaanzin die onderwezen wordt op onze schoolbanken. Het voorbeeld dat collega Dochy geeft is eigenlijk een regelrechte schande. Men verwijst hier naar de uitgeverij, maar ik vraag me eigenlijk af wie dergelijke onzin neerpent. Het is ook niet alleen de verantwoordelijkheid van de uitgeverij. Het is ook de verantwoordelijkheid van de scholen die toelaten dat dergelijke onzin verkocht wordt. Als ik directeur was van een school en ik zag een dergelijk leerboek, dan zou ik verbieden dat te geven. Net zoals collega Dochy zou ik zeggen: we moeten de land- en tuinbouwsector niet verheerlijken, maar gewoon een realistisch beeld schetsen.
Minister, ik weet dat u daarin weinig bevoegdheid hebt. Minister Weyts kan daar toch wel iets meer mee doen, dacht ik. Ik zou niet alleen de uitgeverijen aanschrijven, misschien moet minister Weyts ook de scholen aanschrijven om er op te wijzen dat het een absoluut incorrect beeld is dat daar wordt geschetst. Net zoals collega Dochy krijg ik getuigenissen vanuit de landbouwsector die echt schrijnend zijn. Dat zijn echt schrijnende mails en telefoonberichten die we krijgen van mensen en gezinnen. Het gaat over gezinnen. Sommige mensen schijnen niet te beseffen dat het over gezinnen gaat: man, vrouw en kinderen die moeten leven en soms overleven. Ik vind het dus echt een regelrechte schande.
Minister, ik ben opgegroeid met elke zondagnamiddag te kijken naar B&T – ik heb dat hier al eens gezegd – en misschien moet dat opnieuw op tv gebracht worden. Dat is natuurlijk plattelands-tv. Ik wil maar zeggen dat ‘agribashing’ – zoals collega Dochy het noemt – ook voorkomt in de media. Ook de media spelen daarin een verschrikkelijke rol. Er wordt altijd sensatie gezocht, en altijd wordt de landbouw met de vinger gewezen. Dat is al jaren aan de gang, en ik kan mij daar mateloos aan ergeren.
De voorzitter
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Karolien Grosemans (N-VA)
Voorzitter, minister, collega Dochy, ik heb het fragment ook met enig ongeloof gelezen. Samengevat zou ik zeggen dat dat er ‘los over’ was. Ik heb echt met mijn ogen geknipperd. Het getuigt van enorm weinig respect. Ik kan me ook echt voorstellen dat dat bij landbouwers enorm gevoelig ligt. Ook voor ons kan agribashing absoluut niet door de beugel. Ik heb wel begrepen dat de uitgeverij ondertussen een mea culpa heeft geslagen en heeft gecommuniceerd dat dat zeker niet de bedoeling was.
Als ik een reactie mag geven vanuit onderwijs: wij proberen met de commissie Onderwijs de onderwijskwaliteit te verhogen vanuit verschillende invalshoeken, ook op het vlak van de handboeken. Een boek is een onderdeel van de didactiek. Wat in zo’n boek staat, moet uiteraard correct zijn, niet meer of niet minder. Als dat niet zo is, dan mag dat zeker gezegd worden. Ik vind het dan ook heel goed, collega Dochy, dat u dit hier aanhaalt in deze commissie.
Ik geef nog mee als reactie op collega Sintobin dat minister Weyts op dit moment werkt aan een kwaliteitsalliantie voor schoolboeken via een onafhankelijke werkgroep onder leiding van onderwijsexpert Luc De Man. Die bekijkt momenteel de handboeken, de digitale leermiddelen en de infoboeken. Deze groep zal ook strategische adviezen formuleren. We zullen deze problematiek zeker blijven opvolgen in de commissie Onderwijs.
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Dank u wel. Ik ben blij met alle tussenkomsten die hier gedaan werden. Maar daarmee lossen we natuurlijk het probleem niet op. Als iemand zich excuseert, is dat wel interessant, maar ondertussen zijn de boeken wel gedrukt, liggen ze in alle klassen en komen ze binnen in vele huiskamers. Dat vind ik eigenlijk wel erg. Die ‘sorry’ staat echter niet in die boeken en komt niet binnen in al die klassen. Dat is iets als een rechtzetting in een krant. Eerst wordt iets op de cover gezet, waarna een dag later onderaan op pagina 29 gezegd wordt dat dat verkeerd was. Zo’n excuusbericht wordt door niemand gezien. Daar heb ik het dus wel een beetje moeilijk mee. Maar beter een sorry dan helemaal geen inzicht, natuurlijk.
Sowieso is onze administratie zeker beschikbaar om mee te werken met de uitgeverijen. Ik heb u dat al gezegd voor u deze vraag stelde. Ik heb in het begin van dit jaar al contact gezocht, maar er heeft slechts een iemand gereageerd. Het is wel belangrijk dat we uit die reactie goede dingen afleiden en misschien zo correcte informatie kunnen bezorgen aan andere uitgeverijen. Collega Sintobin, het is een verantwoordelijkheid van iedereen – van de politiek, van de media, van het onderwijs, van de ouders – om onze jeugd te leren om kritisch na te denken en om dat te doen op basis van de juiste informatie. Ik vind namelijk dat iedereen recht heeft op zijn mening. We moeten ook grondige debatten kunnen voeren. Soms doet dat pijn. Er wachten ons hier nog grote debatten in de toekomst. Maar het voorbeeld van de heer Dochy is zo bij de haren gesleurd en is zo’n foute framing dat het niet anders kan dan choqueren. Er wordt dus zeker verder gewerkt. Ik ben blij met de steun die er hier gekomen is.
De voorzitter
De heer Dochy heeft het woord.
Bart Dochy (CD&V)
Dank u wel. Het klopt inderdaad, zoals collega Grosemans zegt, dat de uitgeverij gereageerd heeft, weliswaar schriftelijk. Ze heeft ondertussen ook laten weten dat het artikel in de volgende druk van dit boek geschrapt wordt en vervangen wordt door iets over moerasindianen die meer toiletten willen, wat natuurlijk ook een heel belangrijke problematiek is. Ik heb de nieuwe versie van deze bladzijde van het boek ontvangen.
In elk geval betekent dit ook dat er een zeker besef is dat het er toch wel over was, bij wijze van spreken. Het is belangrijk dat we dat opvolgen en dat signaal blijven geven. Ik ben blij met het initiatief van de minister om de uitgeverijen nogmaals te vragen om daar aandacht voor te hebben en eventueel daaromtrent rond de tafel te zitten.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.