|
24 nov 2021 |
14:01 |
|
Limburg voert 42% van alle Vlaamse erosieprojecten uit
Wanneer regendruppels en stromend water bodemdeeltjes losmaken en verplaatsen, spreken we over watererosie.
|
Niet alleen leidt dat tot modderoverlast in stroomafwaarts gelegen (woon)gebieden, ook de bodemkwaliteit lijdt eronder. De zware regenval van deze zomer wees er nogmaals op dat erosiebestrijding noodzakelijk is. In Limburg hebben ze dat goed begrepen. Ondanks dat de provincie het kleinste aantal coördinatoren telt (12 op een totaal van 103), staan de meeste projecten op haar naam (129 op een totaal van 304 sinds 2001). Dat blijkt uit het antwoord van minister Demir op een vraag van Steven Coenegrachts, Vlaams Parlementslid voor Open Vld en lid van de commissie Leefmilieu. Naast maatschappelijke overlast voorkomt erosiebestrijding trouwens ook overlast bij landbouwers.
De beelden van deze zomer liegen er niet om. De zware regenval zorgde voor grote modderstromen. Via een schriftelijke vraag aan minister Demir polste Open Vld-parlementslid Steven Coenegrachts naar het aantal erosiebestrijdingsprojecten in Vlaanderen. Daaruit concludeert hij dat we het nog niet zo slecht doen. “Zeker Limburg, dat projectenkampioen is met 42 procent van het totale aantal erosiebestrijdingsprojecten en dit met het kleinste aantal erosiecoördinatoren van alle provincies. Daar mogen we terecht fier op zijn. Vooral Gingelom (36 projecten) en Sint-Truiden (33 projecten) steken er met kop en schouders bovenuit. In hun eentje zetten ze evenveel of meer projecten op als de integrale provincie Oost- of West-Vlaanderen”, zegt Coenegrachts.
“De projecten bewijzen ook hun effectiviteit. In Oost-Vlaanderen, met een beperkt aantal projecten (19), stellen we meer modderoverlast vast dan in Limburg en het Hageland waar projecten wél in grotere aantallen worden uitgevoerd. Oost- en West-Vlaanderen tellen dan ook nog eens ongeveer dubbel zoveel coördinatoren (22) als Limburg”, aldus Coenegrachts. Het erosiebeleid krijgt momenteel een evaluatie waarbij er dieper wordt ingegaan op andere mogelijke instrumenten binnen het erosiebeleid. Deze evaluatie wordt eind dit jaar verwacht.
Ook landbouwers kampten de voorbije periode met belangrijke opbrengstverliezen door het wegspoelen en onderspoelen van (kiem)planten en door problemen bij het bewerken van hun akkers. “Erosiebestrijding wordt de komende jaren dan ook een belangrijke focus voor onze landbouwers; denk maar aan bufferende maatregelen zoals erosiepoelen, bufferbekkens, aarden dammen, plantaardige dammen en buffergrachten. Daarbij is de erosiecoördinator de uitgelezen persoon om de landbouwer te helpen met het indienen van zijn subsidievraag”, zegt Coenegrachts.
|
|
|
|