De NAV berekent deze kostprijs al vanaf 2010 steeds op dezelfde wijze voor een voorbeeldbedrijf. Daarom zijn de kostprijzen tussen de verschillende jaren goed te vergelijken. De kostprijs is berekend ex BTW en exclusief de kosten van beregening. De kosten voor beregenen zijn vanwege de sterk gestegen kosten voor machines en brandstof gestegen naar € 270 per ha per keer bij een gift van 25 mm. Door de veranderende klimaatomstandigheden wordt een aantal malen beregenen bijna een structurele teeltmaatregel. Bij 2 keer beregenen stijgt de kostprijs al met meer dan 1 cent.
Wat opvalt is dat van 2020 naar 2021 een aantal kostenposten iets lager werden ingeschat en dat nu voor 2022 t.o.v. 2021 een paar kostenposten gelijk blijven, maar dat het overgrote deel van de kosten hoger tot veel hoger uitkomen. Deze stijging wordt vooral veroorzaakt door de sterk gestegen prijzen voor energie en grondstoffen, dat doorwerkt in de kosten voor bemesting, gewasbescherming en kiemremming, elektriciteit en brandstof en kosten voor machines en gebouwen.
Dit leidt voor oogst 2022 op dit voorbeeldbedrijf bij levering afland tot een kale kostprijs voor zandgrond van 13.3 cent/kg en voor kleigrond van 15,9 cent/kg. Voor levering begin april uit de schuur levert het een kale kostprijs op voor zandgrond van 17,5 cent per kg en voor kleigrond 20,6 cent per kg.
De NAV hanteert altijd een marge van 15% op de kale kostprijs als vergoeding van het risico dat de teler neemt. De reële kostprijzen worden dan voor afland resp. 15,3 en 18,3 cent/kg en voor levering in april uit de schuur resp. 20.2 en 23.7 cent/kg. Daarmee zijn de kostprijzen tussen de 15% en 20% gestegen!
Als we de reële kostprijs voor leveren uit de schuur voor 2022 (23.7 cent/kg) voor kleigrond vergelijken met die van 2010 (15,1 cent/kg) wordt duidelijk dat teelt van consumptieaardappelen een dure teelt is geworden. De kosten naderen de 10.000 euro per ha.
Contractprijzen zeker 5 cent omhoog
Deze sterke stijging van de kostprijzen van de teelt, zullen ook moeten doorwerken in de contractprijzen. De contractprijzen zijn voor teeltjaar 2021 gemiddeld 1 cent gedaald en daarmee flink onder de kostprijs gekomen. Daarom is een stijging met zeker 4 cent nodig om op het kostprijsniveau van 2022 te komen. En dan is er nog geen rekening gehouden met de kosten van beregening. Het is met de huidige weersomstandigheden zeker verantwoord om met 2 keer beregenen rekening te houden. En daarmee zouden de contractprijzen met zeker 5 cent/kg moeten stijgen om voor de telers nog interessant te zijn.
Kostprijs tafelaardappelen 2,5 tot 3 cent hoger
Deze kostprijsberekeningen zijn vooral gericht op de teelt van fritesaardappelen. De Werkgroep Consumptieaardappelen van de NAV heeft ook gekeken waar de verschillen in kosten zitten voor de teelt van fritesaardappelen en tafelaardappelen. Bij de teelt van tafelaardappelen heeft de rassenkeuze grote invloed op de behandeling en de opbrengst en dus ook de kostprijs. Bijgaande benadering wil een inschatting van het verschil in kostprijs geven. Bij tafelaardappelen zijn doorgaans de pootgoedkosten hoger en ook een knolbehandeling is kostbaar. Het grootste verschil zit in de bewaring. Tafelaardappelen worden meestal in kisten bewaard, wat een fors duurder systeem is dan los gestort. Dit levert al snel een 2,5 tot 3 cent aan extra kosten op voor tafelaardappelen als we uitgaan van dezelfde netto opbrengst. Verder is het voor de teler belangrijk om rekening te houden met meer risico, als de vereiste kwaliteit niet wordt gehaald heeft dat flink negatieve gevolgen voor de prijs. Dus bij tafelaardappelen is de risico premie van 15% zeker hard nodig.
De berekening is te vinden op http://www.nav.nl/bereken-je-kostprijs/