|
16 dec 2021 |
08:29 |
|
Minder nitraatuitspoeling in 2021
Pas begin volgende week verschijnt het Mestrapport voor 2021, maar de West-Vlaamse onderzoeksinstelling Inagro deelt op zijn website al de metingen van de nitraatresiducampagne voor 2021. In het tweede volledige jaar van het nieuwe MAP6 is het resultaat beter over de hele lijn.
|
Jaarlijks worden zo’n 25.000 stalen genomen om de uitspoeling van nitraten te bepalen. Zo’n 15 procent daarvan zijn de controlestalen die de Mestbank zelf neemt. De rest zijn verplichte stalen die de landbouwers zelf moeten bekostigen als ze bijvoorbeeld een derogatie aanvragen, de normen vorige jaren overschreden hebben of in een bedrijfsdoorlichting zitten. De onderzoeksinstelling Inagro doet zo’n goeie 18 procent van de verplichte staalnames, vooral in West-Vlaanderen en het Oost-Vlaamse grensgebied. Traditioneel is West-Vlaanderen het zorgenkind op vlak van nitraatuitspoeling, onder andere door zijn sterke groentenindustrie rond Roeselare en de impact van de aardappelteelt.
Betere resultaten in 2021
De resultaten van de nitraatresiducampagne 2021 zijn nu gepubliceerd op de website van Inagro. Over de verschillende teeltgroepen heen zien ze een duidelijke verbetering ten opzichte van de voorbije jaren toen de omstandigheden moeilijk waren. Met een gemiddeld nitraatresidu van 73 kg nitraat-N/ha doen we 25 kg nitraat-N/ha beter dan vorig jaar en 37 kg nitraat-N/ha beter dan in 2019.
Bieten, grasland en wintergranen scoren gewoontegetrouw goed, met het leeuwendeel van de geanalyseerde stalen in de laagste nitraatresiduklasse van 0-70 kg nitraat-N/ha. Maar ook een iets gevoeligere teelt als maïs doet het duidelijk beter dan de afgelopen jaren: 57 procent van de stalen had een nitraatresidu lager dan 70 kg nitraat-N/ha.
In aardappelen blijft het moeilijk om uitspoeling te vermijden, maar ook daar zijn de resultaten beter. Zo had 43 procent van de geanalyseerde stalen dit jaar een residu lager of gelijk aan 90 kg nitraat-N/ha. In 2019 werd dat maar gehaald bij een kwart van de stalen, in 2020 ging het om bijna 30 procent. Het gemiddelde nitraatresidu in aardappelen lag in deze campagne 28 kg nitraat-N/ha lager dan in 2020 en zelfs 49 kg nitraat-N/ha lager dan in 2019.
Groenten zijn dan weer het zorgenkind qua nitraatresidu, maar afgelopen jaar ziet Inagro hier de sterkste sprong richting lagere waardes. In de categorie tot en met 70 kg nitraatstikstof/ha vallen nu bijna de helft van de bloemkolen- en preipercelen.
Beter groeiseizoen
Bemestingsexpert Bram Van Nevel van Inagro ziet een combinatie van factoren als verklaring: “Er is de impact van het weer, met een veel beter groeiseizoen, veel minder droogte dan de voorbije jaren en algemeen minder extremen in het weer. Specifiek voor maïs zien we goeie opbrengsten en goeie nitraatresultaten. Vorige jaren zagen we de maïs echt stilvallen door de hitte en de droogte, dan wordt er ook geen stikstof meer opgenomen.”
Daarnaast mist ook het strenger beleid zijn impact niet: “Er is de vermindering van 15 procent op de mestnormen in de rooie gebiedstypes, de invoering van het kunstmestregister zal een effect hebben gehad en er is ten slotte ook de verplichting om meer vanggewassen in te zaaien. Anderzijds is het wel zo dat de limiet op het vlak van kwaliteit is bereikt. Voor sommige teelten heeft men kilo’s laten liggen. De ondergrens om voldoende opbrengst en kwaliteit te kunnen garanderen is toch opgezocht en soms overschreden.”
Bij VLM zijn ze voorzichtig om de resultaten van 2021 al te interpreteren. Begin volgende week moet het Mestrapport 2021 nog verschijnen met de resultaten van 2020. Anders dan bij de cijfers van de Mestbank in het Mestrapport gaat het bij de cijfers van Inagro niet om gewogen gemiddeldes op basis van de teelten en de aandachtspercelen van voorgaande jaren. Ten slotte kijken ze in het Mestrapport breder dan de nitraatuitspoeling, een betere waterkwaliteit is de finaliteit van het mestbeleid.
Leen Van Den Bergh van VLM: ”Uit de voorlopige resultaten van de campagne 2021 blijkt dat het gemiddelde gewogen nitraatresidu inderdaad iets beter is voor 2021 dan voor 2020. Het is echter te vroeg om op basis daarvan van een trendbreuk te spreken. Waar we in de periode 2004-2012 globaal genomen een dalende trend zagen, zien we in de periode na 2012 weer een globaal stijgende trend. Het gemiddelde nitraatresidu zal dit jaar inderdaad wel lager liggen dan vorig jaar omdat het een nat jaar is geweest, vergelijkbaar met 2016. Maar dit ene jaar lager wil niet zeggen dat de trend over meerdere jaren al gekeerd is. De nitraatresidu’s van de recente staalnamecampagnes zijn immers nog steeds hoger dan voor 2017. “
ABS: geen verstrenging MAP6
Voor Mark Wulfranke, beleidsmedewerker bij het ABS, bewijzen de cijfers van Inagro nochtans dat MAP6 werkt: “Dit is het eerste jaar dat we MAP6 volledig en degelijk hebben kunnen uitvoeren, anders dan vorig jaar toen het holderdebolder is ingevoerd. Op zich werkt het. We kunnen spreken over een aantal aanpassingen: de hoge boetes zijn een doorn in het oog en de onwerkbare vanggewassenregeling. Maar dat het MAP6 een slag in het water zou zijn moeten we op basis van deze cijfers toch nuanceren. Verregaande verstrengingen, onder meer op vlak van de uitrijregeling, zijn voor ons dan ook uit den boze.”
Minister van Leefmilieu Zuhal Demir (N-A) wilde met een aangescherpt MAP6+ komen, in afwachting van het MAP7 dat in 2023 moet ingaan. Het belooft alweer een pittige discussie te worden.
|
|
|
|